# nl/Dutch.xml.gz
# xh/Xhosa.xml.gz
(src)="b.GEN.1.1.1"> In het begin heeft God de hemelen en de aarde gemaakt .
(trg)="b.GEN.1.1.1"> Ekuqalekeni uThixo wadala amazulu nehlabathi .
(src)="b.GEN.1.2.1"> De aarde was woest en leeg en de Geest van God zweefde boven de watermassa .
(src)="b.GEN.1.2.2"> Over de watermassa lag een diepe duisternis .
(trg)="b.GEN.1.2.1"> Ke ehlabathini kwakusenyanyeni , kuselubala ; kwakumnyama phezu kwamanzi enzonzobila .
(trg)="b.GEN.1.2.2"> UMoya kaThixo wafukama phezu kwamanzi lawo .
(src)="b.GEN.1.3.1"> Toen zei God : " Laat er licht zijn . "
(src)="b.GEN.1.3.2"> En toen was er licht .
(trg)="b.GEN.1.3.1"> Wathi uThixo , Makubekho ukukhanya .
(trg)="b.GEN.1.3.2"> Kwabakho ke ukukhanya .
(src)="b.GEN.1.4.1"> Het beviel God en Hij maakte een duidelijke scheiding tussen het licht en het donker .
(trg)="b.GEN.1.4.1"> Wakubona ke uThixo ukukhanya ukuba kulungile , wahlula uThixo phakathi kokukhanya nobumnyama .
(src)="b.GEN.1.5.1"> Het licht noemde Hij ' dag ' en het donker ' nacht ' .
(src)="b.GEN.1.5.2"> Het werd avond en het werd weer morgen : de eerste dag .
(trg)="b.GEN.1.5.1"> Wathi uThixo ukukhanya yimini , wathi ubumnyama bubusuku .
(trg)="b.GEN.1.5.2"> Kwahlwa , kwasa : yangumhla wokuqala .
(src)="b.GEN.1.6.1"> Toen zei God : " Laat de watermassa uit elkaar gaan , zodat de wolkenhemel en de zeeën worden gevormd . "
(trg)="b.GEN.1.6.1"> Wathi uThixo , Makubekho isibhakabhaka phakathi kwawo amanzi , sibe ngumahlulo wokwahlula amanzi kumanzi .
(src)="b.GEN.1.7.1"> Zo maakte God de wolkenhemel , door de watermassa te verdelen tussen hemel en aarde .
(trg)="b.GEN.1.7.1"> Wasenza uThixo isibhakabhaka , wawahlula amanzi angaphantsi kwesibhakabhaka kuwo amanzi angaphezu kwesibhakabhaka .
(trg)="b.GEN.1.7.2"> Kwaba njalo .
(src)="b.GEN.1.8.1"> Het werd avond en het werd weer morgen : de tweede dag .
(trg)="b.GEN.1.8.1"> Wathi uThixo isibhakabhaka ngamazulu .
(trg)="b.GEN.1.8.2"> Kwahlwa , kwasa : yangumhla wesibini .
(src)="b.GEN.1.9.1"> Daarna zei God : " Laat het water onder de hemel samenstromen in zeeën en het droge land zichtbaar worden . "
(src)="b.GEN.1.9.2"> En dat gebeurde .
(trg)="b.GEN.1.9.1"> Wathi uThixo , Amanzi angaphantsi kwamazulu makahlanganiselwe ndaweni-nye , kubonakale okomileyo .
(trg)="b.GEN.1.9.2"> Kwaba njalo .
(src)="b.GEN.1.10.1"> God noemde het droge land ' aarde ' en het samengestroomde water ' zeeën ' .
(src)="b.GEN.1.10.2"> God zag dat het goed was .
(trg)="b.GEN.1.10.1"> Wathi uThixo okomileyo ngumhlaba , wathi intlanganisela yamanzi ziilwandle .
(trg)="b.GEN.1.10.2"> Wabona uThixo ukuba kulungile .
(src)="b.GEN.1.11.1"> En God zei : " Laten er allerlei gewassen , zaaddragende planten en vruchtbomen met zaad in hun vruchten op aarde groeien .
(trg)="b.GEN.1.11.1"> Wathi uThixo , Umhlaba mawuphume uhlaza , imifuno evelisa imbewu , imithi yeziqhamo , eyenza iziqhamo ngohlobo lwayo , embewu ikuyo , emhlabeni .
(trg)="b.GEN.1.11.2"> Kwaba njalo .
(src)="b.GEN.1.12.1"> De zaden zullen steeds weer planten en bomen voortbrengen . "
(src)="b.GEN.1.12.2"> Dat gebeurde en ook nu was het goed , zag God .
(trg)="b.GEN.1.12.1"> Umhlaba waphuma uhlaza , nemifuno evelisa imbewu ngohlobo lwayo , nemithi eyenza iziqhamo , embewu ikuyo , ngohlobo lwayo .
(trg)="b.GEN.1.12.2"> Wabona uThixo ukuba kulungile .
(src)="b.GEN.1.13.1"> Het werd avond en weer morgen : de derde dag .
(trg)="b.GEN.1.13.1"> Kwahlwa kwasa : yangumhla wesithathu .
(src)="b.GEN.1.14.1"> Toen zei God : " Ik wil dat er heldere lichten aan de hemel verschijnen om de aarde te verlichten en het verschil tussen dag en nacht aan te geven .
(trg)="b.GEN.1.14.1"> Wathi uThixo , Makubekho izikhanyiso esibhakabhakeni samazulu , zibe ngumahlulo wokwahlula imini kubusuku ; zibe zezemiqondiso , zibe zezamaxesha amisiweyo , zibe zezemihla neminyaka ;
(src)="b.GEN.1.15.1"> Die lichten zullen de vaste tijden regelen en de dagen en jaren aangeven . "
(src)="b.GEN.1.15.2"> En zo gebeurde het .
(trg)="b.GEN.1.15.1"> mazibe zizikhanyiso esibhakabhakeni samazulu , zikhanyise ehlabathini .
(trg)="b.GEN.1.15.2"> Kwaba njalo .
(src)="b.GEN.1.16.1"> God maakte twee grote lichten , de zon en de maan , die de aarde moesten verlichten .
(src)="b.GEN.1.16.2"> Het grootste licht , de zon , beheerste de dag en het kleinere , de maan , beheerste de nacht .
(src)="b.GEN.1.16.3"> Tegelijkertijd maakte God de sterren .
(trg)="b.GEN.1.16.1"> Wenza uThixo izikhanyiso ezikhulu zazibini , esona sikhulu isikhanyiso ukuba silawule imini , esona sincinane isikhanyiso ukuba silawule ubusuku ; wenza neenkwenkwezi .
(src)="b.GEN.1.17.1"> Hij plaatste de lichten aan de hemel om de aarde te verlichten ,
(trg)="b.GEN.1.17.1"> Wazibeka uThixo esibhakabhakeni samazulu , ukuba zikhanyise ehlabathini , zilawule imini nobusuku ,
(src)="b.GEN.1.18.1"> dag en nacht aan te geven en het donker van het licht te scheiden .
(src)="b.GEN.1.18.2"> God zag dat het goed was .
(trg)="b.GEN.1.18.1"> zahlule ukukhanya kubumnyama .
(trg)="b.GEN.1.18.2"> Wabona uThixo ukuba kulungile .
(src)="b.GEN.1.19.1"> Dit alles gebeurde op de vierde dag .
(trg)="b.GEN.1.19.1"> Kwahlwa , kwasa : yangumhla wesine .
(src)="b.GEN.1.20.1"> Vervolgens zei God : " Ik wil dat de zeeën wemelen van vis en ander leven en laat de lucht vol zijn met allerlei soorten vogels . "
(trg)="b.GEN.1.20.1"> Wathi uThixo , Amanzi la makanyakazele inyakanyaka , imiphefumlo ephilileyo ; zithi neentaka ziphaphazele ehlabathini , esibhakabhakeni sezulu .
(src)="b.GEN.1.21.1"> Zo maakte God de grote zeedieren , allerlei vissen en vogels , elk naar hun eigen aard .
(src)="b.GEN.1.21.2"> En Hij keek er met welgevallen naar en zegende ze .
(src)="b.GEN.1.21.3"> " Vermenigvuldig je en bevolk de zeeën " , zei Hij tegen hen en tegen de vogels zei Hij : " Zorg dat jullie aantal groeit , zodat de aarde vol wordt . "
(trg)="b.GEN.1.21.1"> Wadala uThixo oominenga mikhulu , nayo yonke imiphefumlo ephilileyo enambuzelayo , awanyakazela ngayo amanzi ngohlobo lwayo , neentaka zonke ezinamaphiko ngohlobo lwazo .
(trg)="b.GEN.1.21.2"> Wabona uThixo ukuba kulungile .
(src)="b.GEN.1.23.1"> Nadat het avond was geweest , werd het weer morgen : de vijfde dag .
(trg)="b.GEN.1.23.1"> Kwahlwa , kwasa : yangumhla wesihlanu .
(src)="b.GEN.1.24.1"> God zei toen : " Laat de aarde dieren voortbrengen ; vee , kruipende dieren en allerlei wilde dieren . "
(src)="b.GEN.1.24.2"> En weer gebeurde wat Hij had gezegd .
(trg)="b.GEN.1.24.1"> Wathi uThixo , Umhlaba mawuphume imiphefumlo ephilileyo ngohlobo lwayo : izinto ezizitho zine , nezinambuzane , nezinto eziphilileyo zomhlaba ngohlobo lwazo .
(trg)="b.GEN.1.24.2"> Kwaba njalo .
(src)="b.GEN.1.25.1"> God maakte alle soorten wilde dieren , vee en kruipende dieren , elk naar hun eigen soort .
(src)="b.GEN.1.25.2"> God zag dat ook dat goed was .
(trg)="b.GEN.1.25.1"> Wenza uThixo izinto eziphilileyo zomhlaba ngohlobo lwazo , nezinto ezizitho zine ngohlobo lwazo , nazo zonke izinambuzane zomhlaba ngohlobo lwazo .
(trg)="b.GEN.1.25.2"> Wabona uThixo ukuba kulungile .
(src)="b.GEN.1.26.1"> Toen zei God : " Laat Ons mensen maken die op Ons lijken en kunnen heersen over alle dieren op aarde , in de zeeën en in de lucht . "
(trg)="b.GEN.1.26.1"> Wathi uThixo , Masenze umntu ngokomfanekiselo wethu ngokufana nathi .
(trg)="b.GEN.1.26.2"> Mababe nobukhosi ezintlanzini zolwandle , nasezintakeni zezulu , nasezintweni ezizitho zine , nasemhlabeni wonke , nasezinambuzaneni zonke ezinambuzela emhlabeni .
(src)="b.GEN.1.27.1"> God schiep daarop de mens als Zijn evenbeeld .
(src)="b.GEN.1.27.2"> Als man en vrouw schiep Hij hen .
(trg)="b.GEN.1.27.1"> Wamdala ke uThixo umntu ngokomfanekiselo wakhe ; wamdala ngokomfanekiselo kaThixo ; wadala indoda nenkazana .
(src)="b.GEN.1.28.1"> God zegende hen en zei : " Vermenigvuldig je , bevolk de aarde en onderwerp haar .
(src)="b.GEN.1.28.2"> Heers over de vissen , de vogels en alle andere dieren .
(trg)="b.GEN.1.28.1"> Wabasikelela uThixo , wathi kubo uThixo , Qhamani , nande , niwuzalise umhlaba niweyise ; nibe nobukhosi ezintlanzini zolwandle , nasezintakeni zezulu , nasezintweni zonke eziphilileyo ezinambuzelayo emhlabeni .
(src)="b.GEN.1.29.1"> Kijk om je heen !
(src)="b.GEN.1.29.2"> Overal op aarde staan zaaddragende planten en vruchtbomen , die Ik jullie tot voedsel geef .
(trg)="b.GEN.1.29.1"> Wathi uThixo , Yabonani , ndininikile yonke imifuno evelisa imbewu , esemhlabeni wonke , nayo yonke imithi eneziqhamo zemithi evelisa imbewu : yoba kukudla kuni .
(src)="b.GEN.1.30.1"> Al het gras en de planten heb Ik als voedsel aan de dieren en de vogels gegeven . "
(trg)="b.GEN.1.30.1"> Nezinto zonke eziphilileyo zomhlaba , neentaka zonke zezulu , nezinambuzane zonke ezisemhlabeni , ezinomphefumlo ophilileyo , ndizinike yonke imifuno eluhlaza ukuba ibe kukudla .
(trg)="b.GEN.1.30.2"> Kwaba njalo .
(src)="b.GEN.1.31.1"> Toen overzag God alles wat Hij gemaakt had en het was heel goed .
(src)="b.GEN.1.31.2"> Zo eindigde de zesde dag .
(trg)="b.GEN.1.31.1"> Wakubona uThixo konke akwenzileyo , nanko , kulungile kunene .
(trg)="b.GEN.1.31.2"> Kwahlwa , kwasa : yangumhla wesithandathu .
(src)="b.GEN.2.1.1"> Zo werden de hemelen en de aarde en alles wat leeft gemaakt .
(trg)="b.GEN.2.1.1"> Agqitywa ke amazulu nehlabathi , nawo wonke umkhosi wezo zinto .
(src)="b.GEN.2.2.1"> Op de zevende dag rustte God na afloop van Zijn scheppend werk .
(trg)="b.GEN.2.2.1"> Wawugqiba ke uThixo ngomhla wesixhenxe umsebenzi wakhe awawenzayo ; waphumla ngomhla wesixhenxe kuwo wonke umsebenzi wakhe awawenzayo .
(src)="b.GEN.2.3.1"> Hij zegende die zevende dag en maakte hem tot een bijzondere , heilige dag , omdat Hij die dag Zijn scheppingswerk besloot .
(trg)="b.GEN.2.3.1"> Wawusikelela uThixo umhla wesixhenxe , wawungcwalisa ; ngokuba waphumla ngawo kuwo wonke umsebenzi wakhe awawudalayo uThixo , wawenza .
(src)="b.GEN.2.4.1"> Dit is een samenvatting van het werk dat de HERE God verrichtte toen Hij de hemelen en de aarde heeft gemaakt .
(trg)="b.GEN.2.4.1"> Yiyo le ke inzala yamazulu nehlabathi ekudalweni kwezo zinto , mini wenza uYehova uThixo ihlabathi namazulu ,
(src)="b.GEN.2.5.1"> Er waren nog geen planten of gewassen opgekomen uit de aarde , omdat de HERE God het nog niet had laten regenen .
(src)="b.GEN.2.5.2"> Ook was er nog niemand , die het land kon bewerken .
(trg)="b.GEN.2.5.1"> onke amatyholo asendle engekaveli emhlabeni , nayo yonke imifuno yasendle ingekantshuli ; kuba uYehova uThixo ebengekanisi mvula emhlabeni ; kwaye kungekho mntu wokuwusebenza umhlaba .
(src)="b.GEN.2.6.1"> Er steeg echter een damp uit de aarde op , die het land bevochtigde .
(trg)="b.GEN.2.6.1"> Kwaye kunyuka inkungu iphuma ehlabathini , yawunyakamisa wonke umhlaba .
(src)="b.GEN.2.7.1"> Toen vormde de HERE God het lichaam van de mens uit stof van de aarde en blies hem de levensadem in .
(src)="b.GEN.2.7.2"> Zo werd de mens een levend wezen .
(trg)="b.GEN.2.7.1"> UYehova uThixo wambumba umntu ngothuli lwasemhlabeni , waphefumlela emathatheni akhe impefumlo yobomi ; umntu ke waba ngumphefumlo ophilileyo .
(src)="b.GEN.2.8.1"> De HERE God plantte een hof in Eden , in het oosten en bracht de mens , die Hij had geschapen daarheen .
(trg)="b.GEN.2.8.1"> UYehova uThixo watyala umyezo e-Eden ngasempumalanga ; wambeka khona umntu abembumbile .
(src)="b.GEN.2.9.1"> In de hof plantte Hij prachtige fruitbomen .
(src)="b.GEN.2.9.2"> Midden in de hof plaatste Hij de boom van het leven en de boom van de kennis van goed en kwaad .
(trg)="b.GEN.2.9.1"> UYehova uThixo wantshulisa emhlabeni yonke imithi enqwenelekayo ngokukhangeleka , nelungele ukudliwa ; nomthi wobomi emyezweni phakathi , nomthi wokwazi okulungileyo nokubi .
(src)="b.GEN.2.10.1"> Vanuit Eden vloeide een rivier door de hof , die hem vruchtbaar maakte en zich daar in vier rivieren splitste .
(trg)="b.GEN.2.10.1"> Kwaphuma umlambo e-Eden wokuwunyakamisa umyezo ; wahluka apho , waba ziimbaxa ezine .
(src)="b.GEN.2.11.1"> Eén rivier heet de Pison en stroomt rond het land Havila , bekend om zijn goud , balsemhars en het edelgesteente chrysopraas .
(trg)="b.GEN.2.11.1"> Igama lowokuqala yiPishon ; nguwo lowo ujikeleze lonke ilizwe laseHavila , apho ikhona igolide .
(src)="b.GEN.2.13.1"> De tweede rivier heet Gihon en stroomt door het land Ethiopië .
(trg)="b.GEN.2.13.1"> Igama lowesibini umlambo yiGihon ; nguwo lowo ujikeleze lonke ilizwe lakwaKushi .
(src)="b.GEN.2.14.1"> De derde rivier is de Tigris en stroomt naar het oosten van Assur .
(src)="b.GEN.2.14.2"> De vierde rivier is de Eufraat .
(trg)="b.GEN.2.14.1"> Igama lowesithathu umlambo yiHidekele ; nguwo lowo uya phambi kwelakwa-Asiriya .
(trg)="b.GEN.2.14.2"> Owesine umlambo ngumEfrati .
(src)="b.GEN.2.15.1"> De HERE God plaatste de mens in de hof van Eden om de zorg daarvan op zich te nemen en de hof te bewerken .
(trg)="b.GEN.2.15.1"> UYehova uThixo wamthabatha umntu , wambeka emyezweni we-Eden , ukuba awusebenze , awugcine .
(src)="b.GEN.2.16.1"> Maar Hij waarschuwde de mens : " Je mag van alle bomen in de hof eten , maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad .
(src)="b.GEN.2.16.2"> Want als je daarvan eet , zul je zeker sterven . "
(trg)="b.GEN.2.16.1"> UYehova uThixo wamwisela umthetho umntu , esithi , Yonke imithi yomyezo ungayidla uyidle ;
(src)="b.GEN.2.18.1"> En de HERE God zei : " Het is niet goed voor de mens alleen te zijn .
(src)="b.GEN.2.18.2"> Ik zal iemand maken met wie hij zijn leven kan delen en die hem kan helpen . "
(trg)="b.GEN.2.18.1"> Wathi uYehova uThixo , Akulungile ukuba umntu abe yedwa , ndiya kumenzela umncedi onguwabo .
(src)="b.GEN.2.19.1"> De HERE God maakte uit het stof dieren en vogels en bracht ze bij de mens om te zien hoe hij ze zou noemen .
(src)="b.GEN.2.19.2"> De naam die hij koos , zou voor altijd hun naam blijven .
(src)="b.GEN.2.19.3"> Maar geen van deze dieren was geschikt als helper voor Adam .
(trg)="b.GEN.2.19.1"> UYehova uThixo wabumba ngomhlaba zonke izinto eziphilileyo zasendle , nazo zonke iintaka zezulu , wazisa kuye uAdam ukubona ukuba wothini na ukuzibiza , ukuze oko azibize ngako uAdam zonke izinto eziphilileyo , ibe ligama lazo elo .
(src)="b.GEN.2.21.1"> Toen liet de HERE God Adam in een diepe slaap vallen , nam een rib uit zijn lichaam en sloot de plaats waaruit Hij de rib had genomen .
(trg)="b.GEN.2.21.1"> UYehova uThixo wawisa ubuthongo obukhulu phezu koAdam , walala .
(trg)="b.GEN.2.21.2"> Wathabatha lwalunye ezimbanjeni zakhe , wavingca ngenyama esikhundleni salo .
(src)="b.GEN.2.22.1"> Uit die rib maakte Hij een vrouw en Hij bracht haar bij de mens .
(trg)="b.GEN.2.22.1"> UYehova uThixo walwakha ubambo abeluthabathe kuAdam , lwaba ngumfazi ; wamzisa kuAdam .
(src)="b.GEN.2.23.1"> " Ja , dit is wat ik nodig had ! " riep Adam blij uit , " zij is echt een deel van mijn lichaam .
(src)="b.GEN.2.23.2"> Ik zal haar mannin noemen , omdat zij is genomen uit de man . "
(trg)="b.GEN.2.23.1"> Wathi uAdam , Eli ke ngoku lithambo lasemathanjeni am , yinyama yasenyameni yam ; lo yena ukubizwa kothiwa ngumfazi , ngokuba ethatyathwe endodeni .
(src)="b.GEN.2.24.1"> Dit verklaart waarom een man zijn vader en moeder verlaat , zich bij zijn vrouw voegt en werkelijk één met haar wordt .
(trg)="b.GEN.2.24.1"> Ngenxa yoko indoda yomshiya uyise nonina , inamathele kumkayo , babe nyama-nye ke .
(src)="b.GEN.2.25.1"> Hoewel de man en de vrouw allebei naakt waren , hinderde hen dat niet , want zij kenden geen schaamte .
(trg)="b.GEN.2.25.1"> Baye bobabini behamba ze , umntu lowo nomkakhe , bengenazintloni .
(src)="b.GEN.3.1.1"> De slang was listiger dan alle andere dieren , die de HERE God had gemaakt .
(src)="b.GEN.3.1.2"> Hij zocht de vrouw op en vroeg : " God heeft jullie zeker wel verboden van de bomen in de hof te eten , hè ? "
(trg)="b.GEN.3.1.1"> Ke kaloku inyoka yaye inobuqhophololo ngaphezu kwazo zonke izinto eziphilileyo zasendle , abezenzile uYehova uThixo .
(trg)="b.GEN.3.1.2"> Yathi kumfazi Utshilo na okunene uThixo ukuthi , Ze ningadli kuyo yonke imithi yomyezo ?
(src)="b.GEN.3.2.1"> " Nee hoor " , antwoordde de vrouw , " wij mogen van alle bomen eten , behalve van die in het midden van de hof .
(src)="b.GEN.3.2.2"> Wij mogen hem zelfs niet aanraken , want dan zullen wij sterven . "
(trg)="b.GEN.3.2.1"> Wathi umfazi kwinyoka , Eziqhameni zemithi yomyezo singadla ;
(src)="b.GEN.3.4.1"> " Dat is een leugen " , zei de slang , " je zult niet sterven .
(trg)="b.GEN.3.4.1"> Yathi inyoka kumfazi , Anisayi kufa :
(src)="b.GEN.3.5.1"> God zegt dat alleen , omdat Hij weet dat jullie aan Hem gelijk zullen zijn als je daarvan eet .
(src)="b.GEN.3.5.2"> Je ogen zullen open gaan en evenals God zul je het onderscheid kennen tussen goed en kwaad . "
(trg)="b.GEN.3.5.1"> kuba esazi uThixo ukuba , mhlana nithe nadla kuzo , oqabuka amehlo enu , nibe njengoThixo , nazi okulungileyo nokubi .
(src)="b.GEN.3.6.1"> De vrouw liet zich ompraten .
(src)="b.GEN.3.6.2"> Zij keek naar de boom en zag dat de vrucht eetbaar was en er prachtig uitzag .
(src)="b.GEN.3.6.3"> Die vrucht kon haar verstandig maken !
(src)="b.GEN.3.6.4"> Ze plukte wat vruchten en at ervan .
(src)="b.GEN.3.6.5"> Zij gaf ook haar man van de vruchten en hij at er ook van .
(trg)="b.GEN.3.6.1"> Wabona umfazi ukuba umthi ulungele ukudliwa , nokuba uyakhanukeka emehlweni , ingumthi onqwenelekela ukuqiqisa , wathabatha eziqhameni zawo , wadla ; wanika nendoda yakhe inaye , yadla .
(src)="b.GEN.3.7.1"> Toen zij dat hadden gedaan , viel het hun opeens op dat ze naakt waren en zij schaamden zich .
(src)="b.GEN.3.7.2"> Van bladeren van een vijgeboom maakten ze schortjes en hingen die om hun middel .
(trg)="b.GEN.3.7.1"> Aqabuka amehlo abo bobabini , bazi ukuba bahamba ze ; bathunga amagqabi omkhiwane , bazenzela imibhinqo .
(src)="b.GEN.3.8.1"> Die avond hoorden zij de HERE God door de hof wandelen en zij verborgen zich snel tussen de bomen .
(trg)="b.GEN.3.8.1"> Basiva isandi sikaYehova uThixo , ehamba emyezweni empepheni yasemini ; basuka bazimela uAdam nomkakhe ebusweni bukaYehova uThixo , phakathi kwemithi yomyezo .
(src)="b.GEN.3.9.1"> De HERE God riep : " Adam , waar ben je ? "
(trg)="b.GEN.3.9.1"> UYehova uThixo wambiza uAdam , wathi kuye , Uphi na ?
(src)="b.GEN.3.10.1"> Adam antwoordde benepen : " Ik hoorde U en toen werd ik bang , want ik wilde niet dat U mij naakt zou zien .
(src)="b.GEN.3.10.2"> Daarom verstopte ik me . "
(trg)="b.GEN.3.10.1"> Wathi yena , Ndive isandi sakho emyezweni , ndasuka ndoyika , ngokuba ndihamba ze ; ndazimela .
(src)="b.GEN.3.11.1"> " Wie heeft je verteld dat je naakt bent ? " vroeg de HERE God .
(src)="b.GEN.3.11.2"> " Of heb je soms gegeten van de boom waarvoor Ik jullie had gewaarschuwd ? "
(trg)="b.GEN.3.11.1"> Wathi , Uxelelwe ngubani na , ukuba uhamba ze ?
(trg)="b.GEN.3.11.2"> Udlile na kuwo umthi , endakuwisela umthetho ngawo , ndathi , Uze ungadli kuwo ?
(src)="b.GEN.3.12.1"> " Ja " , bekende Adam , " maar de vrouw die U mij hebt gegeven , heeft de schuld .
(src)="b.GEN.3.12.2"> Zij heeft mij ervan gegeven en toen heb ik ervan gegeten . "
(trg)="b.GEN.3.12.1"> Wathi uAdam , Umfazi owandinikayo ukuba abe nam , nguye ondinikileyo kuwo umthi , ndadla ke .
(src)="b.GEN.3.13.1"> De HERE God wendde Zich tot de vrouw en vroeg : " Hoe kon je dat nu doen ? "
(src)="b.GEN.3.13.2"> Maar ook zij schoof de schuld van zich af .
(src)="b.GEN.3.13.3"> " De slang heeft mij bedrogen en verleid " , zei zij .
(trg)="b.GEN.3.13.1"> Wathi uYehova uThixo kumfazi , Yintoni na le nto uyenzileyo ?
(trg)="b.GEN.3.13.2"> Wathi umfazi , Inyoka indilukuhlile , ndadla ke .
(src)="b.GEN.3.14.1"> Toen zei de HERE God tegen de slang : " Ik zal je hiervoor straffen .
(src)="b.GEN.3.14.2"> Onder alle dieren op aarde zul jij een vervloekte zijn !
(src)="b.GEN.3.14.3"> Je hele verdere leven zul je op je buik door het stof kruipen .
(trg)="b.GEN.3.14.1"> Wathi uYehova uThixo kwinyoka , Ngokuba uyenzile le nto , uqalekisiwe wena ngaphezu kwezinto zonke ezizitho zine , neento zonke eziphilileyo zasendle ; uya kuhamba ngesisu , udle uthuli , yonke imihla yobomi bakho .
(src)="b.GEN.3.15.1"> De vrouw en jij , en al jullie nakomelingen , zullen voortaan vijanden zijn .
(src)="b.GEN.3.15.2"> Eén van haar nakomelingen zal je de kop vermorzelen en jij zult zijn hiel verbrijzelen . "
(trg)="b.GEN.3.15.1"> Ndiya kumisa ubutshaba phakathi kwakho nomfazi , naphakathi kwembewu yakho nembewu yakhe ; yona iya kukutyumza intloko , wena uya kuyityumza isithende .
(src)="b.GEN.3.16.1"> Na die woorden zei God tegen de vrouw : " Voortaan zul je met veel pijn en moeite kinderen krijgen .
(src)="b.GEN.3.16.2"> Je zult verlangen naar je man en hij zal jouw meester zijn ! "
(trg)="b.GEN.3.16.1"> Wathi kumfazi , Ndiya kukwandisa kakhulu ukubulaleka kwakho ekumitheni , uzale abantwana unembulaleko ; inkanuko yakho ibe sendodeni yakho , ikulawule yona .
(src)="b.GEN.3.17.1"> Tegen Adam zei Hij : " Omdat je naar je vrouw hebt geluisterd en ondanks mijn waarschuwing toch van de boom hebt gegeten , zal Ik de aardbodem vervloeken .
(src)="b.GEN.3.17.2"> Voortaan zul je hard moeten werken om in leven te blijven .
(trg)="b.GEN.3.17.1"> KuAdam wathi , Ngokuba uphulaphule izwi lomkakho , wadla kuwo umthi endakuwisela umthetho ngawo , ndathi , Uze ungadli kuwo , uqalekisiwe umhlaba ngenxa yakho ; uya kudla kuwo ubulaleka , yonke imihla yobomi bakho .
(src)="b.GEN.3.18.1"> Er zullen dorens en distels groeien en je zult de gewassen van het veld eten .
(trg)="b.GEN.3.18.1"> Uya kukuntshulela imithana enameva neenkunzane , udle umfuno wasendle .
(src)="b.GEN.3.19.1"> Tot de dag van je dood zul je zwetend het land bewerken om te kunnen leven .
(src)="b.GEN.3.19.2"> Dan zal je lichaam vergaan tot het stof van de aarde .
(src)="b.GEN.3.19.3"> Want uit stof ben je gemaakt en tot stof zul je weer worden . "
(trg)="b.GEN.3.19.1"> Uya kudla ukudla kokubila kobuso bakho , ude ubuyele emhlabeni kobuso bakho , ude ubuyele emhlabeni , kuba uthatyathwe kuwo ; ngokuba uluthuli , uya kubuyela kwaseluthulini .
(src)="b.GEN.3.20.1"> En de man noemde zijn vrouw Eva , moeder van alle levenden , omdat uit haar alle mensen zouden worden geboren .
(trg)="b.GEN.3.20.1"> UAdam walibiza igama lomkakhe ngokuthi nguEva , ngokuba yena engunina wabaphilileyo bonke .
(src)="b.GEN.3.21.1"> De HERE God maakte van dierehuid kleding voor Adam en zijn vrouw .
(trg)="b.GEN.3.21.1"> UYehova uThixo wabenzela iingubo zezintsu uAdam nomkakhe , wabambathisa .
(src)="b.GEN.3.22.1"> " Door te eten van de boom van de kennis van goed en kwaad is de mens gelijk geworden aan één van Ons .
(src)="b.GEN.3.22.2"> Als hij nu van de boom van het leven eet , zal hij ook nog voor altijd leven " , vond de HERE God .
(trg)="b.GEN.3.22.1"> Wathi uYehova uThixo , Yabonani , umntu usuke waba njengomnye wethu , ukwazi okulungileyo nokubi ; hleze ke olule isandla sakhe , athabathe nakuwo umthi wobomi , adle , aphile ngonaphakade :
(src)="b.GEN.3.23.1"> Daarom verbande Hij de mens voor altijd uit de hof van Eden en stuurde hem weg om het land te bewerken , waaruit hij was voortgekomen .
(trg)="b.GEN.3.23.1"> uYehova uThixo wamndulula emyezweni we-Eden , ukuba asebenze umhlaba abethatyathwe kuwo .
(src)="b.GEN.3.24.1"> God verdreef de mens en plaatste een engel met een vlammend zwaard ten oosten van de hof om de toegang tot de boom van het leven te bewaken .
(trg)="b.GEN.3.24.1"> Wamgxotha ke umntu ; wamisa ngasempumalanga kuwo umyezo we-Eden iikerubhi , nelangatye lekrele elijikajikayo lokugcina indlela eya emthini wobomi .
(src)="b.GEN.4.1.1"> Adam had gemeenschap met Eva en zij raakte in verwachting .
(src)="b.GEN.4.1.2"> De zoon die werd geboren , noemden zij Kaïn .
(src)="b.GEN.4.1.3"> " Want " , zei Eva , " met hulp van de HERE heb ik een man ter wereld gebracht . "
(trg)="b.GEN.4.1.1"> Ke kaloku uAdam wamazi uEva umkakhe ; wamitha wazala uKayin , wathi , Ndizuze indoda ngoYehova .
(src)="b.GEN.4.2.1"> Hun volgende kind was ook een zoon , Abel .
(src)="b.GEN.4.2.2"> Abel werd schaapherder en Kaïn legde zich toe op de landbouw .
(trg)="b.GEN.4.2.1"> Waphinda wazala umninawa wakhe , uAbheli ; uAbheli waba ngumalusi wezimvu , uKayin waba ngumsebenzi womhlaba .
(src)="b.GEN.4.3.1"> Na verloop van tijd brachten Kaïn en Abel beiden een offer aan de HERE .
(src)="b.GEN.4.3.2"> Kaïn een deel van zijn oogst , maar Abel bracht van het beste van zijn kudde , ook het vet .
(src)="b.GEN.4.3.3"> De HERE accepteerde het offer van Abel ,
(trg)="b.GEN.4.3.1"> Kwathi ekupheleni kwamihla ithile , uKayin wathabatha eziqhameni zomhlaba , wazisa umnikelo kuYehova .
(src)="b.GEN.4.5.1"> maar dat van Kaïn niet .
(src)="b.GEN.4.5.2"> Kaïn voelde zich vernederd en werd boos .
(src)="b.GEN.4.5.3"> Zijn gezicht vertrok van woede .
(trg)="b.GEN.4.5.1"> Akambheka uKayin nomnikelo wakhe .
(trg)="b.GEN.4.5.2"> Waqumba kunene uKayin , basangana ubuso bakhe .
(src)="b.GEN.4.6.1"> " Waarom ben je boos ? " vroeg de HERE hem .
(src)="b.GEN.4.6.2"> " Waarom trek je zo'n kwaad gezicht ?
(trg)="b.GEN.4.6.1"> Wathi uYehova kuKayin , Yini na ukuba uqumbe , yini na ukuba busangane ubuso bakhe ?
(src)="b.GEN.4.7.1"> Je zou vrolijk kunnen kijken als je maar doet wat goed is .
(src)="b.GEN.4.7.2"> Maar als je weigert te gehoorzamen , moet je oppassen .
(src)="b.GEN.4.7.3"> Want de zonde ligt op de loer , klaar om je leven te vernietigen .
(src)="b.GEN.4.7.4"> Als je wilt , kun je hem echter overwinnen . "
(trg)="b.GEN.4.7.1"> Ukuba uthe walungisa , abuyi kuswabuluka ubuso yini na ?
(trg)="b.GEN.4.7.2"> Ukuba uthe akwalungisa , isono sibuthumile ngasesangweni , singxamele wena ; ke wena , silawule .
(src)="b.GEN.4.8.1"> Op een dag stelde Kaïn Abel voor de velden in te gaan .
(src)="b.GEN.4.8.2"> Toen ze daar samen liepen , overmeesterde Kaïn zijn broer en vermoordde hem .
(trg)="b.GEN.4.8.1"> Wathetha uKayin noAbheli umninawa wakhe , kwathi besendle , wesuka uKayin wamvunukela uAbheli umninawa wakhe , wambulala .
(src)="b.GEN.4.9.1"> Maar kort daarna vroeg de HERE aan Kaïn : " Waar is je broer ?
(src)="b.GEN.4.9.2"> Waar is Abel ? "
(src)="b.GEN.4.9.3"> " Hoe weet ik dat nu ? " antwoordde Kaïn ontwijkend .
(src)="b.GEN.4.9.4"> " Moet ik dan altijd op hem passen ? "
(trg)="b.GEN.4.9.1"> Wathi uYehova kuKayin , Uphi na uAbheli , umninawa wakho ?
(trg)="b.GEN.4.9.2"> Wathi yena , Andazi ; ndingumgcini womninawa wam , yini na ?
(src)="b.GEN.4.10.1"> Maar de HERE zei : " Wat heb je gedaan ?
(src)="b.GEN.4.10.2"> Het bloed van je broer roept naar Mij vanaf de aarde !
(trg)="b.GEN.4.10.1"> Wathi , Wenze ntoni na ?
(trg)="b.GEN.4.10.2"> Izwi legazi lomninawa wakho liyakhala emhlabeni kum .
(src)="b.GEN.4.11.1"> Van nu af aan verban Ik je van de grond , waarop het bloed van je broer heeft gevloeid .
(trg)="b.GEN.4.11.1"> Ngoko uqalekisiwe emhlabeni , owakhamise umlomo wawo ukuba ulithabathe igazi lomninawa wakho esandleni sakho .
(src)="b.GEN.4.12.1"> Hoe je ook zwoegt en ploetert , de aarde zal je nooit voldoende opleveren .
(src)="b.GEN.4.12.2"> Voortaan zul je een vluchteling zijn , die van de ene naar de andere plaats zwerft . "
(trg)="b.GEN.4.12.1"> Xenikweni uwusebenzayo umhlaba , awusayi kuphinda ukunike amandla awo ; uya kubhadula uphalaphale ehlabathini .
(src)="b.GEN.4.13.1"> " Deze straf is zwaarder dan ik kan dragen ! " protesteerde Kaïn .
(trg)="b.GEN.4.13.1"> Wathi uKayin kuYehova , ityala lam likhulu ngokungenakuthwalwa .
(src)="b.GEN.4.14.1"> " U verjaagt mij van mijn grond en uit Uw nabijheid .
(src)="b.GEN.4.14.2"> U maakt mij een dakloze zwerver en ieder die mij ziet , zal proberen mij te doden ! "
(trg)="b.GEN.4.14.1"> Yabona , undigxdothile namhla phezu komhlaba ; ndiya kusithela nasebusweni bakho , ndibhadule ndiphalaphale ehlabathini bathi bonke abantu abandifumanayo bandibulale .
(src)="b.GEN.4.15.1"> Maar de HERE antwoordde : " Niemand zal je doden , want degene die dat doet , zal Ik zevenmaal zwaarder straffen dan Ik jou heb gedaan . "
(src)="b.GEN.4.15.2"> En de HERE plaatste een merkteken op Kaïn als waarschuwing aan anderen dat ze hem niet mochten doden .
(trg)="b.GEN.4.15.1"> Wathi uYehova kuye , xa kunjalo , bonke ababulala uKayin kophindezelwa kubo kasixhenxe .
(trg)="b.GEN.4.15.2"> UYehova wammisela uKayin umqondiso , ukuze bonke abamfumanayo bangamsiki .
(src)="b.GEN.4.16.1"> Zo verliet Kaïn de HERE en vestigde zich in het land Nod , ten oosten van Eden .
(trg)="b.GEN.4.16.1"> Waphuma uKayin , wemka ebusweni bukaYehova ; wahlala ezweni lakwaKuphalaphala phambi kwe-Eden .
(src)="b.GEN.4.17.1"> Kaïns vrouw raakte in verwachting en kreeg een zoon , Henoch .
(src)="b.GEN.4.17.2"> Toen Kaïn een stad stichtte , noemde hij die stad ook Henoch , naar zijn zoon .
(trg)="b.GEN.4.17.1"> UKayin wamazi umkakhe , wamitha , wazala uEnoki .
(trg)="b.GEN.4.17.2"> Wakha umzi , wawuthiya loo mzi ngegama lonyana wakhe uEnoki .
(src)="b.GEN.4.18.1"> Henoch was de vader van Irad ; Irad was de vader van Mehujaël ; de zoon van Mehujaël was Methusaël ; Methusaël was de vader van Lamech .
(trg)="b.GEN.4.18.1"> UEnoki wazalelwa uIradi ; uIradi wazala uMehuyaheli ; uMehuyaheli wazala uMetusaheli ; uMetusaheli wazala uLameki .
(src)="b.GEN.4.19.1"> Lamech trouwde twee vrouwen : Ada en Zilla .
(trg)="b.GEN.4.19.1"> ULameki wazeka abafazi ababini ; igama lomnye belinguAda , igama lowesibini belinguZila .
(src)="b.GEN.4.20.1"> Ada kreeg een zoon , Jabal .
(src)="b.GEN.4.20.2"> Hij werd de vader van de veehoeders en de mensen , die in tenten wonen .
(trg)="b.GEN.4.20.1"> UAda wazala uYabhali yena waba nguyise wabahlala ezintenteni , nabafuyileyo .
(src)="b.GEN.4.21.1"> Zijn broer heette Jubal en werd vader van allen , die de citer en de fluit bespelen .
(trg)="b.GEN.4.21.1"> Igama lomninawa wakhe belinguYubhali ; yena waba nguyise wabo bonke abaphatha uhadi nogwali .
(src)="b.GEN.4.22.1"> Lamechs tweede vrouw , Zilla , kreeg een zoon met de naam Tubal-Kaïn .
(src)="b.GEN.4.22.2"> Hij legde zich toe op de metaalbewerking en werd de vader van de smeden .
(src)="b.GEN.4.22.3"> Zijn zuster heette Naäma .
(trg)="b.GEN.4.22.1"> UZila uthe naye wazala uTubhalekayin , obekhanda yonke impahla enobukhali yobhedu nesinyithi ; udade woTubhalekayin ebenguNahama .
(src)="b.GEN.4.23.1"> Op een dag riep Lamech zijn vrouwen bij zich en zei : " Luister , vrouwen !
(src)="b.GEN.4.23.2"> Een man , die mij verwondde en een jongen , die mij sloeg , doodde ik .
(trg)="b.GEN.4.23.1"> Wathi uLameki kubafazi bakhe , ada noZila , liveni ilizwi lam .
(trg)="b.GEN.4.23.2"> Bafazi bakaLameki , phulaphulani intetho yam .
(trg)="b.GEN.4.23.3"> Sendibulele indoda ngenxa yenxeba lam , nendodana ngenxa yomvumbo wam .
(src)="b.GEN.4.24.1"> Hij , die Kaïn doodt , wordt zevenmaal zo zwaar gestraft , maar de man die Lamech doodt , zal 77 maal zo zwaar worden gestraft . "
(trg)="b.GEN.4.24.1"> Xa uKayin aya kuphindezelwa kasixhenxe , Yena uLameki uya kuphindezelwa kamashumi osixhenxe anesixhenxe .
(src)="b.GEN.4.25.1"> Adam en Eva kregen later nog een zoon en noemden hem Seth .
(src)="b.GEN.4.25.2"> " Want " , zei Eva , " God heeft mij een zoon gegeven in de plaats van Abel , die door Kaïn werd vermoord . "
(trg)="b.GEN.4.25.1"> UAdam wabuya wamazi umkakhe , wazala unyana , wathi igama lakhe nguSete , kuba wathi , UThixo undimisele enye imbewu esikhundleni sika-Abheli owabulawa nguKayin .
(src)="b.GEN.4.26.1"> Seth groeide op en kreeg een zoon die hij Enos noemde .
(src)="b.GEN.4.26.2"> In die tijd begonnen de mensen de HERE God voor het eerst te aanbidden .
(trg)="b.GEN.4.26.1"> USete naye wazalelwa unyana , wathi igama lakhe nguEnoshe .
(trg)="b.GEN.4.26.2"> Kwaqalwa oko ukunqulwa igama likaYehova .