Mardijkers waren freigelassene Sklaven in [[Niederländisch-Indien]].
Mardijkers waren vrijgemaakte slaven in de kolonie Nederlands-Indië.

'Mardijker' war eine Sammelbezeichnung für alle freigelassenen, hauptsächlich christlichen, Sklaven und ihre Nachkommen
'Mardijker' was een verzamelnaam voor alle vrijgelaten, hoofdzakelijk christelijke slaven en hun afstammelingen.
Die Portugiesen verwendeten in Ihren Kolonien schon im 16. Jahrhundert die Bezeichnung mardicas, abgeleitet von dem Sanskriet-Wort maharddhika, "sehr reich, Glücklich und mächtig."
De Portugezen gebruikten in hun koloniën al in de zestiende eeuw de term mardicas, afgeleid van het Sanskriet-woord maharddhika, "zeer rijk, voorspoedig of machtig".
Im alten Java bezeichnete das einen freien Mann, der nicht mehr in Sklaverei oder Leibeigenschaft lebte.
In het oude Java werd daarmee gedoeld op een vrij man, iemand die niet meer in slavernij of pandelingschap (schuldslavernij) leefde.
In der Bahasa Indonesia lebt das Wort fort als merdeka, was frei bedeutet.
In de Bahasa Indonesia leeft het woord voort als merdeka, dat "vrij" betekent.
Sowohl die Portugiesen wie später die Niederländer übernamen die Bezeichnung, verballhornten ihn und gebrauchten ihn vor allemum christliche Ex-Sklaven zu bezeichnen.
Zowel de Portugezen als later de Nederlanders namen de term over, verbasterden hem en gebruikten hem vooral om christelijke ex-slaven aan te duiden.
Freigelassene
Vrijgelatenen
Ursprünglich bezeichnete man als Mardijker einheimische Kriegsgefangene der Spanier und Portugiesen .
Oorspronkelijk doelde men met de term Mardijker op krijgsgevangen inlandse soldaten van de Spanjaarden en Portugezen.
Diese christlichen Soldaten erhielten die Freiheit zurück, nachdem sie einige Jahre im Dienst der VOC gestanden hatten.
Deze christelijke soldaten kregen hun vrijheid terug nadat ze enkele jaren in dienst van de VOC hadden gestaan.
Sie wurden Bürger unter der Bedingung, dass sie jederzeit zum Kriegsdiest einberufen werden konnten.
Ze werden echter burger op één voorwaarde, namelijk dat ze altijd konden worden opgeroepen voor de krijgsdienst.
Das System war durch die Portugiesen eingeführt worden und wurde durch die Spanier übernommen.
Het systeem van Mardijkers was geïntroduceerd door de Portugezen en overgenomen door de Spanjaarden.
Christianisierte Sklaven wurden aus Vorder-Indien und selbst aus Afrika nach Ost-Indien gebracht und waren dort eine eigene Bevölkerungsgruppe, eng verbunden mit den europäischen Machthabern.
Gekerstende slaven werden vanuit Voor-Indië en zelfs Afrika naar Oost-Indië gebracht, waar ze een aparte bevolkingsgroep vormden, nauw verbonden met de Europese machthebbers.
Von den freigelassenen Sklaven wurde Militärdienst verlangt, aber sie waren frei sich nieder zu lassen, wo sie wollten.
Van de vrijgelaten slaven werd militaire wederdienst geëist, maar ze waren vrij zich te vestigen waar ze wilden.
So verfügten die Portugiesen in den eroberten Landstrichen über vertrauenswürdige inländische Soldaten.
Zo beschikten de Portugezen in de veroverde landstreken over betrouwbare inlandse milities.
Die freigelassenen hatten immer mehr gemein mit den europäischen Eroberern (nämlich die Religion) als mit den heidnischen Asiaten.
De vrijgelatenen hadden immers meer gemeen met de Europese veroveraars (namelijk hun religie) dan met de heidense Aziaten.
Die Holländer nutzten das System der bekehrten, inländischen Milizen in wesentlich geringerem Maße als die Portugiesen.
De Hollanders gebruikten het systeem van bekeerde, inlandse milities op kleinere schaal dan de Iberiërs.
Von den NIederländern mitgebrachte Sklaven bandanesischer oder Molukischer Herkunft, aber auch nicht-inländische Moslems wurden oft nach wenigen Jahren freigelassen.
De door de Nederlanders meegevoerde slaven — van Bandanese of andere Molukse afkomst, maar ook niet-inlandse moslims — werden vaak na enkele dienstjaren vrijgelaten.
Man gab ihnen den Namen Mardijkers.
Men gaf ze de naam Mardijkers.
Die Mardijkers landeten schlussendlich in speziellen Wohnvierteln für "inlandsche christen".
De Mardijkers belandden uiteindelijk in de speciale wijken voor "inlandsche christenen".
In Batavia entstand das noch heute bestehende "Kampung Banda".
In Batavia ontstond de nog steeds bestaande wijk "Kampung Banda".
Die Batavischen Mardijkers unterschieden sich in Religion und Aussehen von anderen Asiaten in der Stadt.
De Bataviase Mardijkers onderscheidden zich in religie en voorkomen van andere Aziaten in de stad.
Sie trugen europäische Kleidung wie einen Hut und Schuhe und waren für jeden erkennbar Christen.
Zij droegen Europese kleding, zoals een hoed en schoenen en waren zo voor iedereen herkenbaar als christenen.
Herkunft und Status
Afkomst en status
Viele Mardijkers waren Abkömmlinge von Menschen unterschiedlicher Herkunft.
Veel Mardijkers waren van gemengde afkomst.
Ob ein Kind zu den Mestiezen oder den Mardijkern gerechnet wurde, hatte nichts mit reich oder arm zu tun, sondern wurde bestimmt vom gesetzlichen Status seiner Geburt.
Of een kind tot de mestiezen of de Mardijkers werden gerekend, had niet te maken met het verschil tussen rijk en arm, maar werd bepaald door de wettelijke status van zijn geboorte.
Mestiezen und Mardijker waren Namen die die Oberhoheit der Verwalter der Vereinigden Ostindischen Compagnie, verwendete.
Mesties en Mardijker waren namen die de overheid, de bestuurders van de Vereenigde Oostindische Compagnie, hanteerde.
Obwohl diese Ausdrucksweise auch von der Stadtbevölkerung selbst benutzt. wurde und diese Bezeichnung auch die Realität wiedergab, verbarg sich hinter der papierenen Wirklichkeit eine große Verschiedenheit.
Hoewel de terminologie ook door de stadsbevolking zelf werd gebruikt en tot op zekere hoogte de realiteit weergaf, ging er achter de papieren werkelijkheid een grote verscheidenheid schuil.
Mestiezen und Mardijkers bildeten eine bunte Ansammlung von Menschen verschiedener Herkunft.
Mestiezen en Mardijkers vormden een bonte verzameling mensen van verschillende herkomst.
Kinder von gemischt Asatisch-Europäischer Herkunft, die anerkannt waren, wurden nach der offiziellen Terminologie als "mixties" oder "mesties" bezeichnet, ein Begriff der vom portugiesischen Wort mestiço abgeleitet war.
Kinderen van gemengd Aziatisch-Europese herkomst die wel werden gewettigd, waren volgens de officiële terminologie "mixties" of "mesties", een term afkomstig van het Portugese woord mestiço. Niet alle kinderen van gemengd Aziatisch-Europese afkomst werden tot de mestiezen gerekend.
Nicht alle Kinder gemischt Asiatisch-Europäischer Abstammung wurden zu den Mestiezen gerechnet.Wenn ein europäischer Vater die Kinder, die er mit einer Sklavin gezeugt hatte, nicht anerkannte, blieben sie unter dermr Obhut der Mutter.
Als een Europese vader de kinderen die hij bij een slavin had verwekt, niet erkende, bleven zij onder de hoede van hun moeder. Als zij gekerstend waren en de vrijheid kregen, gingen moeder en kinderen op in de groep van vrije Aziatische christenen, de Mardijkers.
Wenn sie christlich erzogen waren und die Freiheit erhielten wurden sie den Mardijkern zugerechnet.
Aangezien erkenning vaker niet dan wel plaatsvond, kwamen veel Euraziatische kinderen tussen de Mardijkers terecht.
Der Hintergrund von Mestiezen und Mardijkern war die sehr unterschiedliche Herkunft der Sklaven.
De achtergrond van de mestiezen en Mardijkers was dus uitermate gevarieerd door de uiteenlopende herkomst van de slaven.
Manche hatten eine indische Mutter, die Tamil sprach und Hindu war. andere eine makassarische, balinesische oder ambonesische Mutter, die mit der Sprache und der Religion Ihrer Heimat aufgewachsen war..
Sommigen hadden een Indiase moeder die Tamil sprak en hindoe was, anderen een Makassaarse, Balinese of Ambonese moeder die was opgegroeid met de taal en godsdienst van haar vaderland.
Kulturelle Vermischung
Mengcultuur
Schon zu Zeiten ihrer Sklaverei veränderten sich die Sklaven.
Van die oorsprong was op den duur weinig terug te vinden.
Weit von Ihrer Heimat entfernt lebten sie zwischen anderen Sklaven unterschiedlichster Herkunft und standen oft unter dem Druck ihrer Herren, deren Religion anzunehmen.
Al tijdens hun slavernij maakten slaven een grote verandering door. Ver van huis leefden zij tussen andere slaven van allerlei herkomst en vaak stonden zij onder druk van de eigenaar om diens godsdienst aan te nemen.
Es entstand eine kulturelle Vermischung mit portugiesischen Elementen. So war eine Form des Portugiesischen die meist gebrauchte Sprache mit der die verschiedenen Gruppen — Sklaven und freie Menschen — miteinander kommunizierten.
Er ontstond een mengcultuur die een aantal Portugese elementen bevatte: zo was een vorm van Portugees de meest gebruikte taal waarin de verschillende groepen — slaven en vrije mensen — met elkaar communiceerden.
Die erste Generation Sklaven und Sklavinnen entstammte größtenteils Vorderindien, wo die Portugiesen im 16. Jahrhundert einen starken kulturellen Einfluß ausgeübt hatten.
De eerste generatie slaven en slavinnen was immers grotendeels afkomstig uit Voor-Indië, waar de Portugezen in de zestiende eeuw in sommige plaatsen een sterke culturele invloed hadden uitgeoefend.
Der Einfluß des kreolischen Portugiesisch nahm noch zu durch die Ankunft asiatischer Einwohner aus Gebieten, die die VOC von den Portugiesen erobert hatten.
De invloed van het verbasterd Portugees nam nog toe door de komst van Aziatische inwoners uit gewesten die de VOC op de Portugezen had veroverd.
So wurde1641 ein Teil der Bevölkerung von Malakka und von den Ceylonesischen Orten wie Galle (1640) und Colombo (1656) nach Batavia verbracht..
Zo werd een deel van de bevolking van Malakka in 1641 en van Ceylonese plaatsen als Galle (1640) en Colombo (1656) naar Batavia getransporteerd.
Der portugiesische Einfluss ist deutlich an den Familiennamen erkennbar, wie De Fretes, Ferrera, De Mello, Gomes, Gonsalvo, De Horta, Cordero, De Dias, De Costa, Soares, Rodrigo, De Pinto, Perreira und De Silva, Namen die in Batavia häufig vorkamen.
De Portugese invloed valt duidelijk af te lezen aan familienamen, zoals De Fretes, Ferrera, De Mello, Gomes, Gonsalvo, De Horta, Cordero, De Dias, De Costa, Soares, Rodrigo, De Pinto, Perreira en De Silva, namen die in Batavia veel voorkwamen.
Das jemand einen portugiesischen Namen trug, hieß dabei nicht, dass er auch portugiesische Vorfahren hatte.
Dat iemand een Portugese naam droeg, wil overigens niet zeggen dat hij werkelijk Portugese voorouders had.
Sklaven und Freie, die durch die Portugiesen christianisiert und getauft worden waren, hatten häufig den Namen eines Taufzeugen angenommen.
Slaven en vrije mensen die door de Portugezen waren gekerstend en gedoopt, hadden vaak de naam van een van hun doopgetuigen aangenomen.
Diese Praktik übernamen manche Niederländer, sodass sich auch niederländische Namen verbreiteten.
Deze praktijk namen sommige Nederlanders over, zodat naast Portugese ook Nederlandse namen in zwang raakten.
Nicht selten trad ein Sklavenhalter selbst als Taufzeuge seiner christianisiertenSklaven auf.
Niet zelden trad een eigenaar zelf als doopgetuige van zijn gekerstende slaven op.
Es konnte auch vorkommen, dass ein Sklave nach dem General-Gouverneur Jacques Specx benannt war.
Het kon dus voorkomen dat een slaaf Jacques Specx heette, naar de gouverneur-generaal.
In der Regel nahm ein Sklave bei der Taufe einen portugiesischen oder niederländischen Vornamen an, verbunden mit einem Nachnamen, der seine geographische Herkunft erkennen ließ, z. B. Willem van Bengalen, Magdalena van Bali, oder Antonica da Costa (von der Küste Coromandels, in India).
In de regel nam een slaaf bij de doop een Portugese of Nederlandse voornaam aan, met daaropvolgend een toponiem, verwijzend naar de plaats van geboorte of herkomst, bijvoorbeeld Willem van Bengalen, Magdalena van Bali, of Antonica da Costa (van de kust van Coromandel, in India).
Ihre Kinder erhielten neben dem Vornamen auch stets den Namen ihres Vaters.
Hun kinderen kregen, naast een voornaam, ook altijd de naam van hun vader.
Pieter, ein Sohn Willems van Bengalen, hieß also Pieter Willemsz.
Pieter, een zoon van Willem van Bengalen, kwam dus Pieter Willemsz te heten.
So entstanden im 17. Jahrhundert Familiennamen wie Michielsz, Bastiaansz, Simonsz, Pietersz, Manuelsz, Jansz, Fransz, Davidtsz oder Abrahamsz.
Zo ontstonden in de zeventiende eeuw familienamen als Michielsz, Bastiaansz, Simonsz, Pietersz, Manuelsz, Jansz, Fransz, Davidtsz of Abrahamsz.