# eu/Basque-NT.xml.gz
# nl/Dutch.xml.gz


(src)="b.MAT.1.1.1"> IESVS CHRIST Dauid-en semearen , Abrahamen semearen generationeco Liburuä .
(trg)="b.MAT.1.1.1"> Abraham en David waren de belangrijkste voorouders van Jezus .

(src)="b.MAT.1.2.1"> Abrahamec engendra ceçan Isaac .
(src)="b.MAT.1.2.2"> Eta Isaac-ec engendra ceçan Iacob .
(src)="b.MAT.1.2.3"> Eta Iacob-ec engendra citzan Iuda eta haren anayeac .
(trg)="b.MAT.1.2.1"> Abraham was de vader van Isaäk ; Isaäk de vader van Jakob ; Jakob de vader van Juda en zijn broers ;

(src)="b.MAT.1.3.1"> Eta Iudac engendra citzan Phares eta Zara Thamarganic .
(src)="b.MAT.1.3.2"> Eta Pharesec engendra ceçan Esrom .
(src)="b.MAT.1.3.3"> Eta Esromec engendra ceçan Aram .
(trg)="b.MAT.1.3.1"> Juda was de vader van Perez en Zerah ( hun moeder heette Tamar ) .
(trg)="b.MAT.1.3.2"> Perez was de vader van Hezron ; Hezron de vader van Ram ;

(src)="b.MAT.1.4.1"> Eta Aramec engendra ceçan Aminadab .
(src)="b.MAT.1.4.2"> Eta Aminadab-ec engendra ceçan Naasson .
(src)="b.MAT.1.4.3"> Eta Naassonec engendra ceçan Salmon .
(trg)="b.MAT.1.4.1"> Ram was de vader van Aminadab ; Aminadab de vader van Nahesson ;

(src)="b.MAT.1.5.1"> Eta Salmonec engendra ceçan Booz Rachabganic .
(src)="b.MAT.1.5.2"> Eta Boozec engendra ceçan Obed Ruthganic .
(src)="b.MAT.1.5.3"> Eta Obed-ec engendra ceçan Iesse .
(trg)="b.MAT.1.5.1"> Nahesson was de vader van Salmon ; Salmon de vader van Boaz ( Rachab was zijn moeder ) .
(trg)="b.MAT.1.5.2"> Boaz was de vader van Obed ( Obeds moeder was Ruth ) .

(src)="b.MAT.1.6.1"> Eta Iessec engendra ceçan Dauid reguea .
(src)="b.MAT.1.6.2"> Eta Dauid regueac engendra ceçan Salomon Vriasen emazte içanaganic .
(trg)="b.MAT.1.6.1"> Obed was de vader van Isaï ; en Isaï de vader van David die koning werd .
(trg)="b.MAT.1.6.2"> David was de vader van Salomo ( Salomo's moeder was de vrouw van Uria ) .

(src)="b.MAT.1.7.1"> Eta Salomonec engendra ceçan Roboam .
(src)="b.MAT.1.7.2"> Eta Roboamec engendra ceçan Abia .
(src)="b.MAT.1.7.3"> Eta Abiac engendra ceçan Asa .
(trg)="b.MAT.1.7.1"> Salomo was de vader van Rehabeam ; Rehabeam de vader van Abia .

(src)="b.MAT.1.8.1"> Eta Asac engendra ceçan Iosaphat .
(src)="b.MAT.1.8.2"> Eta Iosaphatec engendra ceçan Ioram .
(src)="b.MAT.1.8.3"> Eta Ioramec engendra ceçan Ozias .
(trg)="b.MAT.1.8.1"> Abia was de vader van Asa ; Asa de vader van Josafat ; Josafat de vader van Joram ;

(src)="b.MAT.1.9.1"> Eta Oziasec engendra ceçan Ioatham .
(src)="b.MAT.1.9.2"> Eta Ioathamec engendra ceçan Achaz .
(src)="b.MAT.1.9.3"> Eta Achazec engendra ceçan Ezechias .
(trg)="b.MAT.1.9.1"> Joram was de vader van Uzzia ; Uzzia de vader van Jotham ; Jotham de vader van Achaz ; Achaz de vader van Hizkia ;

(src)="b.MAT.1.10.1"> Eta Ezechiasec engendra ceçan Manasse .
(src)="b.MAT.1.10.2"> Eta Manassec engendra ceçan Amon .
(src)="b.MAT.1.10.3"> Eta Amonec engendra ceçan Iosias .
(trg)="b.MAT.1.10.1"> Hizkia was de vader van Manasse ; Manasse de vader van Amon ; Amon de vader van Josia ;

(src)="b.MAT.1.11.1"> Eta Iosiasec engendra ceçan Iacim .
(src)="b.MAT.1.11.2"> Eta Iacimec engrendra citzan Iechonias eta haren anayeac , Babylonerat eraman içan ciradenean .
(trg)="b.MAT.1.11.1"> Josia was de vader van Jechonia en zijn broers , die geboren werden in de tijd van de verbanning naar Babel .

(src)="b.MAT.1.12.1"> Eta Babylonerát eraman içan ciraden ondoan , Iechoniasec engendra ceçan Salathiel .
(src)="b.MAT.1.12.2"> Eta Salathielec engendra ceçan Zorobabel .
(trg)="b.MAT.1.12.1"> Daarna werd Jechonia vader van een zoon , die Sealthiël heette .

(src)="b.MAT.1.13.1"> Eta Zorobabelec engendra ceçan Abiud .
(src)="b.MAT.1.13.2"> Eta Abiud-ec engendra ceçan Eliacim .
(src)="b.MAT.1.13.3"> Eta Eliacimec engendra ceçan Azor .
(trg)="b.MAT.1.13.1"> Sealthiël was de vader van Zerubabel ; Zerubabel de vader van Abiud ;

(src)="b.MAT.1.14.1"> Eta Azorec engendra ceçan Sadoc .
(src)="b.MAT.1.14.2"> Eta Sadoc-ec engendra ceçan Achim .
(src)="b.MAT.1.14.3"> Eta Achimec engendra ceçan Eliud .
(trg)="b.MAT.1.14.1"> Abiud was de vader van Eljakim ; Eljakim de vader van Azor ; Azor de vader van Zadok ; Zadok de vader van Achim ; Achim de vader van Eliud ;

(src)="b.MAT.1.15.1"> Eta Eliud-ec engendra ceçan Eleazar .
(src)="b.MAT.1.15.2"> Eta Eleazarec engendra ceçan Mathan .
(src)="b.MAT.1.15.3"> Eta Mathanec engendra ceçan Iacob .
(trg)="b.MAT.1.15.1"> Eliud was de vader van Eleazar ; Eleazar de vader van Matthan ;

(src)="b.MAT.1.16.1"> Eta Iacob-ec engendra ceçan Ioseph Mariaren senharra , ceinaganic iayo içan baita Iesus , cein erraiten baita Christ .
(trg)="b.MAT.1.16.1"> Matthan was de vader van Jakob ; Jakob de vader van Jozef , die getrouwd was met Maria , de moeder van Jezus , die Christus genoemd wordt .

(src)="b.MAT.1.17.1"> Bada Abrahamganic Dauidgananoco generatione guciac , dirade hamalaur generatione .
(src)="b.MAT.1.17.2"> Eta Dauidganic Babylonerat eraman içan ciraden arteranocoac , hamalaur generatione .
(src)="b.MAT.1.17.3"> Eta Babylonerat eraman içan ciradenetic Christgananocoac , hamalaur generatione .
(trg)="b.MAT.1.17.1"> Van Abraham tot David zijn dus veertien generaties , van David tot de verbanning naar Babel ook veertien generaties , en van de verbanning tot de geboorte van Christus nog eens veertien generaties .

(src)="b.MAT.1.18.1"> Bada Iesus Christen sortzea hunela içan da .
(src)="b.MAT.1.18.2"> Ecen Maria haren ama Iosephequin fedatua cela , hec elkargana gabe , içorra eriden cedin Spiritu sainduaganic .
(trg)="b.MAT.1.18.1"> Aan de geboorte van Jezus Christus gingen enkele bijzondere gebeurtenissen vooraf .
(trg)="b.MAT.1.18.2"> Toen Zijn moeder Maria met Jozef verloofd was ( en dus nog niet met hem samenwoonde ) bleek zij in verwachting te zijn door de Heilige Geest .

(src)="b.MAT.1.19.1"> Orduan bere senhar Iosephec , ceren iusto baitzen eta ezpaitzuen hura diffamatu nahi , secretuqui vtzi nahi vkan çuen .
(trg)="b.MAT.1.19.1"> Jozef wilde de verloving verbreken .
(trg)="b.MAT.1.19.2"> Maar omdat hij een goed man was , besloot hij het in stilte te doen om haar de schande te besparen .

(src)="b.MAT.1.20.1"> Baina gauça hauc gogoan cerabiltzala , huná , Iaunaren Aingueruä aguer cequion ametsetaric , cioela , Ioseph Dauid-en semeá , ezaicela beldur eure emazte Mariaren hartzera : ecen hartan concebitu dena , Spiritu sainduaganic duc .
(trg)="b.MAT.1.20.1"> Terwijl hij hierover lag na te denken , kreeg hij een droom en zag een engel van God naast zich staan .
(trg)="b.MAT.1.20.2"> " Jozef , zoon van David " , zei de engel , " u kunt gerust met Maria trouwen .

(src)="b.MAT.1.21.1"> Eta erdiren duc seme batez eta deithuren duc haren icena Iesus .
(src)="b.MAT.1.21.2"> Ecen harc saluaturen dic bere populua hayen bekatuetaric .
(trg)="b.MAT.1.21.1"> Zij is in verwachting door de Heilige Geest .
(trg)="b.MAT.1.21.2"> Zij zal een zoon krijgen , die u Jezus moet noemen .
(trg)="b.MAT.1.21.3"> Dat betekent ' God redt ' .

(src)="b.MAT.1.22.1"> Bada haur gucia eguin içan da , Iaunac Prophetáz erran vkan çuena compli ledinçát , cioela ,
(trg)="b.MAT.1.22.1"> Want Hij zal Zijn volk redden van de zonden .
(trg)="b.MAT.1.22.2"> Daardoor zal in vervulling gaan wat God door de profeet Jesaja heeft gezegd :

(src)="b.MAT.1.23.1"> Huná , virginabat içorra içanen da , eta erdiren da seme batez , eta deithuren duté haren icena Emmanuel , cein erran nahi baita hambat nola , Iaincoa gurequin .
(trg)="b.MAT.1.23.1"> Een maagd zal een kind krijgen !
(trg)="b.MAT.1.23.2"> En zij zal het kind Immanuël noemen .
(trg)="b.MAT.1.23.3"> Dit betekent ' God is met ons . "

(src)="b.MAT.1.24.1"> Lotaric iratzarturic bada Iosephec eguin ceçan Aingueruäc manatu ceraucan beçala , eta har ceçan bere emaztea .
(trg)="b.MAT.1.24.1"> Daarna werd Jozef wakker .

(src)="b.MAT.1.25.1"> Eta etzeçan hura eçagut , bere lehen semeaz erdi cedino : eta deiceçan haren icena Iesus .
(trg)="b.MAT.1.25.1"> Hij deed wat de engel had gezegd en trouwde met Maria .
(trg)="b.MAT.1.25.2"> Maar hij had geen gemeenschap met haar tot na de geboorte van het kind .
(trg)="b.MAT.1.25.3"> En Jozef noemde Hem Jezus .

(src)="b.MAT.2.1.1"> Iayo cenean bada Iesus Bethlehem Iudeacoan regue Herodesen demborán , huná , Çuhurrac Orientetic ethor citecen Ierusalemera ,
(trg)="b.MAT.2.1.1"> Jezus werd geboren in Bethlehem in de provincie Judea .
(trg)="b.MAT.2.1.2"> Koning Herodes was toen aan het bewind .
(trg)="b.MAT.2.1.3"> In dezelfde tijd kwamen er enkele sterrenkundigen uit het oosten naar Jeruzalem .

(src)="b.MAT.2.2.1"> Cioitela , Non da Iuduén regue iayo dena ? ecen ikussi dugu haren içarra Orientean , eta ethorri gara hura adora deçagunçat .
(trg)="b.MAT.2.2.1"> " Waar kunnen wij de nieuwe koning van de Joden vinden ? " vroegen zij .
(trg)="b.MAT.2.2.2"> " Want in ons land , ver in het oosten , hebben wij een bijzondere ster zien opgaan .
(trg)="b.MAT.2.2.3"> Daardoor wisten wij dat de grote Joodse koning geboren was .
(trg)="b.MAT.2.2.4"> Wij zijn gekomen om Hem eer te bewijzen . "

(src)="b.MAT.2.3.1"> Bada regue Herodes ençunic hori trubla cedin , eta Ierusaleme gucia harequin .
(trg)="b.MAT.2.3.1"> Toen koning Herodes dit hoorde , raakte hij in paniek .
(trg)="b.MAT.2.3.2"> In de stad was de spanning voelbaar .

(src)="b.MAT.2.4.1"> Eta bilduric Sacrificadore principal guciac eta populuaren Scribác , informa cedin hetaric non Christ sortzeco cen .
(trg)="b.MAT.2.4.1"> Hij riep de leidende priesters en de godsdienstleraars bijeen en vroeg of zij wisten waar de Christus zou worden geboren .

(src)="b.MAT.2.5.1"> Eta hec erran cieçoten , Bethlehem Iudeacoan , ecen hunela scribatua duc Prophetáz ,
(trg)="b.MAT.2.5.1"> " In Bethlehem " , antwoordden zij .
(trg)="b.MAT.2.5.2"> " In Judea .
(trg)="b.MAT.2.5.3"> Want de profeet Micha heeft geschreven :

(src)="b.MAT.2.6.1"> Eta hi Bethlehem Iudaco lurrá , ezaiz Iudaco gobernadorén arteco chipiena , ecen hireganic ilkiren duc , Israel ene populua bazcaturen duen gobernadorea .
(trg)="b.MAT.2.6.1"> ' Bethlehem in Efratha , u bent één van de kleinste steden in Juda , maar toch zult u de geboorteplaats zijn van onze Koning , die mijn volk zal leiden . "

(src)="b.MAT.2.7.1"> Orduan Herodes secretuqui Çuhurrac deithuric informa cedin hetaric diligentqui , içarra aguertu içan çayen demboráz :
(trg)="b.MAT.2.7.1"> Herodes liet de sterrenkundigen in het geheim bij zich komen .
(trg)="b.MAT.2.7.2"> Na te hebben uitgehoord wanneer zij de ster voor het eerst hadden gezien , liet hij hen gaan en zei :

(src)="b.MAT.2.8.1"> Eta hec Bethlehemerat igorriric , erran cieçén , Ioanic informa çaitezte diligentqui haourtchoaz : eta eriden duqueçuenean , iaquin eraci ieçadacue , nic-ere ethorriric adora deçadan hura .
(trg)="b.MAT.2.8.1"> " Ga naar Bethlehem en zoek het kind .
(trg)="b.MAT.2.8.2"> Als u het hebt gevonden , kom dan terug om mij er alles over te vertellen .
(trg)="b.MAT.2.8.3"> Want ik wil Hem ook eer gaan bewijzen . "

(src)="b.MAT.2.9.1"> Hec bada reguea ençunic parti citecen : eta huná , Orientean ikussi vkan çuten içarra hayén aitzinean ioaiten cen , haourtchoa cen lekuaren gainera ethorriric gueldi cedino .
(trg)="b.MAT.2.9.1"> Toen reisden de sterrenkundigen verder .
(trg)="b.MAT.2.9.2"> Tot hun verrassing stond de bijzondere ster , die zij in het oosten hadden gezien , plotseling wéér aan de hemel .

(src)="b.MAT.2.10.1"> Eta içarra ikussiric bozcario handiz boz citecen haguitz .
(trg)="b.MAT.2.10.1"> De ster ging voor hen uit en bleef stilstaan boven het huis waar het kind woonde .

(src)="b.MAT.2.11.1"> Eta etchera sarthuric eriden ceçaten haourtchoa bere ama Mariarequin : eta ahozpez adora ceçaten hura , eta bere thesaurac desplegaturic presenta cietzoten estrenác , vrrhe , encensu , eta myrrha .
(trg)="b.MAT.2.11.1"> Zij gingen naar binnen en vonden het kind en Zijn moeder Maria .
(trg)="b.MAT.2.11.2"> Eerbiedig knielden zij voor Hem neer .
(trg)="b.MAT.2.11.3"> Zij gaven Hem kostbare geschenken : goud , wierook en mirre .

(src)="b.MAT.2.12.1"> Eta diuinoqui ametsetan aduertitu içanic ezlitecen Herodesgana itzul , berce bidez retira citecen bere comarcarát .
(trg)="b.MAT.2.12.1"> Maar zij gingen niet via Jeruzalem naar hun land terug .
(trg)="b.MAT.2.12.2"> God had hen in een droom gewaarschuwd niet bij Herodes langs te gaan .
(trg)="b.MAT.2.12.3"> Daarom kozen zij een andere weg .

(src)="b.MAT.2.13.1"> Bada hec retiratu eta , huná , Iaunaren Aingueruä aguertzen çayó Iosephi , dioela , Iaiquiric har itzac haourtchoa eta haren ama , eta ihes eguic Egyptera : eta aicén han nic darraqueadano : ecen Herodesec bilhaturen dic haourtchoa hiltzeco .
(trg)="b.MAT.2.13.1"> Nadat zij waren vertrokken , zag Jozef in een droom een engel van God .
(trg)="b.MAT.2.13.2"> " Luister , Jozef " , zei hij .
(trg)="b.MAT.2.13.3"> " Vlucht met het kind en Zijn moeder naar Egypte en blijf daar tot ik zeg dat u kunt terugkomen .
(trg)="b.MAT.2.13.4"> Want Herodes zal alles doen om het kind te doden . "

(src)="b.MAT.2.14.1"> Iosephec bada iratzarri eta , har citzan haourtchoa eta haren ama gauaz , eta retira cedin Egyptera .
(trg)="b.MAT.2.14.1"> Jozef stond meteen op en vertrok diezelfde nacht nog met Maria en het kind naar Egypte .
(trg)="b.MAT.2.14.2"> Hij bleef daar tot Herodes gestorven was .

(src)="b.MAT.2.15.1"> Eta egon cedin han Herodesen finerano , Iaunac Prophetáz erran çuena compli ledinçát , cioela Egyptetic deithu vkan dut neure Semea .
(trg)="b.MAT.2.15.1"> Daarmee werden de woorden van de profeet Hosea werkelijkheid : " Toen Israël nog een kind was , hield Ik van hem als van een zoon en Ik haalde mijn zoon uit Egypte . "

(src)="b.MAT.2.16.1"> Orduan Herodesec ikussiric nola Çuhurréz enganatu içan cen , asserre cedin haguitz : eta bere gendea igorriric hil citzan Bethlehemen eta haren aldiri gucietan ciraden haour bi vrthetaco eta behereco guciac , Çuhurretaric diligentqui informatu içan cen demboraren araura .
(trg)="b.MAT.2.16.1"> Herodes was woedend toen hij ontdekte dat de sterrenkundigen stiekem het land hadden verlaten .
(trg)="b.MAT.2.16.2"> Hij stuurde een afdeling soldaten naar Bethlehem en liet daar alle jongetjes , jonger dan twee jaar , doden .
(trg)="b.MAT.2.16.3"> Niet alleen in de stad zelf , maar ook in de omgeving .
(trg)="b.MAT.2.16.4"> De sterrenkundigen hadden namelijk gezegd dat het ongeveer twee jaar geleden was dat zij de ster voor het eerst hadden gezien .

(src)="b.MAT.2.17.1"> Orduan compli cedin Iaunac Hieremias Prophetáz erran vkan çuena , cioela ,
(trg)="b.MAT.2.17.1"> Zo gebeurde wat de profeet Jeremia al lang geleden had gezegd :

(src)="b.MAT.2.18.1"> Voza Rhaman ençun içan da , deithore eta nigar eta auhen handi .
(src)="b.MAT.2.18.2"> Rachel bere haourracgatic nigarrez egon , eta ezta consolatu nahi içan , ceren eztiraden .
(trg)="b.MAT.2.18.1"> " In Rama wordt bitter getreurd .
(trg)="b.MAT.2.18.2"> Rachel huilt om haar kinderen en wil zich niet laten troosten .
(trg)="b.MAT.2.18.3"> Er zijn geen kinderen meer over . "

(src)="b.MAT.2.19.1"> Baina Herodes hil eta , huná , Iaunaren Aingueruä aguer cequión ametsetan Iosephi Egypten ,
(trg)="b.MAT.2.19.1"> Na de dood van koning Herodes zag Jozef in een droom opnieuw een engel van God .

(src)="b.MAT.2.20.1"> Cioela , iaiquiric har itzac haourtchoa eta haren ama eta ioan adi Israeleco lurrerát , ecen haourtchoaren arimaren ondoan çabiltzanac hil içan dituc .
(trg)="b.MAT.2.20.1"> Hij zei : " Ga met het kind en Zijn moeder terug naar Israël .
(trg)="b.MAT.2.20.2"> Want de mensen die Hem wilden doden , zijn gestorven . "

(src)="b.MAT.2.21.1"> Harc bada iratzarri eta , har citzan haourtchoa eta haren ama , eta ethor cedin Israeleco lurrera .
(trg)="b.MAT.2.21.1"> Jozef verliet met zijn gezin het land Egypte en ging naar Israël terug .
(trg)="b.MAT.2.21.2"> Hij durfde echter niet naar Judea te gaan , omdat hij had gehoord dat Herodes ' zoon Archelaüs daar nu de macht in handen had .
(trg)="b.MAT.2.21.3"> In een droom zei God hem naar de provincie Galilea te gaan .

(src)="b.MAT.2.23.1"> Eta hara ethorriric habita cedin Nazareth deitzen den hirian : Prophetéz erran içan cena compli ledinçat , ecen Nazareno deithuren cela .
(trg)="b.MAT.2.23.1"> Daar gingen zij wonen in het stadje Nazareth .
(trg)="b.MAT.2.23.2"> Dat klopte met de woorden van de profeten , die hadden voorspeld dat de Messias ' Nazoreeër ' zou worden genoemd .

(src)="b.MAT.3.1.1"> Bada dembora hartan ethor cedin Ioannes baptista , predicatzen çuela Iudeaco desertuan :
(trg)="b.MAT.3.1.1"> Terwijl zij nog in Nazareth woonden , begon Johannes de Doper te preken in de woestijn van Judea .

(src)="b.MAT.3.2.1"> Eta cioela , Emenda çaitezte : ecen ceruètaco resumá hurbil da .
(trg)="b.MAT.3.2.1"> Hij riep iedereen toe : " Houd op met zondigen , want het Koninkrijk van de hemelen is vlakbij ! "

(src)="b.MAT.3.3.1"> Ecen haur da Esaias Prophetáz erran içan cena , cioela , Desertuan oihuz dagoenaren voza da , Appain eçaçue Iaunaren bidea , çucen itzaçue haren bidescác .
(trg)="b.MAT.3.3.1"> De profeet Jesaja doelde op deze man , toen hij honderden jaren eerder zei : " Luister !
(trg)="b.MAT.3.3.2"> Ik hoor de stem van iemand die luidkeels roept : ' Baan voor de Here een weg in de wildernis ; maak een rechte en vlakke weg door de woestijn ' . "

(src)="b.MAT.3.4.1"> Ioannes hunec bada çuen bere abillamendua camellu biloz , eta larruzco guerricoa bere guerruncean inguru : eta haren viandá cen othiz eta bassa eztiz .
(trg)="b.MAT.3.4.1"> Johannes droeg kleren van kameelhaar en had een leren riem om .
(trg)="b.MAT.3.4.2"> Hij at sprinkhanen en honing van wilde bijen .

(src)="b.MAT.3.5.1"> Orduan ethor cedin harengana Ierusaleme eta Iudea gucia , eta Iordanaren inguruco comarca gucia .
(trg)="b.MAT.3.5.1"> De mensen kwamen van alle kanten naar hem toe ; uit Jeruzalem , het Jordaandal en zelfs uit heel Judea .

(src)="b.MAT.3.6.1"> Eta batheyatzen ciraden harenganic Iordanean , bere bekatuac confessatzen cituztela .
(trg)="b.MAT.3.6.1"> Ieder die zijn zonden beleed , werd door hem gedoopt in de rivier de Jordaan .

(src)="b.MAT.3.7.1"> Ikussiric bada anhitz Phariseuetaric eta Sadduceuetaric ethorten ciradela haren baptismora , erran ciecén , Vipera castá , norc auisatu çaituzte hira ethortecoari ihes daguioçuen ?
(trg)="b.MAT.3.7.1"> Er kwamen ook verscheidene Farizeeërs en Sadduceeërs naar hem toe om zich te laten dopen .
(trg)="b.MAT.3.7.2"> Toen hij hen zag , begon hij hun de les te lezen .
(trg)="b.MAT.3.7.3"> " Stelletje listige slangen ! " riep hij .
(trg)="b.MAT.3.7.4"> " Wie heeft u voor de wraak van God gewaarschuwd ?

(src)="b.MAT.3.8.1"> Eguin itzaçue bada fructuac emendamenduaren digneac .
(trg)="b.MAT.3.8.1"> Laat eerst maar eens in uw leven de gevolgen van de bekering zichtbaar worden .

(src)="b.MAT.3.9.1"> Eta ezteçaçuela presumi ceuroc baithan erraitera , Abraham dugu aita : ecen badiotsuet , Iaincoac harri hautaric-ere Abrahami haour suscita ahal dieçaqueola .
(trg)="b.MAT.3.9.1"> Denk nou maar niet dat u vrijuit gaat omdat u Joden bent .
(trg)="b.MAT.3.9.2"> Want God kan zelfs deze stenen in Joden veranderen .

(src)="b.MAT.3.10.1"> Bada ia aizcorá arborén errora eçarria da : beraz arbore fructu onic eguiten eztuen gucia piccatzen da eta sura egoizten .
(trg)="b.MAT.3.10.1"> De bijl van Gods oordeel ligt trouwens al onder de bomen .
(trg)="b.MAT.3.10.2"> Elke boom die geen goede vruchten draagt , wordt omgehakt en verbrand .

(src)="b.MAT.3.11.1"> Eguia da , nic batheyatzen çaituztet vrez emendamendutara : baina ene ondoan ethorten dena , ni baino borthitzago da , ceinen çapatén ekarteco ezpainaiz digne : harc batheyaturen çaituzté Spiritu sainduaz eta suz .
(trg)="b.MAT.3.11.1"> Ik doop met water als teken van de bekering .
(trg)="b.MAT.3.11.2"> Straks komt er Iemand , die veel belangrijker is dan ik .
(trg)="b.MAT.3.11.3"> Ik ben het niet eens waard Zijn slaaf te zijn .
(trg)="b.MAT.3.11.4"> Hij zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur .

(src)="b.MAT.3.12.1"> Bere bahea bere escuan du , eta garbituren du bere larraina : eta bilduren du bere oguibihia granerera : baina lastoa choil erreren du behinere hiltzen ezten suan .
(trg)="b.MAT.3.12.1"> Hij staat klaar om het kaf van het koren te scheiden .
(trg)="b.MAT.3.12.2"> Het koren zal Hij opslaan in de schuur .
(trg)="b.MAT.3.12.3"> Maar het kaf zal Hij verbranden in een vuur dat nooit uitgaat . "

(src)="b.MAT.3.13.1"> Orduan ethor cedin Iesus Galileatic Iordanera Ioannesgana , harenganic batheya ledinçát .
(trg)="b.MAT.3.13.1"> Jezus verliet Galilea en ging naar Johannes om Zich ook door hem in de Jordaan te laten dopen .

(src)="b.MAT.3.14.1"> Baina Ioannesec haguitz empatchatzen çuen hura , cioela , Nic behar diat hireganic batheyatu , eta hi ethorten aiz enegana ?
(trg)="b.MAT.3.14.1"> Maar Johannes wilde dat niet doen .
(trg)="b.MAT.3.14.2"> " Ik moet door U worden gedoopt " , protesteerde hij , " in plaats van U door mij . "

(src)="b.MAT.3.15.1"> Eta ihardesten çuela Iesusec erran cieçón , Vtzac oraingotz : ecen hunela complitu behar diagu iustitia gucia .
(src)="b.MAT.3.15.2"> Orduan vtzi ceçan eguitera .
(trg)="b.MAT.3.15.1"> " Toch wil Ik dat je Mij doopt " , antwoordde Jezus .
(trg)="b.MAT.3.15.2"> " Want we moeten precies doen wat God van ons verlangt . "
(trg)="b.MAT.3.15.3"> Toen doopte Johannes Hem .

(src)="b.MAT.3.16.1"> Eta Iesus batheyatu cenean , bertan ilki cedin vretic : eta huná , irequi içan çaizcan ceruäc , eta ikus ceçan Iaincoaren Spiritua vsso columba baten guissán iausten eta haren gainera ethorten
(trg)="b.MAT.3.16.1"> Na gedoopt te zijn , klom Jezus meteen op de oever .
(trg)="b.MAT.3.16.2"> De hemel scheurde open en Johannes zag dat de Geest van God in de vorm van een duif op Jezus neerdaalde .

(src)="b.MAT.3.17.1"> Eta huná vozbat cerutic , cioela , Haur da ene Seme maitea , ceinetan neure atseguin ona hartzen baitut .
(trg)="b.MAT.3.17.1"> Een stem uit de hemel zei : " Dit is mijn geliefde Zoon ; Hij verheugt mijn hart . "

(src)="b.MAT.4.1.1"> Orduan Iesus eraman cedin Spirituaz desertura , deabruaz tenta ledinçát .
(trg)="b.MAT.4.1.1"> Daarna werd Jezus door de Heilige Geest naar de woestijn geleid om door de duivel op de proef te worden gesteld .

(src)="b.MAT.4.2.1"> Eta barurtu cituenean berroguey egun eta berroguey gau , finean gosse cedin .
(trg)="b.MAT.4.2.1"> Hij bleef daar veertig dagen en veertig nachten .
(trg)="b.MAT.4.2.2"> Al die tijd at Hij niet en tenslotte kreeg Hij honger .

(src)="b.MAT.4.3.1"> Eta ethorriric harengana tentaçaleac erran ceçan , Baldin Iaincoaren Semea bahaiz , errac harri hauc ogui eguin ditecen .
(trg)="b.MAT.4.3.1"> De duivel kwam naar Hem toe en zei : " Verander deze stenen toch in brood .
(trg)="b.MAT.4.3.2"> Dan is dat het bewijs dat U de Zoon van God bent . "

(src)="b.MAT.4.4.1"> Baina harc ihardesten çuela erran ceçan , Scribatua duc , Ezta guiçona ogui beretic vicico , baina Iaincoaren ahotic ilkiten den hitz orotaric .
(trg)="b.MAT.4.4.1"> " Nee " , antwoordde Jezus , " want in de Boeken staat dat eten niet het belangrijkste is , maar dat echt leven bestaat uit het gehoorzamen van elk gebod van God . "

(src)="b.MAT.4.5.1"> Orduan hura du eramaiten deabruac Ciuitate saindura , eta du eçarten templeco pinacle gainean .
(trg)="b.MAT.4.5.1"> Toen nam de duivel Hem mee naar het dak van de tempel in Jeruzalem

(src)="b.MAT.4.6.1"> Eta diotsó , Baldin Iaincoaren Semea bahaiz , egotzac eure buruä beherera : ecen scribatua duc , Ecen cargu emanen drauèla hiçaz bere Aingueruèy , eta bere escuetan eramanen autela , eure oinaz harrian behaztopa ezadinçát .
(trg)="b.MAT.4.6.1"> " Laat nu eens zien dat U de Zoon van God bent " , zei hij .
(trg)="b.MAT.4.6.2"> " Spring naar beneden !
(trg)="b.MAT.4.6.3"> Er staat immers in de Boeken dat God Zijn engelen zal sturen om U te beschermen .
(trg)="b.MAT.4.6.4"> Die zullen er wel voor zorgen dat U niet te pletter valt . "

(src)="b.MAT.4.7.1"> Erran cieçon Iesusec , Berriz scribatua duc , Eztuc tentaturen eure Iainco Iauna .
(trg)="b.MAT.4.7.1"> Jezus antwoordde : " Er staat ook dat wij de Here , onze God , niet mogen uitdagen . "

(src)="b.MAT.4.8.1"> Berriz hura du eramaiten deabruac gucizco mendi gora batetara , eta eracusten drautza munduco resuma guciac eta hetaco gloriá :
(trg)="b.MAT.4.8.1"> De duivel gaf het niet op en nam Hem mee naar een heel hoge berg .
(trg)="b.MAT.4.8.2"> Hij liet Hem alle landen van de wereld zien , met al hun pracht en praal .

(src)="b.MAT.4.9.1"> Eta diotsó , Hauc gucioc emanen drauzquiat , baldin ahozpez adora baneçac .
(trg)="b.MAT.4.9.1"> " Dat zal ik U allemaal geven " , zei hij , " als U voor mij neerknielt en mij eert . "

(src)="b.MAT.4.10.1"> Orduan diotsó Iesusec , Habil Satan , ecen scribatua duc : Eure Iainco Iauna adoraturen duc , eta hura bera cerbitzaturen duc .
(trg)="b.MAT.4.10.1"> " Ga weg , satan " , zei Jezus .
(trg)="b.MAT.4.10.2"> " Er staat immers in de Boeken : ' Geef niemand anders eer dan de Here , uw God .
(trg)="b.MAT.4.10.3"> Doe alleen wat Hij zegt . "

(src)="b.MAT.4.11.1"> Orduan vtziten du hura deabruac : eta huná , Aingueruäc ethor citecen , eta cerbitzatzen çuten hura .
(trg)="b.MAT.4.11.1"> De duivel liet Jezus met rust en ging weg .
(trg)="b.MAT.4.11.2"> Toen wamen er engelen om voor Jezus te zorgen .

(src)="b.MAT.4.12.1"> Eta ençun vkan çuenean Iesusec , ecen Ioannes presonér cela , retira cedin Galileara .
(trg)="b.MAT.4.12.1"> Toen Jezus hoorde dat Johannes de Doper was gevangen genomen , ging Hij terug naar Nazareth in Galilea .

(src)="b.MAT.4.13.1"> Eta vtziric Nazareth , ethor cedin eta habita Capernaum itsas aldecoan , Zabulongo eta Nephthalingo bazterretan :
(trg)="b.MAT.4.13.1"> Niet lang daarna verhuisde Hij naar Kapernaüm , een stadje aan het meer van Galilea , in het gebied van Zebulon en Naftali .

(src)="b.MAT.4.14.1"> Compli ledinçát Esaias Prophetáz erran içan cena , cioela ,
(trg)="b.MAT.4.14.1"> Dat was in overeenstemming met wat de profeet Jesaja had gezegd :

(src)="b.MAT.4.15.1"> Zabulongo lurrá eta Nephtalingo lurrá itsassorraco bide aldean Iordanaz berce aldetic , Gentilén Galileá :
(trg)="b.MAT.4.15.1"> " Zoals Hij aanvankelijk smaad heeft gebracht over het land Zebulon en het land Naftali , brengt Hij later glorie naar de weg van de zee aan de andere zijde van de Jordaan , het woongebied van de heidenen .

(src)="b.MAT.4.16.1"> Populu ilhumbean cetzanac argui handi ikussi vkan du : eta herioaren regionean eta itzalean ceunçaney argui altchatu içan çaye .
(trg)="b.MAT.4.16.1"> Het volk dat in de duisternis voortgaat , zal een groot Licht zien ; een Licht , dat straalt over hen die in een land van dichte duisternis wonen . "

(src)="b.MAT.4.17.1"> Orduan-danic has cedin Iesus predicatzen , eta erraiten , Emenda çaitezte : ecen hurbil da ceruètaco resumá .
(trg)="b.MAT.4.17.1"> Van toen af begon Jezus de mensen in het openbaar toe te spreken .
(trg)="b.MAT.4.17.2"> " U moet zich bekeren " , zei Hij , " want het Koninkrijk van de hemelen is dichtbij . "

(src)="b.MAT.4.18.1"> Eta Iesusec Galileaco itsas aldean çabilala , ikus citzan bi anaye , Simon , Pierris erraiten dena , eta Andriu haren anayea , egoizten çutela sarea itsassora ( ecen pescadore ciraden . )
(trg)="b.MAT.4.18.1"> Op een dag liep Hij langs het meer van Galilea en zag twee vissers hun net in het water gooien .
(trg)="b.MAT.4.18.2"> Het waren twee broers : Simon ( ook wel Petrus genoemd ) en zijn broer Andreas .

(src)="b.MAT.4.19.1"> Eta dioste , Çatozte ene ondoan , eta eguinen çaituztet guiça pescadore .
(trg)="b.MAT.4.19.1"> Jezus zei tegen hen : " Ga met mij mee .
(trg)="b.MAT.4.19.2"> Dan zal ik een ander soort vissers van jullie maken .
(trg)="b.MAT.4.19.3"> Vissers die mensen voor Mij vangen . "

(src)="b.MAT.4.20.1"> Eta hec bertan vtziric sareac iarreiqui içan çaizcan .
(trg)="b.MAT.4.20.1"> Zij lieten meteen hun netten liggen en gingen met Hem mee .

(src)="b.MAT.4.21.1"> Eta handic aitzinago iraganic , ikus citzan berceric bi anaye , Iaques Zebedeoren semea , eta Ioannes haren anayea , vnci batetan bere aita Zebedeorequin , bere sarén adobatzen ari ciradela : eta dei citzan .
(trg)="b.MAT.4.21.1"> Iets verderop zag Jezus nog twee broers : Jakobus en Johannes , de zonen van Zebedeüs .
(trg)="b.MAT.4.21.2"> Zij zaten bij hun vader in de boot netten te repareren .
(trg)="b.MAT.4.21.3"> Hij riep hen ook .

(src)="b.MAT.4.22.1"> Eta hec bertan vncia eta bere aita vtziric iarreiqui içan çaizcan .
(trg)="b.MAT.4.22.1"> Zij stapten uit de boot , lieten hun vader alleen achter en gingen met Jezus mee .

(src)="b.MAT.4.23.1"> Eta inguratzen çuen Galilea gucia Iesusec , hayén synagoguetan iracasten ari cela , eta resumaco Euangelioa predicatzen çuela , eta sendatzen çuela eritassun mota gucia , eta langore mota gucia populuaren artean .
(trg)="b.MAT.4.23.1"> Jezus trok door heel Galilea .
(trg)="b.MAT.4.23.2"> Hij sprak in de synagogen en vertelde overal de blijde boodschap van het Koninkrijk .
(trg)="b.MAT.4.23.3"> Hij genas de mensen van alle ziekten en kwalen .

(src)="b.MAT.4.24.1"> Orduan io ceçan haren famác Syria gucia : eta presenta cietzoten gaizqui ceuden guciac , eritassun diuersez eta tormentaz eduquiac , eta demoniatuac , eta lunaticoac , eta paralyticoac : eta sendatzen cituen .
(trg)="b.MAT.4.24.1"> Het nieuws over Zijn daden ging door het hele land en bereikte zelfs heel Syrië .
(trg)="b.MAT.4.24.2"> Van alle kanten werden ernstig zieke mensen bij Hem gebracht .
(trg)="b.MAT.4.24.3"> Sommigen hadden boze geesten .
(trg)="b.MAT.4.24.4"> Anderen leden aan vallende ziekte .
(trg)="b.MAT.4.24.5"> Weer anderen waren verlamd .
(trg)="b.MAT.4.24.6"> Maar wat zij ook hadden , Hij genas hen allemaal .

(src)="b.MAT.4.25.1"> Eta gendetze handi iarreiqui cequión Galileatic , eta Decapolistic , eta Ierusalemetic , eta Iudeatic , eta Iordanaz berce aldetic .
(trg)="b.MAT.4.25.1"> Hij werd gevolgd door een menigte mensen .
(trg)="b.MAT.4.25.2"> Zij kwamen uit Galilea , Dekapolis , Jeruzalem , Judea en het Overjordaanse .

(src)="b.MAT.5.1.1"> Iesus bada ikussiric gendetzeac , igan cedin mendi batetara : eta iarri cenean hurbildu içan çaizcan bere discipuluac .
(trg)="b.MAT.5.1.1"> Op een dag , toen er weer heel veel mensen naar Hem toe kwamen , liep Jezus de berg op en ging zitten .
(trg)="b.MAT.5.1.2"> Zijn discipelen kwamen bij Hem .

(src)="b.MAT.5.2.1"> Eta bere ahoa irequiric iracasten cituen , erraiten çuela ,
(trg)="b.MAT.5.2.1"> Hij onderwees hun :

(src)="b.MAT.5.3.1"> Dohatsu dirade spirituz paubreac : ceren hayén baita ceruètaco resumá .
(trg)="b.MAT.5.3.1"> " Gelukkig zijn zij die nederig zijn , want het Koninkrijk van de hemelen is voor hen bestemd .

(src)="b.MAT.5.4.1"> Dohatsu dirade nigarrez daudenac : ceren hec consolaturen baitirade .
(trg)="b.MAT.5.4.1"> Gelukkig zijn zij die verdriet hebben , want zij zullen getroost worden .

(src)="b.MAT.5.5.1"> Dohatsu dirade emeac : ceren hec lurra heretaturen baitute .
(trg)="b.MAT.5.5.1"> Gelukkig zijn de zachtmoedigen , want de aarde is voor hen .

(src)="b.MAT.5.6.1"> Dohatsu dirade iustitiaz gosse eta egarri diradenac : ceren hec asseren baitirade .
(trg)="b.MAT.5.6.1"> Gelukkig zijn de mensen die ernaar hunkeren dat Gods wil wordt uitgevoerd , want zij zullen volkomen tevreden worden gesteld .

(src)="b.MAT.5.7.1"> Dohatsu dirade misericordiosoac : ceren hæy misericordia eguinen baitzaye .
(trg)="b.MAT.5.7.1"> Gelukkig zijn de mensen met een liefdevol en helpend hart , want zij zullen zelf liefde ontmoeten en hulp ontvangen .

(src)="b.MAT.5.8.1"> Dohatsu dirade bihotzez chahu diradenac : ceren hec Iaincoa ikussiren baituté .
(trg)="b.MAT.5.8.1"> Gelukkig zijn de mensen die eerlijk en oprecht zijn , want zij zullen God zien .

(src)="b.MAT.5.9.1"> Dohatsu dirade baquea procuratzen dutenac : ceren hec Iaincoaren haour deithuren baitirade .
(trg)="b.MAT.5.9.1"> Gelukkig zijn de mensen die vrede brengen , want zij zullen zonen van God worden genoemd .

(src)="b.MAT.5.10.1"> Dohatsu dirade iustitiagatic persecutatzen diradenac : ceren hayén baita ceruètaco resumá .
(trg)="b.MAT.5.10.1"> Gelukkig zijn de mensen die vervolgd worden omdat zij Gods wil doen , want het Koninkrijk van de hemelen is voor hen .

(src)="b.MAT.5.11.1"> Dohatsu içanen çarete nehorc iniuria erran drauqueçuenean , eta persecutatu çaituqueztenean , eta hitz gaichto gucia erran duqueitenean çuen contra , gueçurrez ene causaz .
(trg)="b.MAT.5.11.1"> Gelukkig bent u als u beledigingen , vervolgingen , leugens en laster te verdragen krijgt omdat u bij Mij hoort .