# hr/Croatian.xml.gz
# nl/Dutch.xml.gz
(src)="b.GEN.1.1.1"> U početku stvori Bog nebo i zemlju .
(trg)="b.GEN.1.1.1"> In het begin heeft God de hemelen en de aarde gemaakt .
(src)="b.GEN.1.2.1"> Zemlja bijaše pusta i prazna ; tama se prostirala nad bezdanom i Duh Božji lebdio je nad vodama .
(trg)="b.GEN.1.2.1"> De aarde was woest en leeg en de Geest van God zweefde boven de watermassa .
(trg)="b.GEN.1.2.2"> Over de watermassa lag een diepe duisternis .
(src)="b.GEN.1.3.1"> I reče Bog : " Neka bude svjetlost ! "
(src)="b.GEN.1.3.2"> I bi svjetlost .
(trg)="b.GEN.1.3.1"> Toen zei God : " Laat er licht zijn . "
(trg)="b.GEN.1.3.2"> En toen was er licht .
(src)="b.GEN.1.4.1"> I vidje Bog da je svjetlost dobra ; i rastavi Bog svjetlost od tame .
(trg)="b.GEN.1.4.1"> Het beviel God en Hij maakte een duidelijke scheiding tussen het licht en het donker .
(src)="b.GEN.1.5.1"> Svjetlost prozva Bog dan , a tamu prozva noć .
(src)="b.GEN.1.5.2"> Tako bude večer , pa jutro - dan prvi .
(trg)="b.GEN.1.5.1"> Het licht noemde Hij ' dag ' en het donker ' nacht ' .
(trg)="b.GEN.1.5.2"> Het werd avond en het werd weer morgen : de eerste dag .
(src)="b.GEN.1.6.1"> I reče Bog : " Neka bude svod posred voda da dijeli vode od voda ! "
(src)="b.GEN.1.6.2"> I bi tako .
(trg)="b.GEN.1.6.1"> Toen zei God : " Laat de watermassa uit elkaar gaan , zodat de wolkenhemel en de zeeën worden gevormd . "
(src)="b.GEN.1.7.1"> Bog načini svod i vode pod svodom odijeli od voda nad svodom .
(trg)="b.GEN.1.7.1"> Zo maakte God de wolkenhemel , door de watermassa te verdelen tussen hemel en aarde .
(src)="b.GEN.1.8.1"> A svod prozva Bog nebo .
(src)="b.GEN.1.8.2"> Tako bude večer , pa jutro - dan drugi .
(trg)="b.GEN.1.8.1"> Het werd avond en het werd weer morgen : de tweede dag .
(src)="b.GEN.1.9.1"> I reče Bog : " Vode pod nebom neka se skupe na jedno mjesto i neka se pokaže kopno ! "
(src)="b.GEN.1.9.2"> I bi tako .
(trg)="b.GEN.1.9.1"> Daarna zei God : " Laat het water onder de hemel samenstromen in zeeën en het droge land zichtbaar worden . "
(trg)="b.GEN.1.9.2"> En dat gebeurde .
(src)="b.GEN.1.10.1"> Kopno prozva Bog zemlja , a skupljene vode mora .
(src)="b.GEN.1.10.2"> I vidje Bog da je dobro .
(trg)="b.GEN.1.10.1"> God noemde het droge land ' aarde ' en het samengestroomde water ' zeeën ' .
(trg)="b.GEN.1.10.2"> God zag dat het goed was .
(src)="b.GEN.1.11.1"> I reče Bog : " Neka proklija zemlja zelenilom - travom sjemenitom , stablima plodonosnim , koja , svako prema svojoj vrsti , na zemlji donose plod što u sebi nosi svoje sjeme .
(src)="b.GEN.1.11.2"> I bi tako .
(trg)="b.GEN.1.11.1"> En God zei : " Laten er allerlei gewassen , zaaddragende planten en vruchtbomen met zaad in hun vruchten op aarde groeien .
(src)="b.GEN.1.12.1"> I nikne iz zemlje zelena trava što se sjemeni , svaka prema svojoj vrsti , i stabla koja rode plodovima što u sebi nose svoje sjeme , svako prema svojoj vrsti .
(src)="b.GEN.1.12.2"> I vidje Bog da je dobro .
(trg)="b.GEN.1.12.1"> De zaden zullen steeds weer planten en bomen voortbrengen . "
(trg)="b.GEN.1.12.2"> Dat gebeurde en ook nu was het goed , zag God .
(src)="b.GEN.1.13.1"> Tako bude večer , pa jutro - dan treći .
(trg)="b.GEN.1.13.1"> Het werd avond en weer morgen : de derde dag .
(src)="b.GEN.1.14.1"> I reče Bog : " Neka budu svjetlila na svodu nebeskom da luče dan od noći , da budu znaci blagdanima , danima i godinama ,
(trg)="b.GEN.1.14.1"> Toen zei God : " Ik wil dat er heldere lichten aan de hemel verschijnen om de aarde te verlichten en het verschil tussen dag en nacht aan te geven .
(src)="b.GEN.1.15.1"> i neka svijetle na svodu nebeskom i rasvjetljuju zemlju ! "
(src)="b.GEN.1.15.2"> I bi tako .
(trg)="b.GEN.1.15.1"> Die lichten zullen de vaste tijden regelen en de dagen en jaren aangeven . "
(trg)="b.GEN.1.15.2"> En zo gebeurde het .
(src)="b.GEN.1.16.1"> I načini Bog dva velika svjetlila - veće da vlada danom , manje da vlada noću - i zvijezde .
(trg)="b.GEN.1.16.1"> God maakte twee grote lichten , de zon en de maan , die de aarde moesten verlichten .
(trg)="b.GEN.1.16.2"> Het grootste licht , de zon , beheerste de dag en het kleinere , de maan , beheerste de nacht .
(trg)="b.GEN.1.16.3"> Tegelijkertijd maakte God de sterren .
(src)="b.GEN.1.17.1"> I Bog ih postavi na svod nebeski da rasvjetljuju zemlju ,
(trg)="b.GEN.1.17.1"> Hij plaatste de lichten aan de hemel om de aarde te verlichten ,
(src)="b.GEN.1.18.1"> da vladaju danom i noću i da rastavljaju svjetlost od tame .
(src)="b.GEN.1.18.2"> I vidje Bog da je dobro .
(trg)="b.GEN.1.18.1"> dag en nacht aan te geven en het donker van het licht te scheiden .
(trg)="b.GEN.1.18.2"> God zag dat het goed was .
(src)="b.GEN.1.19.1"> Tako bude večer , pa jutro - dan četvrti .
(trg)="b.GEN.1.19.1"> Dit alles gebeurde op de vierde dag .
(src)="b.GEN.1.20.1"> I reče Bog : " Nek ' povrvi vodom vreva živih stvorova , i ptice nek ' polete nad zemljom , svodom nebeskim ! "
(src)="b.GEN.1.20.2"> I bi tako .
(trg)="b.GEN.1.20.1"> Vervolgens zei God : " Ik wil dat de zeeën wemelen van vis en ander leven en laat de lucht vol zijn met allerlei soorten vogels . "
(src)="b.GEN.1.21.1"> Stvori Bog morske grdosije i svakovrsne žive stvorove što mile i vrve vodom i ptice krilate svake vrste .
(src)="b.GEN.1.21.2"> I vidje Bog da je dobro .
(trg)="b.GEN.1.21.1"> Zo maakte God de grote zeedieren , allerlei vissen en vogels , elk naar hun eigen aard .
(trg)="b.GEN.1.21.2"> En Hij keek er met welgevallen naar en zegende ze .
(trg)="b.GEN.1.21.3"> " Vermenigvuldig je en bevolk de zeeën " , zei Hij tegen hen en tegen de vogels zei Hij : " Zorg dat jullie aantal groeit , zodat de aarde vol wordt . "
(src)="b.GEN.1.23.1"> Tako bude večer , pa jutro - dan peti .
(trg)="b.GEN.1.23.1"> Nadat het avond was geweest , werd het weer morgen : de vijfde dag .
(src)="b.GEN.1.24.1"> I reče Bog : " Neka zemlja izvede živa bića , svako prema svojoj vrsti : stoku , gmizavce i zvjerad svake vrste ! "
(src)="b.GEN.1.24.2"> I bi tako .
(trg)="b.GEN.1.24.1"> God zei toen : " Laat de aarde dieren voortbrengen ; vee , kruipende dieren en allerlei wilde dieren . "
(trg)="b.GEN.1.24.2"> En weer gebeurde wat Hij had gezegd .
(src)="b.GEN.1.25.1"> I stvori Bog svakovrsnu zvjerad , stoku i gmizavce svake vrste .
(src)="b.GEN.1.25.2"> I vidje Bog da je dobro .
(trg)="b.GEN.1.25.1"> God maakte alle soorten wilde dieren , vee en kruipende dieren , elk naar hun eigen soort .
(trg)="b.GEN.1.25.2"> God zag dat ook dat goed was .
(src)="b.GEN.1.26.1"> I reče Bog : " Načinimo čovjeka na svoju sliku , sebi slična , da bude gospodar ribama morskim , pticama nebeskim i stoci - svoj zemlji - i svim gmizavcima što puze po zemlji ! "
(trg)="b.GEN.1.26.1"> Toen zei God : " Laat Ons mensen maken die op Ons lijken en kunnen heersen over alle dieren op aarde , in de zeeën en in de lucht . "
(src)="b.GEN.1.27.1"> Na svoju sliku stvori Bog čovjeka , na sliku Božju on ga stvori , muško i žensko stvori ih .
(trg)="b.GEN.1.27.1"> God schiep daarop de mens als Zijn evenbeeld .
(trg)="b.GEN.1.27.2"> Als man en vrouw schiep Hij hen .
(src)="b.GEN.1.28.1"> I blagoslovi ih Bog i reče im : " Plodite se , i množite , i napunite zemlju , i sebi je podložite !
(src)="b.GEN.1.28.2"> Vladajte ribama u moru i pticama u zraku i svim živim stvorovima što puze po zemlji ! "
(trg)="b.GEN.1.28.1"> God zegende hen en zei : " Vermenigvuldig je , bevolk de aarde en onderwerp haar .
(trg)="b.GEN.1.28.2"> Heers over de vissen , de vogels en alle andere dieren .
(src)="b.GEN.1.29.1"> I doda Bog : " Evo , dajem vam sve bilje što se sjemeni , po svoj zemlji , i sva stabla plodonosna što u sebi nose svoje sjeme : neka vam budu za hranu !
(trg)="b.GEN.1.29.1"> Kijk om je heen !
(trg)="b.GEN.1.29.2"> Overal op aarde staan zaaddragende planten en vruchtbomen , die Ik jullie tot voedsel geef .
(src)="b.GEN.1.30.1"> A zvijerima na zemlji i pticama u zraku i gmizavcima što puze po zemlji u kojima je dah života - neka je za hranu sve zeleno bilje ! "
(src)="b.GEN.1.30.2"> I bi tako .
(trg)="b.GEN.1.30.1"> Al het gras en de planten heb Ik als voedsel aan de dieren en de vogels gegeven . "
(src)="b.GEN.1.31.1"> I vidje Bog sve što je učinio , i bijaše veoma dobro .
(src)="b.GEN.1.31.2"> Tako bude večer , pa jutro - dan šesti .
(trg)="b.GEN.1.31.1"> Toen overzag God alles wat Hij gemaakt had en het was heel goed .
(trg)="b.GEN.1.31.2"> Zo eindigde de zesde dag .
(src)="b.GEN.2.1.1"> Tako bude dovršeno nebo i zemlja sa svom svojom vojskom .
(trg)="b.GEN.2.1.1"> Zo werden de hemelen en de aarde en alles wat leeft gemaakt .
(src)="b.GEN.2.2.1"> I sedmoga dana Bog dovrši svoje djelo koje učini .
(src)="b.GEN.2.2.2"> I počinu u sedmi dan od svega djela koje učini .
(trg)="b.GEN.2.2.1"> Op de zevende dag rustte God na afloop van Zijn scheppend werk .
(src)="b.GEN.2.3.1"> I blagoslovi Bog sedmi dan i posveti , jer u taj dan počinu od svega djela svoga koje učini .
(trg)="b.GEN.2.3.1"> Hij zegende die zevende dag en maakte hem tot een bijzondere , heilige dag , omdat Hij die dag Zijn scheppingswerk besloot .
(src)="b.GEN.2.4.1"> To je postanak neba i zemlje , tako su stvarani .
(src)="b.GEN.2.4.2"> Kad je Jahve , Bog , sazdao nebo i zemlju ,
(trg)="b.GEN.2.4.1"> Dit is een samenvatting van het werk dat de HERE God verrichtte toen Hij de hemelen en de aarde heeft gemaakt .
(src)="b.GEN.2.5.1"> još nije bilo nikakva poljskoga grmlja po zemlji , još ne bijaše niklo nikakvo poljsko bilje , jer Jahve , Bog , još ne pusti dažda na zemlju i nije bilo čovjeka da zemlju obrađuje .
(trg)="b.GEN.2.5.1"> Er waren nog geen planten of gewassen opgekomen uit de aarde , omdat de HERE God het nog niet had laten regenen .
(trg)="b.GEN.2.5.2"> Ook was er nog niemand , die het land kon bewerken .
(src)="b.GEN.2.6.1"> Ipak , voda je izvirala iz zemlje i natapala svu površinu zemaljsku .
(trg)="b.GEN.2.6.1"> Er steeg echter een damp uit de aarde op , die het land bevochtigde .
(src)="b.GEN.2.7.1"> Jahve , Bog , napravi čovjeka od praha zemaljskog i u nosnice mu udahne dah života .
(src)="b.GEN.2.7.2"> Tako postane čovjek živa duša .
(trg)="b.GEN.2.7.1"> Toen vormde de HERE God het lichaam van de mens uit stof van de aarde en blies hem de levensadem in .
(trg)="b.GEN.2.7.2"> Zo werd de mens een levend wezen .
(src)="b.GEN.2.8.1"> I Jahve , Bog , zasadi vrt na istoku , u Edenu , i u nj smjesti čovjeka koga je napravio .
(trg)="b.GEN.2.8.1"> De HERE God plantte een hof in Eden , in het oosten en bracht de mens , die Hij had geschapen daarheen .
(src)="b.GEN.2.9.1"> Tada Jahve , Bog , učini te iz zemlje nikoše svakovrsna stabla - pogledu zamamljiva a dobra za hranu - i stablo života , nasred vrta , i stablo spoznaje dobra i zla .
(trg)="b.GEN.2.9.1"> In de hof plantte Hij prachtige fruitbomen .
(trg)="b.GEN.2.9.2"> Midden in de hof plaatste Hij de boom van het leven en de boom van de kennis van goed en kwaad .
(src)="b.GEN.2.10.1"> Rijeka je izvirala iz Edena da bi natapala vrt ; odatle se granala u četiri kraka .
(trg)="b.GEN.2.10.1"> Vanuit Eden vloeide een rivier door de hof , die hem vruchtbaar maakte en zich daar in vier rivieren splitste .
(src)="b.GEN.2.11.1"> Prvom je ime Pišon , a optječe svom zemljom havilskom , u kojoj ima zlata .
(trg)="b.GEN.2.11.1"> Eén rivier heet de Pison en stroomt rond het land Havila , bekend om zijn goud , balsemhars en het edelgesteente chrysopraas .
(src)="b.GEN.2.13.1"> Drugoj je rijeci ime Gihon , a optječe svu zemlju Kuš .
(trg)="b.GEN.2.13.1"> De tweede rivier heet Gihon en stroomt door het land Ethiopië .
(src)="b.GEN.2.14.1"> Treća je rijeka Tigris , a teče na istok od Ašura ; četvrta je Eufrat .
(trg)="b.GEN.2.14.1"> De derde rivier is de Tigris en stroomt naar het oosten van Assur .
(trg)="b.GEN.2.14.2"> De vierde rivier is de Eufraat .
(src)="b.GEN.2.15.1"> Jahve , Bog , uzme čovjeka i postavi ga u edenski vrt da ga obrađuje i čuva .
(trg)="b.GEN.2.15.1"> De HERE God plaatste de mens in de hof van Eden om de zorg daarvan op zich te nemen en de hof te bewerken .
(src)="b.GEN.2.16.1"> Jahve , Bog , zapovjedi čovjeku : " Sa svakoga stabla u vrtu slobodno jedi ,
(trg)="b.GEN.2.16.1"> Maar Hij waarschuwde de mens : " Je mag van alle bomen in de hof eten , maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad .
(trg)="b.GEN.2.16.2"> Want als je daarvan eet , zul je zeker sterven . "
(src)="b.GEN.2.18.1"> I reče Jahve , Bog : " Nije dobro da čovjek bude sam : načinit ću mu pomoć kao što je on . "
(trg)="b.GEN.2.18.1"> En de HERE God zei : " Het is niet goed voor de mens alleen te zijn .
(trg)="b.GEN.2.18.2"> Ik zal iemand maken met wie hij zijn leven kan delen en die hem kan helpen . "
(src)="b.GEN.2.19.1"> Tada Jahve , Bog , načini od zemlje sve životinje u polju i sve ptice u zraku i predvede ih čovjeku da vidi kako će koju nazvati , pa kako koje stvorenje čovjek prozove , da mu tako bude ime .
(trg)="b.GEN.2.19.1"> De HERE God maakte uit het stof dieren en vogels en bracht ze bij de mens om te zien hoe hij ze zou noemen .
(trg)="b.GEN.2.19.2"> De naam die hij koos , zou voor altijd hun naam blijven .
(trg)="b.GEN.2.19.3"> Maar geen van deze dieren was geschikt als helper voor Adam .
(src)="b.GEN.2.21.1"> Tada Jahve , Bog , pusti tvrd san na čovjeka te on zaspa , pa mu izvadi jedno rebro , a mjesto zatvori mesom .
(trg)="b.GEN.2.21.1"> Toen liet de HERE God Adam in een diepe slaap vallen , nam een rib uit zijn lichaam en sloot de plaats waaruit Hij de rib had genomen .
(src)="b.GEN.2.22.1"> Od rebra što ga je uzeo čovjeku napravi Jahve , Bog , ženu pa je dovede čovjeku .
(trg)="b.GEN.2.22.1"> Uit die rib maakte Hij een vrouw en Hij bracht haar bij de mens .
(src)="b.GEN.2.23.1"> Nato čovjek reče : " Gle , evo kosti od mojih kostiju , mesa od mesa mojega !
(src)="b.GEN.2.23.2"> Ženom neka se zove , od čovjeka kad je uzeta ! "
(trg)="b.GEN.2.23.1"> " Ja , dit is wat ik nodig had ! " riep Adam blij uit , " zij is echt een deel van mijn lichaam .
(trg)="b.GEN.2.23.2"> Ik zal haar mannin noemen , omdat zij is genomen uit de man . "
(src)="b.GEN.2.24.1"> Stoga će čovjek ostaviti oca i majku da prione uza svoju ženu i bit će njih dvoje jedno tijelo .
(trg)="b.GEN.2.24.1"> Dit verklaart waarom een man zijn vader en moeder verlaat , zich bij zijn vrouw voegt en werkelijk één met haar wordt .
(src)="b.GEN.2.25.1"> A bijahu oboje goli - čovjek i njegova žena - ali ne osjećahu stida .
(trg)="b.GEN.2.25.1"> Hoewel de man en de vrouw allebei naakt waren , hinderde hen dat niet , want zij kenden geen schaamte .
(src)="b.GEN.3.1.1"> Zmija bijaše lukavija od sve zvjeradi što je stvori Jahve , Bog .
(src)="b.GEN.3.1.2"> Ona reče ženi : " Zar vam je Bog rekao da ne smijete jesti ni s jednog drveta u vrtu ? "
(trg)="b.GEN.3.1.1"> De slang was listiger dan alle andere dieren , die de HERE God had gemaakt .
(trg)="b.GEN.3.1.2"> Hij zocht de vrouw op en vroeg : " God heeft jullie zeker wel verboden van de bomen in de hof te eten , hè ? "
(src)="b.GEN.3.2.1"> Žena odgovori zmiji : " Plodove sa stabala u vrtu smijemo jesti .
(trg)="b.GEN.3.2.1"> " Nee hoor " , antwoordde de vrouw , " wij mogen van alle bomen eten , behalve van die in het midden van de hof .
(trg)="b.GEN.3.2.2"> Wij mogen hem zelfs niet aanraken , want dan zullen wij sterven . "
(src)="b.GEN.3.4.1"> Nato će zmija ženi : " Ne , nećete umrijeti !
(trg)="b.GEN.3.4.1"> " Dat is een leugen " , zei de slang , " je zult niet sterven .
(src)="b.GEN.3.5.1"> Nego , zna Bog : onog dana kad budete s njega jeli , otvorit će vam se oči , i vi ćete biti kao bogovi koji razlučuju dobro i zlo . "
(trg)="b.GEN.3.5.1"> God zegt dat alleen , omdat Hij weet dat jullie aan Hem gelijk zullen zijn als je daarvan eet .
(trg)="b.GEN.3.5.2"> Je ogen zullen open gaan en evenals God zul je het onderscheid kennen tussen goed en kwaad . "
(src)="b.GEN.3.6.1"> Vidje žena da je stablo dobro za jelo , za oči zamamljivo , a za mudrost poželjno : ubere ploda njegova i pojede .
(src)="b.GEN.3.6.2"> Dade i svom mužu , koji bijaše s njom , pa je i on jeo .
(trg)="b.GEN.3.6.1"> De vrouw liet zich ompraten .
(trg)="b.GEN.3.6.2"> Zij keek naar de boom en zag dat de vrucht eetbaar was en er prachtig uitzag .
(trg)="b.GEN.3.6.3"> Die vrucht kon haar verstandig maken !
(trg)="b.GEN.3.6.4"> Ze plukte wat vruchten en at ervan .
(trg)="b.GEN.3.6.5"> Zij gaf ook haar man van de vruchten en hij at er ook van .
(src)="b.GEN.3.7.1"> Tada se obadvoma otvore oči i upoznaju da su goli .
(src)="b.GEN.3.7.2"> Spletu smokova lišća i naprave sebi pregače .
(trg)="b.GEN.3.7.1"> Toen zij dat hadden gedaan , viel het hun opeens op dat ze naakt waren en zij schaamden zich .
(trg)="b.GEN.3.7.2"> Van bladeren van een vijgeboom maakten ze schortjes en hingen die om hun middel .
(src)="b.GEN.3.8.1"> Uto čuju korak Jahve , Boga , koji je šetao vrtom za dnevnog povjetarca .
(src)="b.GEN.3.8.2"> I sakriju se - čovjek i njegova žena - pred Jahvom , Bogom , među stabla u vrtu .
(trg)="b.GEN.3.8.1"> Die avond hoorden zij de HERE God door de hof wandelen en zij verborgen zich snel tussen de bomen .
(src)="b.GEN.3.9.1"> Jahve , Bog , zovne čovjeka : " Gdje si ? " - reče mu .
(trg)="b.GEN.3.9.1"> De HERE God riep : " Adam , waar ben je ? "
(src)="b.GEN.3.10.1"> On odgovori : " Čuo sam tvoj korak po vrtu ; pobojah se jer sam go , pa se sakrih . "
(trg)="b.GEN.3.10.1"> Adam antwoordde benepen : " Ik hoorde U en toen werd ik bang , want ik wilde niet dat U mij naakt zou zien .
(trg)="b.GEN.3.10.2"> Daarom verstopte ik me . "
(src)="b.GEN.3.11.1"> Nato mu reče : " Tko ti kaza da si go ?
(src)="b.GEN.3.11.2"> Ti si , dakle , jeo sa stabla s kojega sam ti zabranio jesti ? "
(trg)="b.GEN.3.11.1"> " Wie heeft je verteld dat je naakt bent ? " vroeg de HERE God .
(trg)="b.GEN.3.11.2"> " Of heb je soms gegeten van de boom waarvoor Ik jullie had gewaarschuwd ? "
(src)="b.GEN.3.12.1"> Čovjek odgovori : " Žena koju si stavio uza me - ona mi je dala sa stabla pa sam jeo . "
(trg)="b.GEN.3.12.1"> " Ja " , bekende Adam , " maar de vrouw die U mij hebt gegeven , heeft de schuld .
(trg)="b.GEN.3.12.2"> Zij heeft mij ervan gegeven en toen heb ik ervan gegeten . "
(src)="b.GEN.3.13.1"> Jahve , Bog , reče ženi : " Što si to učinila ? "
(src)="b.GEN.3.13.2"> " Zmija me prevarila pa sam jela " , odgovori žena .
(trg)="b.GEN.3.13.1"> De HERE God wendde Zich tot de vrouw en vroeg : " Hoe kon je dat nu doen ? "
(trg)="b.GEN.3.13.2"> Maar ook zij schoof de schuld van zich af .
(trg)="b.GEN.3.13.3"> " De slang heeft mij bedrogen en verleid " , zei zij .
(src)="b.GEN.3.14.1"> Nato Jahve , Bog , reče zmiji : " Kad si to učinila , prokleta bila među svim životinjama i svom zvjeradi divljom !
(src)="b.GEN.3.14.2"> Po trbuhu svome puzat ćeš i zemlju jesti sveg života svog !
(trg)="b.GEN.3.14.1"> Toen zei de HERE God tegen de slang : " Ik zal je hiervoor straffen .
(trg)="b.GEN.3.14.2"> Onder alle dieren op aarde zul jij een vervloekte zijn !
(trg)="b.GEN.3.14.3"> Je hele verdere leven zul je op je buik door het stof kruipen .
(src)="b.GEN.3.15.1"> Neprijateljstvo ja zamećem između tebe i žene , između roda tvojeg i roda njezina : on će ti glavu satirati , a ti ćeš mu vrebati petu . "
(trg)="b.GEN.3.15.1"> De vrouw en jij , en al jullie nakomelingen , zullen voortaan vijanden zijn .
(trg)="b.GEN.3.15.2"> Eén van haar nakomelingen zal je de kop vermorzelen en jij zult zijn hiel verbrijzelen . "
(src)="b.GEN.3.16.1"> A ženi reče : " Trudnoći tvojoj muke ću umnožit , u mukama djecu ćeš rađati .
(src)="b.GEN.3.16.2"> Žudnja će te mužu tjerati , a on će gospodariti nad tobom . "
(trg)="b.GEN.3.16.1"> Na die woorden zei God tegen de vrouw : " Voortaan zul je met veel pijn en moeite kinderen krijgen .
(trg)="b.GEN.3.16.2"> Je zult verlangen naar je man en hij zal jouw meester zijn ! "
(src)="b.GEN.3.17.1"> A čovjeku reče : " Jer si poslušao glas svoje žene te jeo sa stabla s kojega sam ti zabranio jesti rekavši : S njega da nisi jeo ! - evo : Zemlja neka je zbog tebe prokleta : s trudom ćeš se od nje hraniti svega vijeka svog !
(trg)="b.GEN.3.17.1"> Tegen Adam zei Hij : " Omdat je naar je vrouw hebt geluisterd en ondanks mijn waarschuwing toch van de boom hebt gegeten , zal Ik de aardbodem vervloeken .
(trg)="b.GEN.3.17.2"> Voortaan zul je hard moeten werken om in leven te blijven .
(src)="b.GEN.3.18.1"> Rađat će ti trnjem i korovom , a hranit ćeš se poljskim raslinjem .
(trg)="b.GEN.3.18.1"> Er zullen dorens en distels groeien en je zult de gewassen van het veld eten .
(src)="b.GEN.3.19.1"> U znoju lica svoga kruh svoj ćeš jesti dokle se u zemlju ne vratiš : tÓa iz zemlje uzet si bio - prah si , u prah ćeš se i vratiti . "
(trg)="b.GEN.3.19.1"> Tot de dag van je dood zul je zwetend het land bewerken om te kunnen leven .
(trg)="b.GEN.3.19.2"> Dan zal je lichaam vergaan tot het stof van de aarde .
(trg)="b.GEN.3.19.3"> Want uit stof ben je gemaakt en tot stof zul je weer worden . "
(src)="b.GEN.3.20.1"> Svojoj ženi čovjek nadjene ime Eva , jer je majka svima živima .
(trg)="b.GEN.3.20.1"> En de man noemde zijn vrouw Eva , moeder van alle levenden , omdat uit haar alle mensen zouden worden geboren .
(src)="b.GEN.3.21.1"> I načini Jahve , Bog , čovjeku i njegovoj ženi odjeću od krzna pa ih odjenu .
(trg)="b.GEN.3.21.1"> De HERE God maakte van dierehuid kleding voor Adam en zijn vrouw .
(src)="b.GEN.3.22.1"> Zatim reče Bog : " Evo , čovjek postade kao jedan od nas - znajući dobro i zlo !
(src)="b.GEN.3.22.2"> Da ne bi sada pružio ruku , ubrao sa stabla života pa pojeo i živio navijeke ! "
(trg)="b.GEN.3.22.1"> " Door te eten van de boom van de kennis van goed en kwaad is de mens gelijk geworden aan één van Ons .
(trg)="b.GEN.3.22.2"> Als hij nu van de boom van het leven eet , zal hij ook nog voor altijd leven " , vond de HERE God .
(src)="b.GEN.3.23.1"> Zato ga Jahve , Bog , istjera iz vrta edenskoga da obrađuje zemlju iz koje je i uzet .
(trg)="b.GEN.3.23.1"> Daarom verbande Hij de mens voor altijd uit de hof van Eden en stuurde hem weg om het land te bewerken , waaruit hij was voortgekomen .
(src)="b.GEN.3.24.1"> Istjera , dakle , čovjeka i nastani ga istočno od vrta edenskog , pa postavi kerubine i plameni mač koji se svjetlucao - da straže nad stazom koja vodi k stablu života .
(trg)="b.GEN.3.24.1"> God verdreef de mens en plaatste een engel met een vlammend zwaard ten oosten van de hof om de toegang tot de boom van het leven te bewaken .
(src)="b.GEN.4.1.1"> Čovjek pozna svoju ženu Evu , a ona zače i rodi Kajina , pa reče : " Muško sam čedo stekla pomoću Jahve ! "
(trg)="b.GEN.4.1.1"> Adam had gemeenschap met Eva en zij raakte in verwachting .
(trg)="b.GEN.4.1.2"> De zoon die werd geboren , noemden zij Kaïn .
(trg)="b.GEN.4.1.3"> " Want " , zei Eva , " met hulp van de HERE heb ik een man ter wereld gebracht . "
(src)="b.GEN.4.2.1"> Poslije rodi Abela , brata Kajinova ; Abel postane stočar , a Kajin zemljoradnik .
(trg)="b.GEN.4.2.1"> Hun volgende kind was ook een zoon , Abel .
(trg)="b.GEN.4.2.2"> Abel werd schaapherder en Kaïn legde zich toe op de landbouw .
(src)="b.GEN.4.3.1"> I jednoga dana Kajin prinese Jahvi žrtvu od zemaljskih plodova .
(trg)="b.GEN.4.3.1"> Na verloop van tijd brachten Kaïn en Abel beiden een offer aan de HERE .
(trg)="b.GEN.4.3.2"> Kaïn een deel van zijn oogst , maar Abel bracht van het beste van zijn kudde , ook het vet .
(trg)="b.GEN.4.3.3"> De HERE accepteerde het offer van Abel ,
(src)="b.GEN.4.5.1"> a na Kajina i žrtvu njegovu ni pogleda ne svrati .
(src)="b.GEN.4.5.2"> Stoga se Kajin veoma razljuti i lice mu se namrgodi .
(trg)="b.GEN.4.5.1"> maar dat van Kaïn niet .
(trg)="b.GEN.4.5.2"> Kaïn voelde zich vernederd en werd boos .
(trg)="b.GEN.4.5.3"> Zijn gezicht vertrok van woede .
(src)="b.GEN.4.6.1"> I Jahve reče Kajinu : " Zašto si ljut ?
(src)="b.GEN.4.6.2"> Zašto ti je lice namrgođeno ?
(trg)="b.GEN.4.6.1"> " Waarom ben je boos ? " vroeg de HERE hem .
(trg)="b.GEN.4.6.2"> " Waarom trek je zo'n kwaad gezicht ?
(src)="b.GEN.4.7.1"> Jer ako pravo radiš , vedrinom odsijevaš .
(src)="b.GEN.4.7.2"> A ne radiš li pravo , grijeh ti je kao zvijer na pragu što na te vreba ; još mu se možeš oduprijeti . "
(trg)="b.GEN.4.7.1"> Je zou vrolijk kunnen kijken als je maar doet wat goed is .
(trg)="b.GEN.4.7.2"> Maar als je weigert te gehoorzamen , moet je oppassen .
(trg)="b.GEN.4.7.3"> Want de zonde ligt op de loer , klaar om je leven te vernietigen .
(trg)="b.GEN.4.7.4"> Als je wilt , kun je hem echter overwinnen . "
(src)="b.GEN.4.8.1"> Kajin pak reče svome bratu Abelu : " Hajdemo van ! "
(src)="b.GEN.4.8.2"> I našavši se na polju , Kajin skoči na brata Abela te ga ubi .
(trg)="b.GEN.4.8.1"> Op een dag stelde Kaïn Abel voor de velden in te gaan .
(trg)="b.GEN.4.8.2"> Toen ze daar samen liepen , overmeesterde Kaïn zijn broer en vermoordde hem .
(src)="b.GEN.4.9.1"> Potom Jahve zapita Kajina : " Gdje ti je brat Abel ? "
(src)="b.GEN.4.9.2"> " Ne znam " , odgovori .
(src)="b.GEN.4.9.3"> " Zar sam ja čuvar brata svoga ? "
(trg)="b.GEN.4.9.1"> Maar kort daarna vroeg de HERE aan Kaïn : " Waar is je broer ?
(trg)="b.GEN.4.9.2"> Waar is Abel ? "
(trg)="b.GEN.4.9.3"> " Hoe weet ik dat nu ? " antwoordde Kaïn ontwijkend .
(trg)="b.GEN.4.9.4"> " Moet ik dan altijd op hem passen ? "
(src)="b.GEN.4.10.1"> Jahve nastavi : " Što si učinio ?
(src)="b.GEN.4.10.2"> Slušaj !
(src)="b.GEN.4.10.3"> Krv brata tvoga iz zemlje k meni viče .
(trg)="b.GEN.4.10.1"> Maar de HERE zei : " Wat heb je gedaan ?
(trg)="b.GEN.4.10.2"> Het bloed van je broer roept naar Mij vanaf de aarde !
(src)="b.GEN.4.11.1"> Stoga budi proklet na zemlji koja je rastvorila usta da proguta s ruke tvoje krv brata tvoga !
(trg)="b.GEN.4.11.1"> Van nu af aan verban Ik je van de grond , waarop het bloed van je broer heeft gevloeid .
(src)="b.GEN.4.12.1"> Obrađivat ćeš zemlju , ali ti više neće davati svoga roda .
(src)="b.GEN.4.12.2"> Vječni ćeš skitalica na zemlji biti ! "
(trg)="b.GEN.4.12.1"> Hoe je ook zwoegt en ploetert , de aarde zal je nooit voldoende opleveren .
(trg)="b.GEN.4.12.2"> Voortaan zul je een vluchteling zijn , die van de ene naar de andere plaats zwerft . "
(src)="b.GEN.4.13.1"> A Kajin reče Jahvi : " Kazna je moja odviše teška da se snosi .
(trg)="b.GEN.4.13.1"> " Deze straf is zwaarder dan ik kan dragen ! " protesteerde Kaïn .
(src)="b.GEN.4.14.1"> Evo me tjeraš danas s plodnoga tla ; moram se skrivati od tvoga lica i biti vječni lutalac na zemlji - tko me god nađe , može me ubiti . "
(trg)="b.GEN.4.14.1"> " U verjaagt mij van mijn grond en uit Uw nabijheid .
(trg)="b.GEN.4.14.2"> U maakt mij een dakloze zwerver en ieder die mij ziet , zal proberen mij te doden ! "
(src)="b.GEN.4.15.1"> A Jahve mu reče : " Ne !
(src)="b.GEN.4.15.2"> Nego tko ubije Kajina , sedmerostruka osveta na njemu će se izvršiti ! "
(src)="b.GEN.4.15.3"> I Jahve stavi znak na Kajina , da ga tko , našavši ga , ne ubije .
(trg)="b.GEN.4.15.1"> Maar de HERE antwoordde : " Niemand zal je doden , want degene die dat doet , zal Ik zevenmaal zwaarder straffen dan Ik jou heb gedaan . "
(trg)="b.GEN.4.15.2"> En de HERE plaatste een merkteken op Kaïn als waarschuwing aan anderen dat ze hem niet mochten doden .
(src)="b.GEN.4.16.1"> Kajin ode ispred lica Jahvina u zemlju Nod , istočno od Edena , i ondje se nastani .
(trg)="b.GEN.4.16.1"> Zo verliet Kaïn de HERE en vestigde zich in het land Nod , ten oosten van Eden .
(src)="b.GEN.4.17.1"> Kajin pozna svoju ženu te ona zače i rodi Henoka .
(src)="b.GEN.4.17.2"> Podigao je grad i grad prozvao imenom svoga sina - Henok .
(trg)="b.GEN.4.17.1"> Kaïns vrouw raakte in verwachting en kreeg een zoon , Henoch .
(trg)="b.GEN.4.17.2"> Toen Kaïn een stad stichtte , noemde hij die stad ook Henoch , naar zijn zoon .
(src)="b.GEN.4.18.1"> Henoku se rodio Irad , a od Irada potekao Mehujael ; od Mehujaela poteče Metušael , od Metušaela Lamek .
(trg)="b.GEN.4.18.1"> Henoch was de vader van Irad ; Irad was de vader van Mehujaël ; de zoon van Mehujaël was Methusaël ; Methusaël was de vader van Lamech .
(src)="b.GEN.4.19.1"> Lamek uzme dvije žene .
(src)="b.GEN.4.19.2"> Jedna se zvala Ada , a druga Sila .
(trg)="b.GEN.4.19.1"> Lamech trouwde twee vrouwen : Ada en Zilla .
(src)="b.GEN.4.20.1"> Ada rodi Jabala , koji je postao praocem onih što pod šatorima žive sa stokom .
(trg)="b.GEN.4.20.1"> Ada kreeg een zoon , Jabal .
(trg)="b.GEN.4.20.2"> Hij werd de vader van de veehoeders en de mensen , die in tenten wonen .
(src)="b.GEN.4.21.1"> Bratu mu bijaše ime Jubal .
(src)="b.GEN.4.21.2"> On je praotac svih koji sviraju na liru i sviralu .
(trg)="b.GEN.4.21.1"> Zijn broer heette Jubal en werd vader van allen , die de citer en de fluit bespelen .
(src)="b.GEN.4.22.1"> Sila rodi Tubal-Kajina , praoca onih koji kuju bakar i željezo .
(src)="b.GEN.4.22.2"> Tubal-Kajinovoj sestri bijaše ime Naama .
(trg)="b.GEN.4.22.1"> Lamechs tweede vrouw , Zilla , kreeg een zoon met de naam Tubal-Kaïn .
(trg)="b.GEN.4.22.2"> Hij legde zich toe op de metaalbewerking en werd de vader van de smeden .
(trg)="b.GEN.4.22.3"> Zijn zuster heette Naäma .
(src)="b.GEN.4.23.1"> Lamek prozbori svojim ženama : " Ada i Sila , glas moj poslušajte !
(src)="b.GEN.4.23.2"> Žene Lamekove , čujte mi besjedu : Čovjeka sam ubio jer me ranio i dijete jer me udarilo .
(trg)="b.GEN.4.23.1"> Op een dag riep Lamech zijn vrouwen bij zich en zei : " Luister , vrouwen !
(trg)="b.GEN.4.23.2"> Een man , die mij verwondde en een jongen , die mij sloeg , doodde ik .
(src)="b.GEN.4.24.1"> Ako će Kajin biti osvećen sedmerostruko , Lamek će sedamdeset i sedam puta ! "
(trg)="b.GEN.4.24.1"> Hij , die Kaïn doodt , wordt zevenmaal zo zwaar gestraft , maar de man die Lamech doodt , zal 77 maal zo zwaar worden gestraft . "
(src)="b.GEN.4.25.1"> Adam pozna svoju ženu te ona rodi sina i nadjenu mu ime Šet .
(src)="b.GEN.4.25.2"> Reče ona : " Bog mi dade drugo dijete mjesto Abela , koga ubi Kajin . "
(trg)="b.GEN.4.25.1"> Adam en Eva kregen later nog een zoon en noemden hem Seth .
(trg)="b.GEN.4.25.2"> " Want " , zei Eva , " God heeft mij een zoon gegeven in de plaats van Abel , die door Kaïn werd vermoord . "
(src)="b.GEN.4.26.1"> Šetu se rodi sin , komu on nadjenu ime Enoš .
(src)="b.GEN.4.26.2"> Tada se počelo zazivati ime Jahvino .
(trg)="b.GEN.4.26.1"> Seth groeide op en kreeg een zoon die hij Enos noemde .
(trg)="b.GEN.4.26.2"> In die tijd begonnen de mensen de HERE God voor het eerst te aanbidden .