# nl/Dutch.xml.gz
# quw/Quichua-NT.xml.gz
(src)="b.MAT.1.1.1"> Abraham en David waren de belangrijkste voorouders van Jezus .
(trg)="b.MAT.1.1.1"> Jesucristo aillu quillca , Davidmanda mirai , David Abrahanmanda mirai .
(src)="b.MAT.1.2.1"> Abraham was de vader van Isaäk ; Isaäk de vader van Jakob ; Jakob de vader van Juda en zijn broers ;
(trg)="b.MAT.1.2.1"> Abrahamba churi Isac aca , Isacpa churi Jacob aca , Jacobpa churiuna Judá aca paihua uquiunandi .
(src)="b.MAT.1.3.1"> Juda was de vader van Perez en Zerah ( hun moeder heette Tamar ) .
(src)="b.MAT.1.3.2"> Perez was de vader van Hezron ; Hezron de vader van Ram ;
(trg)="b.MAT.1.3.1"> Judá churiuna Fares Zarandi aca , Tamarmanda llucshijguna , Farespa churi Esrom aca , Esromba churi Aram aca .
(src)="b.MAT.1.4.1"> Ram was de vader van Aminadab ; Aminadab de vader van Nahesson ;
(trg)="b.MAT.1.4.1"> Aramba churi Aminadab aca , Aminadabpa churi Naason aca , Naasomba churi Salmón aca .
(src)="b.MAT.1.5.1"> Nahesson was de vader van Salmon ; Salmon de vader van Boaz ( Rachab was zijn moeder ) .
(src)="b.MAT.1.5.2"> Boaz was de vader van Obed ( Obeds moeder was Ruth ) .
(trg)="b.MAT.1.5.1"> Salmomba churi Booz aca , Rahabmanda llucshij , Boozpa churi Obed aca , Rutmanda llucshij , Obedpa churi Isai aca .
(src)="b.MAT.1.6.1"> Obed was de vader van Isaï ; en Isaï de vader van David die koning werd .
(src)="b.MAT.1.6.2"> David was de vader van Salomo ( Salomo's moeder was de vrouw van Uria ) .
(trg)="b.MAT.1.6.1"> Isaihua churi rey apu David aca , rey apu Davidpa churi Salomón aca , Uriaspa huarmimanda llucshij .
(src)="b.MAT.1.7.1"> Salomo was de vader van Rehabeam ; Rehabeam de vader van Abia .
(trg)="b.MAT.1.7.1"> Salomomba churi Roboam aca , Roboamba churi Abías aca , Abíaspa churi Asa aca .
(src)="b.MAT.1.8.1"> Abia was de vader van Asa ; Asa de vader van Josafat ; Josafat de vader van Joram ;
(trg)="b.MAT.1.8.1"> Asajpa churi Josafat aca , Josafatpa churi Joram aca , Joramba churi Uzías aca .
(src)="b.MAT.1.9.1"> Joram was de vader van Uzzia ; Uzzia de vader van Jotham ; Jotham de vader van Achaz ; Achaz de vader van Hizkia ;
(trg)="b.MAT.1.9.1"> Uzíaspa churi Jotam aca , Jotamba churi Acaz aca , Acazpa churi Ezequías aca .
(src)="b.MAT.1.10.1"> Hizkia was de vader van Manasse ; Manasse de vader van Amon ; Amon de vader van Josia ;
(trg)="b.MAT.1.10.1"> Ezequíaspa churi Manases aca , Manasespa churi Amón aca , Amomba churi Josías aca .
(src)="b.MAT.1.11.1"> Josia was de vader van Jechonia en zijn broers , die geboren werden in de tijd van de verbanning naar Babel .
(trg)="b.MAT.1.11.1"> Josíaspa churiuna Jeconías aca paihua uquiunandi , Babilonia llactama apashca horas .
(src)="b.MAT.1.12.1"> Daarna werd Jechonia vader van een zoon , die Sealthiël heette .
(trg)="b.MAT.1.12.1"> Babiloniama apashca huasha , Jeconíaspa churi Salatiel aca , Salatielba churi Zorobabel aca .
(src)="b.MAT.1.13.1"> Sealthiël was de vader van Zerubabel ; Zerubabel de vader van Abiud ;
(trg)="b.MAT.1.13.1"> Zorobabelba churiuna Abiud aca , Eliaquindi , Eliaquimba churi Azor aca .
(src)="b.MAT.1.14.1"> Abiud was de vader van Eljakim ; Eljakim de vader van Azor ; Azor de vader van Zadok ; Zadok de vader van Achim ; Achim de vader van Eliud ;
(trg)="b.MAT.1.14.1"> Azorba churi Sadoc aca , Sadocpa churi Aquim aca , Aquimba churi Eliud aca .
(src)="b.MAT.1.15.1"> Eliud was de vader van Eleazar ; Eleazar de vader van Matthan ;
(trg)="b.MAT.1.15.1"> Eliudpa churi Eleazar aca , Eleazarba churi Matan aca , Matamba churi Jacob aca .
(src)="b.MAT.1.16.1"> Matthan was de vader van Jakob ; Jakob de vader van Jozef , die getrouwd was met Maria , de moeder van Jezus , die Christus genoemd wordt .
(trg)="b.MAT.1.16.1"> Jacobpa churi José aca , Josega María cari aca .
(trg)="b.MAT.1.16.2"> Maríamanda Cristo nishca Jesús pagarimuca .
(trg)="b.MAT.1.16.3"> Cristo Dios ajllashca nin .
(src)="b.MAT.1.17.1"> Van Abraham tot David zijn dus veertien generaties , van David tot de verbanning naar Babel ook veertien generaties , en van de verbanning tot de geboorte van Christus nog eens veertien generaties .
(trg)="b.MAT.1.17.1"> Shinajpi , Abrahanmanda Davidgama chunga chuscu cuti mirashcauna tianauca .
(trg)="b.MAT.1.17.2"> Davidmanda Babiloniama apanagama chunga chuscu miraiguna tiaca .
(trg)="b.MAT.1.17.3"> Babiloniama apashcamanda Cristogama chunga chuscu miraiguna aca .
(src)="b.MAT.1.18.1"> Aan de geboorte van Jezus Christus gingen enkele bijzondere gebeurtenissen vooraf .
(src)="b.MAT.1.18.2"> Toen Zijn moeder Maria met Jozef verloofd was ( en dus nog niet met hem samenwoonde ) bleek zij in verwachting te zijn door de Heilige Geest .
(trg)="b.MAT.1.18.1"> Jesucristo pagarina casnami aca .
(trg)="b.MAT.1.18.2"> Paihua mama María , Josehua pactachishca asha , manaraj llutarijllaira , huahuara tupaca icsai , Santo Espiritumanda .
(src)="b.MAT.1.19.1"> Jozef wilde de verloving verbreken .
(src)="b.MAT.1.19.2"> Maar omdat hij een goed man was , besloot hij het in stilte te doen om haar de schande te besparen .
(trg)="b.MAT.1.19.1"> Paihua cari José , ali shungu runa asha , huarmi ama manali rimashca achu nisha , pacalla pacalla paita saquinara iyaca .
(src)="b.MAT.1.20.1"> Terwijl hij hierover lag na te denken , kreeg hij een droom en zag een engel van God naast zich staan .
(src)="b.MAT.1.20.2"> " Jozef , zoon van David " , zei de engel , " u kunt gerust met Maria trouwen .
(trg)="b.MAT.1.20.1"> Casna iyasha tiaushcai , shu Diosmanda ángel paita ricurimuca , pai puñusha nuspaushcai .
(trg)="b.MAT.1.20.2"> Angel paita nica : José , Davidpa Churi , ama manzhaichu camba huarmi Mariara apingaj .
(trg)="b.MAT.1.20.3"> Paihua icsai tupashca huahuaga Santo Espiritumandami .
(src)="b.MAT.1.21.1"> Zij is in verwachting door de Heilige Geest .
(src)="b.MAT.1.21.2"> Zij zal een zoon krijgen , die u Jezus moet noemen .
(src)="b.MAT.1.21.3"> Dat betekent ' God redt ' .
(trg)="b.MAT.1.21.1"> Shu churira pagarichinga , paita shutichingui Jesús , paihua runaunara quishpichinga paiguna uchaunamanda .
(src)="b.MAT.1.22.1"> Want Hij zal Zijn volk redden van de zonden .
(src)="b.MAT.1.22.2"> Daardoor zal in vervulling gaan wat God door de profeet Jesaja heeft gezegd :
(trg)="b.MAT.1.22.1"> Cai tucui tucuca , Señorba rimashca shimiuna pactaringaj , profeta nishca Diosmanda rimaj rimashcasna .
(src)="b.MAT.1.23.1"> Een maagd zal een kind krijgen !
(src)="b.MAT.1.23.2"> En zij zal het kind Immanuël noemen .
(src)="b.MAT.1.23.3"> Dit betekent ' God is met ons . "
(trg)="b.MAT.1.23.1"> Shu huanra huarmi huahuara taringami , shu churira pagarichingami .
(trg)="b.MAT.1.23.2"> Paita Emanuel nishca shutichingui .
(trg)="b.MAT.1.23.3"> Cai shuti nin : Dios ñucanchihuami .
(src)="b.MAT.1.24.1"> Daarna werd Jozef wakker .
(trg)="b.MAT.1.24.1"> José pai nuspashcamanda lliccharisha Señorba ángel rimashcasna rasha , paihua huarmira apica .
(src)="b.MAT.1.25.1"> Hij deed wat de engel had gezegd en trouwde met Maria .
(src)="b.MAT.1.25.2"> Maar hij had geen gemeenschap met haar tot na de geboorte van het kind .
(src)="b.MAT.1.25.3"> En Jozef noemde Hem Jezus .
(trg)="b.MAT.1.25.1"> Shinasha , paihua mana llutaricachu ñaupa churi pagarina huashagama .
(trg)="b.MAT.1.25.2"> Paita shutichica JESÚS .
(src)="b.MAT.2.1.1"> Jezus werd geboren in Bethlehem in de provincie Judea .
(src)="b.MAT.2.1.2"> Koning Herodes was toen aan het bewind .
(src)="b.MAT.2.1.3"> In dezelfde tijd kwamen er enkele sterrenkundigen uit het oosten naar Jeruzalem .
(trg)="b.MAT.2.1.1"> Jesús Judea partii tiaj Belén llactai pagarimushca horas , Herodes rey apu tiashcai , indi llucshina partimanda huaquin yachajguna Jerusalenma shamunauca .
(src)="b.MAT.2.2.1"> " Waar kunnen wij de nieuwe koning van de Joden vinden ? " vroegen zij .
(src)="b.MAT.2.2.2"> " Want in ons land , ver in het oosten , hebben wij een bijzondere ster zien opgaan .
(src)="b.MAT.2.2.3"> Daardoor wisten wij dat de grote Joodse koning geboren was .
(src)="b.MAT.2.2.4"> Wij zijn gekomen om Hem eer te bewijzen . "
(trg)="b.MAT.2.2.1"> ¿ Maibira pagarishcai judioguna rey apu ? ninauca .
(trg)="b.MAT.2.2.2"> Paihua estrellasta ricushcanchi indi llucshina partii .
(trg)="b.MAT.2.2.3"> Paita adorangaj shamushcanchi .
(src)="b.MAT.2.3.1"> Toen koning Herodes dit hoorde , raakte hij in paniek .
(src)="b.MAT.2.3.2"> In de stad was de spanning voelbaar .
(trg)="b.MAT.2.3.1"> Herodes rey apuga caita uyasha turbarica , tucui Jerusalen llactandi .
(src)="b.MAT.2.4.1"> Hij riep de leidende priesters en de godsdienstleraars bijeen en vroeg of zij wisten waar de Christus zou worden geboren .
(trg)="b.MAT.2.4.1"> Herodes tucui sacerdote apuunara , runaunamanda yachaira yachachijgunaras cayasha , paigunara tapuca : ¿ Cristoga maibira pagarina acai ? nisha .
(src)="b.MAT.2.5.1"> " In Bethlehem " , antwoordden zij .
(src)="b.MAT.2.5.2"> " In Judea .
(src)="b.MAT.2.5.3"> Want de profeet Micha heeft geschreven :
(trg)="b.MAT.2.5.1"> Paiguna ninauca : Judeamanda Belembi ; Diosmanda rimaj casnami quillcashca :
(src)="b.MAT.2.6.1"> ' Bethlehem in Efratha , u bent één van de kleinste steden in Juda , maar toch zult u de geboorteplaats zijn van onze Koning , die mijn volk zal leiden . "
(trg)="b.MAT.2.6.1"> Can Belén , Judea partii tiaj , Judá apuunamanda mana yali ichillachu angui .
(trg)="b.MAT.2.6.2"> Canmanda shu pushaj runa llucshinga , ñuca aillu Israelda cuirangaj .
(src)="b.MAT.2.7.1"> Herodes liet de sterrenkundigen in het geheim bij zich komen .
(src)="b.MAT.2.7.2"> Na te hebben uitgehoord wanneer zij de ster voor het eerst hadden gezien , liet hij hen gaan en zei :
(trg)="b.MAT.2.7.1"> Shinajpi Herodes chi yachajgunara pacalla pacalla cayasha , paigunamanda ali tapucami estrellas ricurishca tiempora .
(src)="b.MAT.2.8.1"> " Ga naar Bethlehem en zoek het kind .
(src)="b.MAT.2.8.2"> Als u het hebt gevonden , kom dan terug om mij er alles over te vertellen .
(src)="b.MAT.2.8.3"> Want ik wil Hem ook eer gaan bewijzen . "
(trg)="b.MAT.2.8.1"> Paigunara cachaca Belén llactama , Chima richi , nisha , huahuamanda sumajlla tapuichi .
(trg)="b.MAT.2.8.2"> Paita tarishaga cuentahuaichi , ñuca shinallara shamusha huahuara adorangaj .
(src)="b.MAT.2.9.1"> Toen reisden de sterrenkundigen verder .
(src)="b.MAT.2.9.2"> Tot hun verrassing stond de bijzondere ster , die zij in het oosten hadden gezien , plotseling wéér aan de hemel .
(trg)="b.MAT.2.9.1"> Paiguna rey apura uyashca huasha rinaucami .
(trg)="b.MAT.2.9.2"> Indi llucshina partii ricushca estrellas paiguna ñaupajpi rica pactai ringama , shinajpi huahua tiaushca huasi ahuai shayarica .
(src)="b.MAT.2.10.1"> De ster ging voor hen uit en bleef stilstaan boven het huis waar het kind woonde .
(trg)="b.MAT.2.10.1"> Estrellasta ricusha cushiyanauca ashcara .
(src)="b.MAT.2.11.1"> Zij gingen naar binnen en vonden het kind en Zijn moeder Maria .
(src)="b.MAT.2.11.2"> Eerbiedig knielden zij voor Hem neer .
(src)="b.MAT.2.11.3"> Zij gaven Hem kostbare geschenken : goud , wierook en mirre .
(trg)="b.MAT.2.11.1"> Huasii icusha huahuara ricunauca paihua mama Mariandi .
(trg)="b.MAT.2.11.2"> Tuama urmasha , huahuara adoranauca .
(trg)="b.MAT.2.11.3"> Paiguna valijgunara pascasha , huahuara cunauca curiras , incienso nishca gusto asnaj ambiras , mirra nishca asnaj iraras .
(src)="b.MAT.2.12.1"> Maar zij gingen niet via Jeruzalem naar hun land terug .
(src)="b.MAT.2.12.2"> God had hen in een droom gewaarschuwd niet bij Herodes langs te gaan .
(src)="b.MAT.2.12.3"> Daarom kozen zij een andere weg .
(trg)="b.MAT.2.12.1"> Astaun , nuspashcaunai rimashca aca ama tigrangaj Herodesma , paiguna rinauca shu nambira .
(src)="b.MAT.2.13.1"> Nadat zij waren vertrokken , zag Jozef in een droom een engel van God .
(src)="b.MAT.2.13.2"> " Luister , Jozef " , zei hij .
(src)="b.MAT.2.13.3"> " Vlucht met het kind en Zijn moeder naar Egypte en blijf daar tot ik zeg dat u kunt terugkomen .
(src)="b.MAT.2.13.4"> Want Herodes zal alles doen om het kind te doden . "
(trg)="b.MAT.2.13.1"> Paiguna rishca huasha , shu Señormanda ángel ricurimuca Josema pai nuspashcaunai , paita nisha : Atari , huahuara paihua mamandi pushari , Egipto nishca llactama miticuiri .
(trg)="b.MAT.2.13.2"> Chihui chapai ñuca canda rimanagama .
(trg)="b.MAT.2.13.3"> Herodes huahuara mascangami huañuchingaj .
(src)="b.MAT.2.14.1"> Jozef stond meteen op en vertrok diezelfde nacht nog met Maria en het kind naar Egypte .
(src)="b.MAT.2.14.2"> Hij bleef daar tot Herodes gestorven was .
(trg)="b.MAT.2.14.1"> Pai lliccharisha , tuta huahuara paihua mamandi pushasha , Egipto llactama rinauca .
(src)="b.MAT.2.15.1"> Daarmee werden de woorden van de profeet Hosea werkelijkheid : " Toen Israël nog een kind was , hield Ik van hem als van een zoon en Ik haalde mijn zoon uit Egypte . "
(trg)="b.MAT.2.15.1"> Chihui tianauca Herodes huañunagama , Señor rimashcara pactachingaj , Diosmanda rimaj rimashcasna : Egiptomanda ñuca Churira cayacani .
(src)="b.MAT.2.16.1"> Herodes was woedend toen hij ontdekte dat de sterrenkundigen stiekem het land hadden verlaten .
(src)="b.MAT.2.16.2"> Hij stuurde een afdeling soldaten naar Bethlehem en liet daar alle jongetjes , jonger dan twee jaar , doden .
(src)="b.MAT.2.16.3"> Niet alleen in de stad zelf , maar ook in de omgeving .
(src)="b.MAT.2.16.4"> De sterrenkundigen hadden namelijk gezegd dat het ongeveer twee jaar geleden was dat zij de ster voor het eerst hadden gezien .
(trg)="b.MAT.2.16.1"> Shinajpi Herodes yachajguna paita umachinaupi ricusha , ashcara piñarisha , huahuaunara huañuchingaj cachaca , tucui ichilla cari huahuanara , ishqui huata tupumanda pishiunara , Belembi tiajgunara , chi rayai tiajgunaras , yachajguna rimashca tiempomanda yupasha .
(src)="b.MAT.2.17.1"> Zo gebeurde wat de profeet Jeremia al lang geleden had gezegd :
(trg)="b.MAT.2.17.1"> Chi horasllai Jeremías nishca Diosmanda rimaj rimashca shimi pactarica , pai nishca :
(src)="b.MAT.2.18.1"> " In Rama wordt bitter getreurd .
(src)="b.MAT.2.18.2"> Rachel huilt om haar kinderen en wil zich niet laten troosten .
(src)="b.MAT.2.18.3"> Er zijn geen kinderen meer over . "
(trg)="b.MAT.2.18.1"> Rama nishca llactai shimi uyarica , Atun caparina , atun huacai , atun llaquirina , Raquel paihua churiunamanda huacasha .
(trg)="b.MAT.2.18.2"> Cariyanara mana munacachu paiguna huañushcamanda .
(src)="b.MAT.2.19.1"> Na de dood van koning Herodes zag Jozef in een droom opnieuw een engel van God .
(trg)="b.MAT.2.19.1"> Shinashas , Herodes huañushca huasha , Señorba ángel cuti ricurimuca Josera pai nuspashcaunai , Egipto llactai .
(src)="b.MAT.2.20.1"> Hij zei : " Ga met het kind en Zijn moeder terug naar Israël .
(src)="b.MAT.2.20.2"> Want de mensen die Hem wilden doden , zijn gestorven . "
(trg)="b.MAT.2.20.1"> Atari , nica , huahuara paihua mamandi pushari , Israel llactara ri .
(trg)="b.MAT.2.20.2"> Huahuara huañuchingaj niuguna ña huañunaushcami .
(src)="b.MAT.2.21.1"> Jozef verliet met zijn gezin het land Egypte en ging naar Israël terug .
(src)="b.MAT.2.21.2"> Hij durfde echter niet naar Judea te gaan , omdat hij had gehoord dat Herodes ' zoon Archelaüs daar nu de macht in handen had .
(src)="b.MAT.2.21.3"> In een droom zei God hem naar de provincie Galilea te gaan .
(trg)="b.MAT.2.21.1"> Shinajpi atarica , huahuara paihua mamandi pushaca .
(trg)="b.MAT.2.21.2"> Israel llactama shamuca .
(src)="b.MAT.2.23.1"> Daar gingen zij wonen in het stadje Nazareth .
(src)="b.MAT.2.23.2"> Dat klopte met de woorden van de profeten , die hadden voorspeld dat de Messias ' Nazoreeër ' zou worden genoemd .
(trg)="b.MAT.2.23.1"> Nazaret nishca llactama pactamuca chihui tiangaj , Diosmanda rimajguna rimashcara pactachingaj , casna nisha : Pai Nazaret runa nishca anga .
(src)="b.MAT.3.1.1"> Terwijl zij nog in Nazareth woonden , begon Johannes de Doper te preken in de woestijn van Judea .
(trg)="b.MAT.3.1.1"> Chi punzhaunai Bautisaj Juan Judeai tiaj runa illashca partima rimaj shamuca .
(src)="b.MAT.3.2.1"> Hij riep iedereen toe : " Houd op met zondigen , want het Koninkrijk van de hemelen is vlakbij ! "
(trg)="b.MAT.3.2.1"> Arrepentirichi , nica , ahua pacha mandana mayanllayashcami .
(src)="b.MAT.3.3.1"> De profeet Jesaja doelde op deze man , toen hij honderden jaren eerder zei : " Luister !
(src)="b.MAT.3.3.2"> Ik hoor de stem van iemand die luidkeels roept : ' Baan voor de Here een weg in de wildernis ; maak een rechte en vlakke weg door de woestijn ' . "
(trg)="b.MAT.3.3.1"> Caimi Isaías nishca Diosmanda rimaj rimaushca , nisha : Caparij shimi , runa illashca partii caparisha : Señor purina nambira alichichi , paihua ñambiunara dirichuichi .
(src)="b.MAT.3.4.1"> Johannes droeg kleren van kameelhaar en had een leren riem om .
(src)="b.MAT.3.4.2"> Hij at sprinkhanen en honing van wilde bijen .
(trg)="b.MAT.3.4.1"> Juan camello nishca illmahua ahuashcara churarishca aca , cara chumbillinahua chumbillishca aca .
(trg)="b.MAT.3.4.2"> Atun ijiunara sacha mishquiras micuj aca .
(src)="b.MAT.3.5.1"> De mensen kwamen van alle kanten naar hem toe ; uit Jeruzalem , het Jordaandal en zelfs uit heel Judea .
(trg)="b.MAT.3.5.1"> Paihuajma shamunauca Jerusalenmanda tucui Judeamanda , tucui Jordan rayai tiaj partiunamanda .
(src)="b.MAT.3.6.1"> Ieder die zijn zonden beleed , werd door hem gedoopt in de rivier de Jordaan .
(trg)="b.MAT.3.6.1"> Juan paigunara bautisaca Jordan yacui , paiguna ucharashcaunara cuentajpi .
(src)="b.MAT.3.7.1"> Er kwamen ook verscheidene Farizeeërs en Sadduceeërs naar hem toe om zich te laten dopen .
(src)="b.MAT.3.7.2"> Toen hij hen zag , begon hij hun de les te lezen .
(src)="b.MAT.3.7.3"> " Stelletje listige slangen ! " riep hij .
(src)="b.MAT.3.7.4"> " Wie heeft u voor de wraak van God gewaarschuwd ?
(trg)="b.MAT.3.7.1"> Ashca fariseo nishcauna saduceo nishcaunandi paihuajma shamujta ricusha , Juan paigunara nica : Machacuimanda miraiguna , ¿ pi cangunara yachachica shamuj piñarishcamanda miticungaj ?
(src)="b.MAT.3.8.1"> Laat eerst maar eens in uw leven de gevolgen van de bekering zichtbaar worden .
(trg)="b.MAT.3.8.1"> Arrepentirina tonora raichi .
(src)="b.MAT.3.9.1"> Denk nou maar niet dat u vrijuit gaat omdat u Joden bent .
(src)="b.MAT.3.9.2"> Want God kan zelfs deze stenen in Joden veranderen .
(trg)="b.MAT.3.9.1"> Ama iyaichichu canguna quiquin shungüi ningaj : Abrahanga ñucanchi yaya , nisha .
(trg)="b.MAT.3.9.2"> Cangunara nini , Dios cai quiquin rumiunamanda churiunara Abrahambajta sicachinara ushanmi .
(src)="b.MAT.3.10.1"> De bijl van Gods oordeel ligt trouwens al onder de bomen .
(src)="b.MAT.3.10.2"> Elke boom die geen goede vruchten draagt , wordt omgehakt en verbrand .
(trg)="b.MAT.3.10.1"> Maspas , cunallara hachara churashcami yura sapii .
(trg)="b.MAT.3.10.2"> Chimanda maican yura mana ali muyura aparijpi cuchushca anga , ninai shitashca anga .
(src)="b.MAT.3.11.1"> Ik doop met water als teken van de bekering .
(src)="b.MAT.3.11.2"> Straks komt er Iemand , die veel belangrijker is dan ik .
(src)="b.MAT.3.11.3"> Ik ben het niet eens waard Zijn slaaf te zijn .
(src)="b.MAT.3.11.4"> Hij zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur .
(trg)="b.MAT.3.11.1"> Ñuca cierto pacha cangunara bautisauni yacui , arrepentirishcamanda .
(trg)="b.MAT.3.11.2"> Astaun ñuca huashai shamuj cangunara Santo Espiritui ninais bautisangami .
(trg)="b.MAT.3.11.3"> Ñucaga mana valijchu ani paihua zapatosllas apangaj .
(trg)="b.MAT.3.11.4"> Pai ñucamanda yali ushajmi .
(src)="b.MAT.3.12.1"> Hij staat klaar om het kaf van het koren te scheiden .
(src)="b.MAT.3.12.2"> Het koren zal Hij opslaan in de schuur .
(src)="b.MAT.3.12.3"> Maar het kaf zal Hij verbranden in een vuur dat nooit uitgaat . "
(trg)="b.MAT.3.12.1"> Paihua maquii huairachinara chariun , llushtina pambara pichangami , trigo muyura apingami huacachina huasii , carara rupachingami mana tucurij ninai .
(src)="b.MAT.3.13.1"> Jezus verliet Galilea en ging naar Johannes om Zich ook door hem in de Jordaan te laten dopen .
(trg)="b.MAT.3.13.1"> Shinajpi Galilea partimanda Jesús Jordanma shamuca Juanbajma , pai bautisai tucungaj .
(src)="b.MAT.3.14.1"> Maar Johannes wilde dat niet doen .
(src)="b.MAT.3.14.2"> " Ik moet door U worden gedoopt " , protesteerde hij , " in plaats van U door mij . "
(trg)="b.MAT.3.14.1"> Juanga mana munacachu .
(trg)="b.MAT.3.14.2"> Canmi ñucara bautisana angui , nica .
(trg)="b.MAT.3.14.3"> ¿ Astaun canzhu ñucajma shamungui ?
(src)="b.MAT.3.15.1"> " Toch wil Ik dat je Mij doopt " , antwoordde Jezus .
(src)="b.MAT.3.15.2"> " Want we moeten precies doen wat God van ons verlangt . "
(src)="b.MAT.3.15.3"> Toen doopte Johannes Hem .
(trg)="b.MAT.3.15.1"> Jesús paita cutipaca : Saquilla , ministirinmi ñucanchi tucui aliranara pactachingaj .
(trg)="b.MAT.3.15.2"> Shinajpi Juan lugarda cuca .
(src)="b.MAT.3.16.1"> Na gedoopt te zijn , klom Jezus meteen op de oever .
(src)="b.MAT.3.16.2"> De hemel scheurde open en Johannes zag dat de Geest van God in de vorm van een duif op Jezus neerdaalde .
(trg)="b.MAT.3.16.1"> Bautisashca huasha , Jesús yacumanda sicaca , shinajpi anua pacha pascarica .
(trg)="b.MAT.3.16.2"> Diospa Espiritura palomasna irgumujta ricuca , paihua ahuai shamucami .
(src)="b.MAT.3.17.1"> Een stem uit de hemel zei : " Dit is mijn geliefde Zoon ; Hij verheugt mijn hart . "
(trg)="b.MAT.3.17.1"> Shu shimi anua pachamanda uyarimuca nisha : Caimi ñuca llaquishca Churi , paihuajpi yapa cushi ani .
(src)="b.MAT.4.1.1"> Daarna werd Jezus door de Heilige Geest naar de woestijn geleid om door de duivel op de proef te worden gesteld .
(trg)="b.MAT.4.1.1"> Shinajpi Santo Espíritu Jesusta pushaca runa illashca partima , Supai Apu paita tentangaj .
(src)="b.MAT.4.2.1"> Hij bleef daar veertig dagen en veertig nachten .
(src)="b.MAT.4.2.2"> Al die tijd at Hij niet en tenslotte kreeg Hij honger .
(trg)="b.MAT.4.2.1"> Chuscu chunga punzhara , tutandi punzhandi sasishca huasha , mana micusha , Jesús yarcachica .
(src)="b.MAT.4.3.1"> De duivel kwam naar Hem toe en zei : " Verander deze stenen toch in brood .
(src)="b.MAT.4.3.2"> Dan is dat het bewijs dat U de Zoon van God bent . "
(trg)="b.MAT.4.3.1"> Supai paihuajma tentangaj shamusha , paita nica : Can Diospa Churi ashaga , cai rumiunara rimai : Tanda tucui , nisha .
(src)="b.MAT.4.4.1"> " Nee " , antwoordde Jezus , " want in de Boeken staat dat eten niet het belangrijkste is , maar dat echt leven bestaat uit het gehoorzamen van elk gebod van God . "
(trg)="b.MAT.4.4.1"> Jesús cutipasha nica : Quillcashcami tian : Mana tandallahua runa causangachu , astaun Dios tucui rimashca shimimandas .
(src)="b.MAT.4.5.1"> Toen nam de duivel Hem mee naar het dak van de tempel in Jeruzalem
(trg)="b.MAT.4.5.1"> Shinajpi Supai Apu paita Dios ajllashca llactama pushaca , templo nishca Diospa huasi ahua pundai paita shayachica .
(src)="b.MAT.4.6.1"> " Laat nu eens zien dat U de Zoon van God bent " , zei hij .
(src)="b.MAT.4.6.2"> " Spring naar beneden !
(src)="b.MAT.4.6.3"> Er staat immers in de Boeken dat God Zijn engelen zal sturen om U te beschermen .
(src)="b.MAT.4.6.4"> Die zullen er wel voor zorgen dat U niet te pletter valt . "
(trg)="b.MAT.4.6.1"> Paita nica : Can Diospa Churi ashaga , allpama urmai ; casna quillcashcami tian : Paihua angelgunara cambajma cachangami .
(trg)="b.MAT.4.6.2"> Shinallara , Canda apinaungami paiguna maquiunai , ama camba chaqui nijtaringaj rumii .
(src)="b.MAT.4.7.1"> Jezus antwoordde : " Er staat ook dat wij de Here , onze God , niet mogen uitdagen . "
(trg)="b.MAT.4.7.1"> Jesús paita cutipaca : Shinallara quillcashcami tian : Señorda camba Diosta ama tentanguichu .
(src)="b.MAT.4.8.1"> De duivel gaf het niet op en nam Hem mee naar een heel hoge berg .
(src)="b.MAT.4.8.2"> Hij liet Hem alle landen van de wereld zien , met al hun pracht en praal .
(trg)="b.MAT.4.8.1"> Cutillara , Supai Apu paita shu yapa ahua urcuma pushaca , chimanda tucui mundu llactaunara ricuchica paiguna sumajndi .
(src)="b.MAT.4.9.1"> " Dat zal ik U allemaal geven " , zei hij , " als U voor mij neerknielt en mij eert . "
(trg)="b.MAT.4.9.1"> Supai paita nica : Cai tucuira canda cushami can tuama urmasha ñucara adorajpi .
(src)="b.MAT.4.10.1"> " Ga weg , satan " , zei Jezus .
(src)="b.MAT.4.10.2"> " Er staat immers in de Boeken : ' Geef niemand anders eer dan de Here , uw God .
(src)="b.MAT.4.10.3"> Doe alleen wat Hij zegt . "
(trg)="b.MAT.4.10.1"> Shinajpi Jesús paita nica : Ri , Satanás , quillcashcami tian : Señorda camba Diosta adorana mangui , paulara sirvina mangui .
(src)="b.MAT.4.11.1"> De duivel liet Jezus met rust en ging weg .
(src)="b.MAT.4.11.2"> Toen wamen er engelen om voor Jezus te zorgen .
(trg)="b.MAT.4.11.1"> Shinajpi Supai Apu paita saquica .
(trg)="b.MAT.4.11.2"> Angelguna shamunauca , paita sirvinauca .
(src)="b.MAT.4.12.1"> Toen Jezus hoorde dat Johannes de Doper was gevangen genomen , ging Hij terug naar Nazareth in Galilea .
(trg)="b.MAT.4.12.1"> Jesús Juan chonda cularbi ishcashcara uyasha , Galileama tigraca .
(src)="b.MAT.4.13.1"> Niet lang daarna verhuisde Hij naar Kapernaüm , een stadje aan het meer van Galilea , in het gebied van Zebulon en Naftali .
(trg)="b.MAT.4.13.1"> Nazaret llactara saquisha , Capernaum nishca lamar patai tiaj llactama shamuca , chihui causauca .
(trg)="b.MAT.4.13.2"> Capernaum llacta Zabulón Neftalí nishca partiunai tian .
(src)="b.MAT.4.14.1"> Dat was in overeenstemming met wat de profeet Jesaja had gezegd :
(trg)="b.MAT.4.14.1"> Jesús caima shamuca Isaías nishca Diosmanda rimaj rimashcara pactachingaj , casna nisha :
(src)="b.MAT.4.15.1"> " Zoals Hij aanvankelijk smaad heeft gebracht over het land Zebulon en het land Naftali , brengt Hij later glorie naar de weg van de zee aan de andere zijde van de Jordaan , het woongebied van de heidenen .
(trg)="b.MAT.4.15.1"> Zabulón llactas , Neftalí llactas , lamar ñambii , Jordan huashai , gentil nishcauna Galilea partii ;
(src)="b.MAT.4.16.1"> Het volk dat in de duisternis voortgaat , zal een groot Licht zien ; een Licht , dat straalt over hen die in een land van dichte duisternis wonen . "
(trg)="b.MAT.4.16.1"> Llandu tutai tiarij runauna atun velara ricunauca .
(trg)="b.MAT.4.16.2"> Huañuna llandui tiarijgunara vela punzhayachicami .
(src)="b.MAT.4.17.1"> Van toen af begon Jezus de mensen in het openbaar toe te spreken .
(src)="b.MAT.4.17.2"> " U moet zich bekeren " , zei Hij , " want het Koninkrijk van de hemelen is dichtbij . "
(trg)="b.MAT.4.17.1"> Chi horasmanda pacha , Jesús yachachingaj callarica .
(trg)="b.MAT.4.17.2"> Rimai callarica : Arrepentirichi , nisha , ahua pacha mandana mayanllayashcami .
(src)="b.MAT.4.18.1"> Op een dag liep Hij langs het meer van Galilea en zag twee vissers hun net in het water gooien .
(src)="b.MAT.4.18.2"> Het waren twee broers : Simon ( ook wel Petrus genoemd ) en zijn broer Andreas .
(trg)="b.MAT.4.18.1"> Jesús , Galilea lamar rayai puriusha , ishquindi uquira ricuca , Pedro nishca Simón aca , paihua uqui Andresndi , licarinauca lamarbi .
(trg)="b.MAT.4.18.2"> Aichahuara apijguna anauca .
(src)="b.MAT.4.19.1"> Jezus zei tegen hen : " Ga met mij mee .
(src)="b.MAT.4.19.2"> Dan zal ik een ander soort vissers van jullie maken .
(src)="b.MAT.4.19.3"> Vissers die mensen voor Mij vangen . "
(trg)="b.MAT.4.19.1"> Paigunara nica : Ñucara catihuaichi , cangunara runara licajgunara rasha .
(src)="b.MAT.4.20.1"> Zij lieten meteen hun netten liggen en gingen met Hem mee .
(trg)="b.MAT.4.20.1"> Paiguna licaunara dsas saquisha , paita catinauca .
(src)="b.MAT.4.21.1"> Iets verderop zag Jezus nog twee broers : Jakobus en Johannes , de zonen van Zebedeüs .
(src)="b.MAT.4.21.2"> Zij zaten bij hun vader in de boot netten te repareren .
(src)="b.MAT.4.21.3"> Hij riep hen ook .
(trg)="b.MAT.4.21.1"> Chimanda rijpi , shu ishquindi uquira ricuca , Jacobo Zebedeo churi paihua uqui Juandi .
(trg)="b.MAT.4.21.2"> Paiguna yaya Zebedeohua canoai tianauca licaunara sirasha .
(trg)="b.MAT.4.21.3"> Jesús paigunara cayaca : Shamichi , nisha .
(src)="b.MAT.4.22.1"> Zij stapten uit de boot , lieten hun vader alleen achter en gingen met Jezus mee .
(trg)="b.MAT.4.22.1"> Paiguna dsaslla canoara yayaras saquisha , paita catinauca .
(src)="b.MAT.4.23.1"> Jezus trok door heel Galilea .
(src)="b.MAT.4.23.2"> Hij sprak in de synagogen en vertelde overal de blijde boodschap van het Koninkrijk .
(src)="b.MAT.4.23.3"> Hij genas de mensen van alle ziekten en kwalen .
(trg)="b.MAT.4.23.1"> Jesús tucui Galilea partiunama risha , paiguna tandarina huasiunai yachachisha , Dios mandana pacha ali shimira camachisha , tucui ungüigunaras tucui nanaigunaras alichisha purica .
(src)="b.MAT.4.24.1"> Het nieuws over Zijn daden ging door het hele land en bereikte zelfs heel Syrië .
(src)="b.MAT.4.24.2"> Van alle kanten werden ernstig zieke mensen bij Hem gebracht .
(src)="b.MAT.4.24.3"> Sommigen hadden boze geesten .
(src)="b.MAT.4.24.4"> Anderen leden aan vallende ziekte .
(src)="b.MAT.4.24.5"> Weer anderen waren verlamd .
(src)="b.MAT.4.24.6"> Maar wat zij ook hadden , Hij genas hen allemaal .
(trg)="b.MAT.4.24.1"> Paihua shuti uyarica tucui Siria nishca partiunai .
(trg)="b.MAT.4.24.2"> Paihuajma pushamunauca nanachijgunara , imahua ungusha tormendarishcaunaras , supai apishcaunaras , loco tucushcaunaras , suchu nishca mana purina ushajgunaras .
(trg)="b.MAT.4.24.3"> Paigunara alichica .
(src)="b.MAT.4.25.1"> Hij werd gevolgd door een menigte mensen .
(src)="b.MAT.4.25.2"> Zij kwamen uit Galilea , Dekapolis , Jeruzalem , Judea en het Overjordaanse .
(trg)="b.MAT.4.25.1"> Ashca runauna paita catimunauca , Galileamandas Decápolis nishca partimandas , Jerusalenmandas , Judeamandas , Jordan yacu chimbamandas .
(src)="b.MAT.5.1.1"> Op een dag , toen er weer heel veel mensen naar Hem toe kwamen , liep Jezus de berg op en ging zitten .
(src)="b.MAT.5.1.2"> Zijn discipelen kwamen bij Hem .
(trg)="b.MAT.5.1.1"> Jesús chi ashca runaunara ricusha , urcuma sicaca ; pai tiarijpi pai yachachishca runauna paihuajma shamunauca .
(src)="b.MAT.5.2.1"> Hij onderwees hun :
(trg)="b.MAT.5.2.1"> Jesús rimasha paigunara yachachica nisha :
(src)="b.MAT.5.3.1"> " Gelukkig zijn zij die nederig zijn , want het Koninkrijk van de hemelen is voor hen bestemd .
(trg)="b.MAT.5.3.1"> Cushiunami almai pugri anchi nijguna .
(trg)="b.MAT.5.3.2"> Paigunajmi ahua pacha mandana .
(src)="b.MAT.5.4.1"> Gelukkig zijn zij die verdriet hebben , want zij zullen getroost worden .
(trg)="b.MAT.5.4.1"> Cushiunami huacajguna , paiguna cushi tucunaungami .
(src)="b.MAT.5.5.1"> Gelukkig zijn de zachtmoedigen , want de aarde is voor hen .
(trg)="b.MAT.5.5.1"> Cushiunami mansouna , paiguna cai pachara cui tucunaungami .
(src)="b.MAT.5.6.1"> Gelukkig zijn de mensen die ernaar hunkeren dat Gods wil wordt uitgevoerd , want zij zullen volkomen tevreden worden gesteld .
(trg)="b.MAT.5.6.1"> Cushiunami alirangaj yarcachijguna upinaichijguna , sajsachisca anaunga .
(src)="b.MAT.5.7.1"> Gelukkig zijn de mensen met een liefdevol en helpend hart , want zij zullen zelf liefde ontmoeten en hulp ontvangen .
(trg)="b.MAT.5.7.1"> Cushiunami llaquij shunguyujguna , paiguna llaquishca tucunaungami .
(src)="b.MAT.5.8.1"> Gelukkig zijn de mensen die eerlijk en oprecht zijn , want zij zullen God zien .
(trg)="b.MAT.5.8.1"> Cushiunami chuyaj shunguuna , paiguna Diosta ricunaungami .
(src)="b.MAT.5.9.1"> Gelukkig zijn de mensen die vrede brengen , want zij zullen zonen van God worden genoemd .
(trg)="b.MAT.5.9.1"> Cushiunami macanaujpurara alichijguna , Diospa churiuna nishca anaunga .
(src)="b.MAT.5.10.1"> Gelukkig zijn de mensen die vervolgd worden omdat zij Gods wil doen , want het Koninkrijk van de hemelen is voor hen .
(trg)="b.MAT.5.10.1"> Cushiunami aliranamanda tormendachishcauna , paigunajmi ahua pacha mandana .
(src)="b.MAT.5.11.1"> Gelukkig bent u als u beledigingen , vervolgingen , leugens en laster te verdragen krijgt omdat u bij Mij hoort .
(trg)="b.MAT.5.11.1"> Cushiunami anguichi imahoras ñucamanda chijnishca tormendachishca asha , ima manaliras cangunamanda llullasha rimanaupi .