# la/Latin.xml.gz
# nl/Dutch.xml.gz


(src)="b.GEN.1.1.1">in principio creavit Deus caelum et terram
(trg)="b.GEN.1.1.1"> In het begin heeft God de hemelen en de aarde gemaakt .

(src)="b.GEN.1.2.1">terra autem erat inanis et vacua et tenebrae super faciem abyssi et spiritus Dei ferebatur super aquas
(trg)="b.GEN.1.2.1"> De aarde was woest en leeg en de Geest van God zweefde boven de watermassa .
(trg)="b.GEN.1.2.2"> Over de watermassa lag een diepe duisternis .

(src)="b.GEN.1.3.1">dixitque Deus fiat lux et facta est lux
(trg)="b.GEN.1.3.1"> Toen zei God : " Laat er licht zijn . "
(trg)="b.GEN.1.3.2"> En toen was er licht .

(src)="b.GEN.1.4.1">et vidit Deus lucem quod esset bona et divisit lucem ac tenebras
(trg)="b.GEN.1.4.1"> Het beviel God en Hij maakte een duidelijke scheiding tussen het licht en het donker .

(src)="b.GEN.1.5.1">appellavitque lucem diem et tenebras noctem factumque est vespere et mane dies unus
(trg)="b.GEN.1.5.1"> Het licht noemde Hij ' dag ' en het donker ' nacht ' .
(trg)="b.GEN.1.5.2"> Het werd avond en het werd weer morgen : de eerste dag .

(src)="b.GEN.1.6.1">dixit quoque Deus fiat firmamentum in medio aquarum et dividat aquas ab aquis
(trg)="b.GEN.1.6.1"> Toen zei God : " Laat de watermassa uit elkaar gaan , zodat de wolkenhemel en de zeeën worden gevormd . "

(src)="b.GEN.1.7.1">et fecit Deus firmamentum divisitque aquas quae erant sub firmamento ab his quae erant super firmamentum et factum est ita
(trg)="b.GEN.1.7.1"> Zo maakte God de wolkenhemel , door de watermassa te verdelen tussen hemel en aarde .

(src)="b.GEN.1.8.1">vocavitque Deus firmamentum caelum et factum est vespere et mane dies secundus
(trg)="b.GEN.1.8.1"> Het werd avond en het werd weer morgen : de tweede dag .

(src)="b.GEN.1.9.1">dixit vero Deus congregentur aquae quae sub caelo sunt in locum unum et appareat arida factumque est ita
(trg)="b.GEN.1.9.1"> Daarna zei God : " Laat het water onder de hemel samenstromen in zeeën en het droge land zichtbaar worden . "
(trg)="b.GEN.1.9.2"> En dat gebeurde .

(src)="b.GEN.1.10.1">et vocavit Deus aridam terram congregationesque aquarum appellavit maria et vidit Deus quod esset bonum
(trg)="b.GEN.1.10.1"> God noemde het droge land ' aarde ' en het samengestroomde water ' zeeën ' .
(trg)="b.GEN.1.10.2"> God zag dat het goed was .

(src)="b.GEN.1.11.1">et ait germinet terra herbam virentem et facientem semen et lignum pomiferum faciens fructum iuxta genus suum cuius semen in semet ipso sit super terram et factum est ita
(trg)="b.GEN.1.11.1"> En God zei : " Laten er allerlei gewassen , zaaddragende planten en vruchtbomen met zaad in hun vruchten op aarde groeien .

(src)="b.GEN.1.12.1">et protulit terra herbam virentem et adferentem semen iuxta genus suum lignumque faciens fructum et habens unumquodque sementem secundum speciem suam et vidit Deus quod esset bonum
(trg)="b.GEN.1.12.1"> De zaden zullen steeds weer planten en bomen voortbrengen . "
(trg)="b.GEN.1.12.2"> Dat gebeurde en ook nu was het goed , zag God .

(src)="b.GEN.1.13.1">factumque est vespere et mane dies tertius
(trg)="b.GEN.1.13.1"> Het werd avond en weer morgen : de derde dag .

(src)="b.GEN.1.14.1">dixit autem Deus fiant luminaria in firmamento caeli ut dividant diem ac noctem et sint in signa et tempora et dies et annos
(trg)="b.GEN.1.14.1"> Toen zei God : " Ik wil dat er heldere lichten aan de hemel verschijnen om de aarde te verlichten en het verschil tussen dag en nacht aan te geven .

(src)="b.GEN.1.15.1">ut luceant in firmamento caeli et inluminent terram et factum est ita
(trg)="b.GEN.1.15.1"> Die lichten zullen de vaste tijden regelen en de dagen en jaren aangeven . "
(trg)="b.GEN.1.15.2"> En zo gebeurde het .

(src)="b.GEN.1.16.1">fecitque Deus duo magna luminaria luminare maius ut praeesset diei et luminare minus ut praeesset nocti et stellas
(trg)="b.GEN.1.16.1"> God maakte twee grote lichten , de zon en de maan , die de aarde moesten verlichten .
(trg)="b.GEN.1.16.2"> Het grootste licht , de zon , beheerste de dag en het kleinere , de maan , beheerste de nacht .
(trg)="b.GEN.1.16.3"> Tegelijkertijd maakte God de sterren .

(src)="b.GEN.1.17.1">et posuit eas in firmamento caeli ut lucerent super terram
(trg)="b.GEN.1.17.1"> Hij plaatste de lichten aan de hemel om de aarde te verlichten ,

(src)="b.GEN.1.18.1">et praeessent diei ac nocti et dividerent lucem ac tenebras et vidit Deus quod esset bonum
(trg)="b.GEN.1.18.1"> dag en nacht aan te geven en het donker van het licht te scheiden .
(trg)="b.GEN.1.18.2"> God zag dat het goed was .

(src)="b.GEN.1.19.1">et factum est vespere et mane dies quartus
(trg)="b.GEN.1.19.1"> Dit alles gebeurde op de vierde dag .

(src)="b.GEN.1.20.1">dixit etiam Deus producant aquae reptile animae viventis et volatile super terram sub firmamento caeli
(trg)="b.GEN.1.20.1"> Vervolgens zei God : " Ik wil dat de zeeën wemelen van vis en ander leven en laat de lucht vol zijn met allerlei soorten vogels . "

(src)="b.GEN.1.21.1">creavitque Deus cete grandia et omnem animam viventem atque motabilem quam produxerant aquae in species suas et omne volatile secundum genus suum et vidit Deus quod esset bonum
(trg)="b.GEN.1.21.1"> Zo maakte God de grote zeedieren , allerlei vissen en vogels , elk naar hun eigen aard .
(trg)="b.GEN.1.21.2"> En Hij keek er met welgevallen naar en zegende ze .
(trg)="b.GEN.1.21.3"> " Vermenigvuldig je en bevolk de zeeën " , zei Hij tegen hen en tegen de vogels zei Hij : " Zorg dat jullie aantal groeit , zodat de aarde vol wordt . "

(src)="b.GEN.1.23.1">et factum est vespere et mane dies quintus
(trg)="b.GEN.1.23.1"> Nadat het avond was geweest , werd het weer morgen : de vijfde dag .

(src)="b.GEN.1.24.1">dixit quoque Deus producat terra animam viventem in genere suo iumenta et reptilia et bestias terrae secundum species suas factumque est ita
(trg)="b.GEN.1.24.1"> God zei toen : " Laat de aarde dieren voortbrengen ; vee , kruipende dieren en allerlei wilde dieren . "
(trg)="b.GEN.1.24.2"> En weer gebeurde wat Hij had gezegd .

(src)="b.GEN.1.25.1">et fecit Deus bestias terrae iuxta species suas et iumenta et omne reptile terrae in genere suo et vidit Deus quod esset bonum
(trg)="b.GEN.1.25.1"> God maakte alle soorten wilde dieren , vee en kruipende dieren , elk naar hun eigen soort .
(trg)="b.GEN.1.25.2"> God zag dat ook dat goed was .

(src)="b.GEN.1.26.1">et ait faciamus hominem ad imaginem et similitudinem nostram et praesit piscibus maris et volatilibus caeli et bestiis universaeque terrae omnique reptili quod movetur in terra
(trg)="b.GEN.1.26.1"> Toen zei God : " Laat Ons mensen maken die op Ons lijken en kunnen heersen over alle dieren op aarde , in de zeeën en in de lucht . "

(src)="b.GEN.1.27.1">et creavit Deus hominem ad imaginem suam ad imaginem Dei creavit illum masculum et feminam creavit eos
(trg)="b.GEN.1.27.1"> God schiep daarop de mens als Zijn evenbeeld .
(trg)="b.GEN.1.27.2"> Als man en vrouw schiep Hij hen .

(src)="b.GEN.1.28.1">benedixitque illis Deus et ait crescite et multiplicamini et replete terram et subicite eam et dominamini piscibus maris et volatilibus caeli et universis animantibus quae moventur super terram
(trg)="b.GEN.1.28.1"> God zegende hen en zei : " Vermenigvuldig je , bevolk de aarde en onderwerp haar .
(trg)="b.GEN.1.28.2"> Heers over de vissen , de vogels en alle andere dieren .

(src)="b.GEN.1.29.1">dixitque Deus ecce dedi vobis omnem herbam adferentem semen super terram et universa ligna quae habent in semet ipsis sementem generis sui ut sint vobis in escam
(trg)="b.GEN.1.29.1"> Kijk om je heen !
(trg)="b.GEN.1.29.2"> Overal op aarde staan zaaddragende planten en vruchtbomen , die Ik jullie tot voedsel geef .

(src)="b.GEN.1.30.1">et cunctis animantibus terrae omnique volucri caeli et universis quae moventur in terra et in quibus est anima vivens ut habeant ad vescendum et factum est ita
(trg)="b.GEN.1.30.1"> Al het gras en de planten heb Ik als voedsel aan de dieren en de vogels gegeven . "

(src)="b.GEN.1.31.1">viditque Deus cuncta quae fecit et erant valde bona et factum est vespere et mane dies sextus
(trg)="b.GEN.1.31.1"> Toen overzag God alles wat Hij gemaakt had en het was heel goed .
(trg)="b.GEN.1.31.2"> Zo eindigde de zesde dag .

(src)="b.GEN.2.1.1">igitur perfecti sunt caeli et terra et omnis ornatus eorum
(trg)="b.GEN.2.1.1"> Zo werden de hemelen en de aarde en alles wat leeft gemaakt .

(src)="b.GEN.2.2.1">conplevitque Deus die septimo opus suum quod fecerat et requievit die septimo ab universo opere quod patrarat
(trg)="b.GEN.2.2.1"> Op de zevende dag rustte God na afloop van Zijn scheppend werk .

(src)="b.GEN.2.3.1">et benedixit diei septimo et sanctificavit illum quia in ipso cessaverat ab omni opere suo quod creavit Deus ut faceret
(trg)="b.GEN.2.3.1"> Hij zegende die zevende dag en maakte hem tot een bijzondere , heilige dag , omdat Hij die dag Zijn scheppingswerk besloot .

(src)="b.GEN.2.4.1">istae generationes caeli et terrae quando creatae sunt in die quo fecit Dominus Deus caelum et terram
(trg)="b.GEN.2.4.1"> Dit is een samenvatting van het werk dat de HERE God verrichtte toen Hij de hemelen en de aarde heeft gemaakt .

(src)="b.GEN.2.5.1">et omne virgultum agri antequam oreretur in terra omnemque herbam regionis priusquam germinaret non enim pluerat Dominus Deus super terram et homo non erat qui operaretur terram
(trg)="b.GEN.2.5.1"> Er waren nog geen planten of gewassen opgekomen uit de aarde , omdat de HERE God het nog niet had laten regenen .
(trg)="b.GEN.2.5.2"> Ook was er nog niemand , die het land kon bewerken .

(src)="b.GEN.2.6.1">sed fons ascendebat e terra inrigans universam superficiem terrae
(trg)="b.GEN.2.6.1"> Er steeg echter een damp uit de aarde op , die het land bevochtigde .

(src)="b.GEN.2.7.1">formavit igitur Dominus Deus hominem de limo terrae et inspiravit in faciem eius spiraculum vitae et factus est homo in animam viventem
(trg)="b.GEN.2.7.1"> Toen vormde de HERE God het lichaam van de mens uit stof van de aarde en blies hem de levensadem in .
(trg)="b.GEN.2.7.2"> Zo werd de mens een levend wezen .

(src)="b.GEN.2.8.1">plantaverat autem Dominus Deus paradisum voluptatis a principio in quo posuit hominem quem formaverat
(trg)="b.GEN.2.8.1"> De HERE God plantte een hof in Eden , in het oosten en bracht de mens , die Hij had geschapen daarheen .

(src)="b.GEN.2.9.1">produxitque Dominus Deus de humo omne lignum pulchrum visu et ad vescendum suave lignum etiam vitae in medio paradisi lignumque scientiae boni et mali
(trg)="b.GEN.2.9.1"> In de hof plantte Hij prachtige fruitbomen .
(trg)="b.GEN.2.9.2"> Midden in de hof plaatste Hij de boom van het leven en de boom van de kennis van goed en kwaad .

(src)="b.GEN.2.10.1">et fluvius egrediebatur de loco voluptatis ad inrigandum paradisum qui inde dividitur in quattuor capita
(trg)="b.GEN.2.10.1"> Vanuit Eden vloeide een rivier door de hof , die hem vruchtbaar maakte en zich daar in vier rivieren splitste .

(src)="b.GEN.2.11.1">nomen uni Phison ipse est qui circuit omnem terram Evilat ubi nascitur aurum
(trg)="b.GEN.2.11.1"> Eén rivier heet de Pison en stroomt rond het land Havila , bekend om zijn goud , balsemhars en het edelgesteente chrysopraas .

(src)="b.GEN.2.13.1">et nomen fluvio secundo Geon ipse est qui circuit omnem terram Aethiopiae
(trg)="b.GEN.2.13.1"> De tweede rivier heet Gihon en stroomt door het land Ethiopië .

(src)="b.GEN.2.14.1">nomen vero fluminis tertii Tigris ipse vadit contra Assyrios fluvius autem quartus ipse est Eufrates
(trg)="b.GEN.2.14.1"> De derde rivier is de Tigris en stroomt naar het oosten van Assur .
(trg)="b.GEN.2.14.2"> De vierde rivier is de Eufraat .

(src)="b.GEN.2.15.1">tulit ergo Dominus Deus hominem et posuit eum in paradiso voluptatis ut operaretur et custodiret illum
(trg)="b.GEN.2.15.1"> De HERE God plaatste de mens in de hof van Eden om de zorg daarvan op zich te nemen en de hof te bewerken .

(src)="b.GEN.2.16.1">praecepitque ei dicens ex omni ligno paradisi comede
(trg)="b.GEN.2.16.1"> Maar Hij waarschuwde de mens : " Je mag van alle bomen in de hof eten , maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad .
(trg)="b.GEN.2.16.2"> Want als je daarvan eet , zul je zeker sterven . "

(src)="b.GEN.2.18.1">dixit quoque Dominus Deus non est bonum esse hominem solum faciamus ei adiutorium similem sui
(trg)="b.GEN.2.18.1"> En de HERE God zei : " Het is niet goed voor de mens alleen te zijn .
(trg)="b.GEN.2.18.2"> Ik zal iemand maken met wie hij zijn leven kan delen en die hem kan helpen . "

(src)="b.GEN.2.19.1">formatis igitur Dominus Deus de humo cunctis animantibus terrae et universis volatilibus caeli adduxit ea ad Adam ut videret quid vocaret ea omne enim quod vocavit Adam animae viventis ipsum est nomen eius
(trg)="b.GEN.2.19.1"> De HERE God maakte uit het stof dieren en vogels en bracht ze bij de mens om te zien hoe hij ze zou noemen .
(trg)="b.GEN.2.19.2"> De naam die hij koos , zou voor altijd hun naam blijven .
(trg)="b.GEN.2.19.3"> Maar geen van deze dieren was geschikt als helper voor Adam .

(src)="b.GEN.2.21.1">inmisit ergo Dominus Deus soporem in Adam cumque obdormisset tulit unam de costis eius et replevit carnem pro ea
(trg)="b.GEN.2.21.1"> Toen liet de HERE God Adam in een diepe slaap vallen , nam een rib uit zijn lichaam en sloot de plaats waaruit Hij de rib had genomen .

(src)="b.GEN.2.22.1">et aedificavit Dominus Deus costam quam tulerat de Adam in mulierem et adduxit eam ad Adam
(trg)="b.GEN.2.22.1"> Uit die rib maakte Hij een vrouw en Hij bracht haar bij de mens .

(src)="b.GEN.2.23.1">dixitque Adam hoc nunc os ex ossibus meis et caro de carne mea haec vocabitur virago quoniam de viro sumpta est
(trg)="b.GEN.2.23.1"> " Ja , dit is wat ik nodig had ! " riep Adam blij uit , " zij is echt een deel van mijn lichaam .
(trg)="b.GEN.2.23.2"> Ik zal haar mannin noemen , omdat zij is genomen uit de man . "

(src)="b.GEN.2.24.1">quam ob rem relinquet homo patrem suum et matrem et adherebit uxori suae et erunt duo in carne una
(trg)="b.GEN.2.24.1"> Dit verklaart waarom een man zijn vader en moeder verlaat , zich bij zijn vrouw voegt en werkelijk één met haar wordt .

(src)="b.GEN.2.25.1">erant autem uterque nudi Adam scilicet et uxor eius et non erubescebant
(trg)="b.GEN.2.25.1"> Hoewel de man en de vrouw allebei naakt waren , hinderde hen dat niet , want zij kenden geen schaamte .

(src)="b.GEN.3.1.1">sed et serpens erat callidior cunctis animantibus terrae quae fecerat Dominus Deus qui dixit ad mulierem cur praecepit vobis Deus ut non comederetis de omni ligno paradisi
(trg)="b.GEN.3.1.1"> De slang was listiger dan alle andere dieren , die de HERE God had gemaakt .
(trg)="b.GEN.3.1.2"> Hij zocht de vrouw op en vroeg : " God heeft jullie zeker wel verboden van de bomen in de hof te eten , hè ? "

(src)="b.GEN.3.2.1">cui respondit mulier de fructu lignorum quae sunt in paradiso vescemur
(trg)="b.GEN.3.2.1"> " Nee hoor " , antwoordde de vrouw , " wij mogen van alle bomen eten , behalve van die in het midden van de hof .
(trg)="b.GEN.3.2.2"> Wij mogen hem zelfs niet aanraken , want dan zullen wij sterven . "

(src)="b.GEN.3.4.1">dixit autem serpens ad mulierem nequaquam morte moriemini
(trg)="b.GEN.3.4.1"> " Dat is een leugen " , zei de slang , " je zult niet sterven .

(src)="b.GEN.3.5.1">scit enim Deus quod in quocumque die comederitis ex eo aperientur oculi vestri et eritis sicut dii scientes bonum et malum
(trg)="b.GEN.3.5.1"> God zegt dat alleen , omdat Hij weet dat jullie aan Hem gelijk zullen zijn als je daarvan eet .
(trg)="b.GEN.3.5.2"> Je ogen zullen open gaan en evenals God zul je het onderscheid kennen tussen goed en kwaad . "

(src)="b.GEN.3.6.1">vidit igitur mulier quod bonum esset lignum ad vescendum et pulchrum oculis aspectuque delectabile et tulit de fructu illius et comedit deditque viro suo qui comedit
(trg)="b.GEN.3.6.1"> De vrouw liet zich ompraten .
(trg)="b.GEN.3.6.2"> Zij keek naar de boom en zag dat de vrucht eetbaar was en er prachtig uitzag .
(trg)="b.GEN.3.6.3"> Die vrucht kon haar verstandig maken !
(trg)="b.GEN.3.6.4"> Ze plukte wat vruchten en at ervan .
(trg)="b.GEN.3.6.5"> Zij gaf ook haar man van de vruchten en hij at er ook van .

(src)="b.GEN.3.7.1">et aperti sunt oculi amborum cumque cognovissent esse se nudos consuerunt folia ficus et fecerunt sibi perizomata
(trg)="b.GEN.3.7.1"> Toen zij dat hadden gedaan , viel het hun opeens op dat ze naakt waren en zij schaamden zich .
(trg)="b.GEN.3.7.2"> Van bladeren van een vijgeboom maakten ze schortjes en hingen die om hun middel .

(src)="b.GEN.3.8.1">et cum audissent vocem Domini Dei deambulantis in paradiso ad auram post meridiem abscondit se Adam et uxor eius a facie Domini Dei in medio ligni paradisi
(trg)="b.GEN.3.8.1"> Die avond hoorden zij de HERE God door de hof wandelen en zij verborgen zich snel tussen de bomen .

(src)="b.GEN.3.9.1">vocavitque Dominus Deus Adam et dixit ei ubi es
(trg)="b.GEN.3.9.1"> De HERE God riep : " Adam , waar ben je ? "

(src)="b.GEN.3.10.1">qui ait vocem tuam audivi in paradiso et timui eo quod nudus essem et abscondi me
(trg)="b.GEN.3.10.1"> Adam antwoordde benepen : " Ik hoorde U en toen werd ik bang , want ik wilde niet dat U mij naakt zou zien .
(trg)="b.GEN.3.10.2"> Daarom verstopte ik me . "

(src)="b.GEN.3.11.1">cui dixit quis enim indicavit tibi quod nudus esses nisi quod ex ligno de quo tibi praeceperam ne comederes comedisti
(trg)="b.GEN.3.11.1"> " Wie heeft je verteld dat je naakt bent ? " vroeg de HERE God .
(trg)="b.GEN.3.11.2"> " Of heb je soms gegeten van de boom waarvoor Ik jullie had gewaarschuwd ? "

(src)="b.GEN.3.12.1">dixitque Adam mulier quam dedisti sociam mihi dedit mihi de ligno et comedi
(trg)="b.GEN.3.12.1"> " Ja " , bekende Adam , " maar de vrouw die U mij hebt gegeven , heeft de schuld .
(trg)="b.GEN.3.12.2"> Zij heeft mij ervan gegeven en toen heb ik ervan gegeten . "

(src)="b.GEN.3.13.1">et dixit Dominus Deus ad mulierem quare hoc fecisti quae respondit serpens decepit me et comedi
(trg)="b.GEN.3.13.1"> De HERE God wendde Zich tot de vrouw en vroeg : " Hoe kon je dat nu doen ? "
(trg)="b.GEN.3.13.2"> Maar ook zij schoof de schuld van zich af .
(trg)="b.GEN.3.13.3"> " De slang heeft mij bedrogen en verleid " , zei zij .

(src)="b.GEN.3.14.1">et ait Dominus Deus ad serpentem quia fecisti hoc maledictus es inter omnia animantia et bestias terrae super pectus tuum gradieris et terram comedes cunctis diebus vitae tuae
(trg)="b.GEN.3.14.1"> Toen zei de HERE God tegen de slang : " Ik zal je hiervoor straffen .
(trg)="b.GEN.3.14.2"> Onder alle dieren op aarde zul jij een vervloekte zijn !
(trg)="b.GEN.3.14.3"> Je hele verdere leven zul je op je buik door het stof kruipen .

(src)="b.GEN.3.15.1">inimicitias ponam inter te et mulierem et semen tuum et semen illius ipsa conteret caput tuum et tu insidiaberis calcaneo eius
(trg)="b.GEN.3.15.1"> De vrouw en jij , en al jullie nakomelingen , zullen voortaan vijanden zijn .
(trg)="b.GEN.3.15.2"> Eén van haar nakomelingen zal je de kop vermorzelen en jij zult zijn hiel verbrijzelen . "

(src)="b.GEN.3.16.1">mulieri quoque dixit multiplicabo aerumnas tuas et conceptus tuos in dolore paries filios et sub viri potestate eris et ipse dominabitur tui
(trg)="b.GEN.3.16.1"> Na die woorden zei God tegen de vrouw : " Voortaan zul je met veel pijn en moeite kinderen krijgen .
(trg)="b.GEN.3.16.2"> Je zult verlangen naar je man en hij zal jouw meester zijn ! "

(src)="b.GEN.3.17.1">ad Adam vero dixit quia audisti vocem uxoris tuae et comedisti de ligno ex quo praeceperam tibi ne comederes maledicta terra in opere tuo in laboribus comedes eam cunctis diebus vitae tuae
(trg)="b.GEN.3.17.1"> Tegen Adam zei Hij : " Omdat je naar je vrouw hebt geluisterd en ondanks mijn waarschuwing toch van de boom hebt gegeten , zal Ik de aardbodem vervloeken .
(trg)="b.GEN.3.17.2"> Voortaan zul je hard moeten werken om in leven te blijven .

(src)="b.GEN.3.18.1">spinas et tribulos germinabit tibi et comedes herbas terrae
(trg)="b.GEN.3.18.1"> Er zullen dorens en distels groeien en je zult de gewassen van het veld eten .

(src)="b.GEN.3.19.1">in sudore vultus tui vesceris pane donec revertaris in terram de qua sumptus es quia pulvis es et in pulverem reverteris
(trg)="b.GEN.3.19.1"> Tot de dag van je dood zul je zwetend het land bewerken om te kunnen leven .
(trg)="b.GEN.3.19.2"> Dan zal je lichaam vergaan tot het stof van de aarde .
(trg)="b.GEN.3.19.3"> Want uit stof ben je gemaakt en tot stof zul je weer worden . "

(src)="b.GEN.3.20.1">et vocavit Adam nomen uxoris suae Hava eo quod mater esset cunctorum viventium
(trg)="b.GEN.3.20.1"> En de man noemde zijn vrouw Eva , moeder van alle levenden , omdat uit haar alle mensen zouden worden geboren .

(src)="b.GEN.3.21.1">fecit quoque Dominus Deus Adam et uxori eius tunicas pellicias et induit eos
(trg)="b.GEN.3.21.1"> De HERE God maakte van dierehuid kleding voor Adam en zijn vrouw .

(src)="b.GEN.3.22.1">et ait ecce Adam factus est quasi unus ex nobis sciens bonum et malum nunc ergo ne forte mittat manum suam et sumat etiam de ligno vitae et comedat et vivat in aeternum
(trg)="b.GEN.3.22.1"> " Door te eten van de boom van de kennis van goed en kwaad is de mens gelijk geworden aan één van Ons .
(trg)="b.GEN.3.22.2"> Als hij nu van de boom van het leven eet , zal hij ook nog voor altijd leven " , vond de HERE God .

(src)="b.GEN.3.23.1">emisit eum Dominus Deus de paradiso voluptatis ut operaretur terram de qua sumptus est
(trg)="b.GEN.3.23.1"> Daarom verbande Hij de mens voor altijd uit de hof van Eden en stuurde hem weg om het land te bewerken , waaruit hij was voortgekomen .

(src)="b.GEN.3.24.1">eiecitque Adam et conlocavit ante paradisum voluptatis cherubin et flammeum gladium atque versatilem ad custodiendam viam ligni vitae
(trg)="b.GEN.3.24.1"> God verdreef de mens en plaatste een engel met een vlammend zwaard ten oosten van de hof om de toegang tot de boom van het leven te bewaken .

(src)="b.GEN.4.1.1">Adam vero cognovit Havam uxorem suam quae concepit et peperit Cain dicens possedi hominem per Dominum
(trg)="b.GEN.4.1.1"> Adam had gemeenschap met Eva en zij raakte in verwachting .
(trg)="b.GEN.4.1.2"> De zoon die werd geboren , noemden zij Kaïn .
(trg)="b.GEN.4.1.3"> " Want " , zei Eva , " met hulp van de HERE heb ik een man ter wereld gebracht . "

(src)="b.GEN.4.2.1">rursusque peperit fratrem eius Abel fuit autem Abel pastor ovium et Cain agricola
(trg)="b.GEN.4.2.1"> Hun volgende kind was ook een zoon , Abel .
(trg)="b.GEN.4.2.2"> Abel werd schaapherder en Kaïn legde zich toe op de landbouw .

(src)="b.GEN.4.3.1">factum est autem post multos dies ut offerret Cain de fructibus terrae munera Domino
(trg)="b.GEN.4.3.1"> Na verloop van tijd brachten Kaïn en Abel beiden een offer aan de HERE .
(trg)="b.GEN.4.3.2"> Kaïn een deel van zijn oogst , maar Abel bracht van het beste van zijn kudde , ook het vet .
(trg)="b.GEN.4.3.3"> De HERE accepteerde het offer van Abel ,

(src)="b.GEN.4.5.1">ad Cain vero et ad munera illius non respexit iratusque est Cain vehementer et concidit vultus eius
(trg)="b.GEN.4.5.1"> maar dat van Kaïn niet .
(trg)="b.GEN.4.5.2"> Kaïn voelde zich vernederd en werd boos .
(trg)="b.GEN.4.5.3"> Zijn gezicht vertrok van woede .

(src)="b.GEN.4.6.1">dixitque Dominus ad eum quare maestus es et cur concidit facies tua
(trg)="b.GEN.4.6.1"> " Waarom ben je boos ? " vroeg de HERE hem .
(trg)="b.GEN.4.6.2"> " Waarom trek je zo'n kwaad gezicht ?

(src)="b.GEN.4.7.1">nonne si bene egeris recipies sin autem male statim in foribus peccatum aderit sed sub te erit appetitus eius et tu dominaberis illius
(trg)="b.GEN.4.7.1"> Je zou vrolijk kunnen kijken als je maar doet wat goed is .
(trg)="b.GEN.4.7.2"> Maar als je weigert te gehoorzamen , moet je oppassen .
(trg)="b.GEN.4.7.3"> Want de zonde ligt op de loer , klaar om je leven te vernietigen .
(trg)="b.GEN.4.7.4"> Als je wilt , kun je hem echter overwinnen . "

(src)="b.GEN.4.8.1">dixitque Cain ad Abel fratrem suum egrediamur foras cumque essent in agro consurrexit Cain adversus Abel fratrem suum et interfecit eum
(trg)="b.GEN.4.8.1"> Op een dag stelde Kaïn Abel voor de velden in te gaan .
(trg)="b.GEN.4.8.2"> Toen ze daar samen liepen , overmeesterde Kaïn zijn broer en vermoordde hem .

(src)="b.GEN.4.9.1">et ait Dominus ad Cain ubi est Abel frater tuus qui respondit nescio num custos fratris mei sum
(trg)="b.GEN.4.9.1"> Maar kort daarna vroeg de HERE aan Kaïn : " Waar is je broer ?
(trg)="b.GEN.4.9.2"> Waar is Abel ? "
(trg)="b.GEN.4.9.3"> " Hoe weet ik dat nu ? " antwoordde Kaïn ontwijkend .
(trg)="b.GEN.4.9.4"> " Moet ik dan altijd op hem passen ? "

(src)="b.GEN.4.10.1">dixitque ad eum quid fecisti vox sanguinis fratris tui clamat ad me de terra
(trg)="b.GEN.4.10.1"> Maar de HERE zei : " Wat heb je gedaan ?
(trg)="b.GEN.4.10.2"> Het bloed van je broer roept naar Mij vanaf de aarde !

(src)="b.GEN.4.11.1">nunc igitur maledictus eris super terram quae aperuit os suum et suscepit sanguinem fratris tui de manu tua
(trg)="b.GEN.4.11.1"> Van nu af aan verban Ik je van de grond , waarop het bloed van je broer heeft gevloeid .

(src)="b.GEN.4.12.1">cum operatus fueris eam non dabit tibi fructus suos vagus et profugus eris super terram
(trg)="b.GEN.4.12.1"> Hoe je ook zwoegt en ploetert , de aarde zal je nooit voldoende opleveren .
(trg)="b.GEN.4.12.2"> Voortaan zul je een vluchteling zijn , die van de ene naar de andere plaats zwerft . "

(src)="b.GEN.4.13.1">dixitque Cain ad Dominum maior est iniquitas mea quam ut veniam merear
(trg)="b.GEN.4.13.1"> " Deze straf is zwaarder dan ik kan dragen ! " protesteerde Kaïn .

(src)="b.GEN.4.14.1">ecce eicis me hodie a facie terrae et a facie tua abscondar et ero vagus et profugus in terra omnis igitur qui invenerit me occidet me
(trg)="b.GEN.4.14.1"> " U verjaagt mij van mijn grond en uit Uw nabijheid .
(trg)="b.GEN.4.14.2"> U maakt mij een dakloze zwerver en ieder die mij ziet , zal proberen mij te doden ! "

(src)="b.GEN.4.15.1">dixitque ei Dominus nequaquam ita fiet sed omnis qui occiderit Cain septuplum punietur posuitque Dominus Cain signum ut non eum interficeret omnis qui invenisset eum
(trg)="b.GEN.4.15.1"> Maar de HERE antwoordde : " Niemand zal je doden , want degene die dat doet , zal Ik zevenmaal zwaarder straffen dan Ik jou heb gedaan . "
(trg)="b.GEN.4.15.2"> En de HERE plaatste een merkteken op Kaïn als waarschuwing aan anderen dat ze hem niet mochten doden .

(src)="b.GEN.4.16.1">egressusque Cain a facie Domini habitavit in terra profugus ad orientalem plagam Eden
(trg)="b.GEN.4.16.1"> Zo verliet Kaïn de HERE en vestigde zich in het land Nod , ten oosten van Eden .

(src)="b.GEN.4.17.1">cognovit autem Cain uxorem suam quae concepit et peperit Enoch et aedificavit civitatem vocavitque nomen eius ex nomine filii sui Enoch
(trg)="b.GEN.4.17.1"> Kaïns vrouw raakte in verwachting en kreeg een zoon , Henoch .
(trg)="b.GEN.4.17.2"> Toen Kaïn een stad stichtte , noemde hij die stad ook Henoch , naar zijn zoon .

(src)="b.GEN.4.18.1">porro Enoch genuit Irad et Irad genuit Maviahel et Maviahel genuit Matusahel et Matusahel genuit Lamech
(trg)="b.GEN.4.18.1"> Henoch was de vader van Irad ; Irad was de vader van Mehujaël ; de zoon van Mehujaël was Methusaël ; Methusaël was de vader van Lamech .

(src)="b.GEN.4.19.1">qui accepit uxores duas nomen uni Ada et nomen alteri Sella
(trg)="b.GEN.4.19.1"> Lamech trouwde twee vrouwen : Ada en Zilla .

(src)="b.GEN.4.20.1">genuitque Ada Iabel qui fuit pater habitantium in tentoriis atque pastorum
(trg)="b.GEN.4.20.1"> Ada kreeg een zoon , Jabal .
(trg)="b.GEN.4.20.2"> Hij werd de vader van de veehoeders en de mensen , die in tenten wonen .

(src)="b.GEN.4.21.1">et nomen fratris eius Iubal ipse fuit pater canentium cithara et organo
(trg)="b.GEN.4.21.1"> Zijn broer heette Jubal en werd vader van allen , die de citer en de fluit bespelen .

(src)="b.GEN.4.22.1">Sella quoque genuit Thubalcain qui fuit malleator et faber in cuncta opera aeris et ferri soror vero Thubalcain Noemma
(trg)="b.GEN.4.22.1"> Lamechs tweede vrouw , Zilla , kreeg een zoon met de naam Tubal-Kaïn .
(trg)="b.GEN.4.22.2"> Hij legde zich toe op de metaalbewerking en werd de vader van de smeden .
(trg)="b.GEN.4.22.3"> Zijn zuster heette Naäma .

(src)="b.GEN.4.23.1">dixitque Lamech uxoribus suis Adae et Sellae audite vocem meam uxores Lamech auscultate sermonem meum quoniam occidi virum in vulnus meum et adulescentulum in livorem meum
(trg)="b.GEN.4.23.1"> Op een dag riep Lamech zijn vrouwen bij zich en zei : " Luister , vrouwen !
(trg)="b.GEN.4.23.2"> Een man , die mij verwondde en een jongen , die mij sloeg , doodde ik .

(src)="b.GEN.4.24.1">septuplum ultio dabitur de Cain de Lamech vero septuagies septies
(trg)="b.GEN.4.24.1"> Hij , die Kaïn doodt , wordt zevenmaal zo zwaar gestraft , maar de man die Lamech doodt , zal 77 maal zo zwaar worden gestraft . "

(src)="b.GEN.4.25.1">cognovit quoque adhuc Adam uxorem suam et peperit filium vocavitque nomen eius Seth dicens posuit mihi Deus semen aliud pro Abel quem occidit Cain
(trg)="b.GEN.4.25.1"> Adam en Eva kregen later nog een zoon en noemden hem Seth .
(trg)="b.GEN.4.25.2"> " Want " , zei Eva , " God heeft mij een zoon gegeven in de plaats van Abel , die door Kaïn werd vermoord . "

(src)="b.GEN.4.26.1">sed et Seth natus est filius quem vocavit Enos iste coepit invocare nomen Domini
(trg)="b.GEN.4.26.1"> Seth groeide op en kreeg een zoon die hij Enos noemde .
(trg)="b.GEN.4.26.2"> In die tijd begonnen de mensen de HERE God voor het eerst te aanbidden .