# nl/keyzer.xml.gz
# no/berg.xml.gz


(src)="s1.1"> In naam van den lankmoedigen en albarmhartigen God .
(trg)="s1.1"> I Guds , den Barmhjertiges , den Nåderikes navn

(src)="s1.2"> Lof aan God , meester des heelals .
(trg)="s1.2"> Lovet være Gud , all verdens Herre ,

(src)="s1.3"> Den lankmoedige , den albarmhartige .
(trg)="s1.3"> Han , den Barmhjertige , den Nåderike ,

(src)="s1.4"> Rechter op den dag des gerichts .
(trg)="s1.4"> Han , Herren over dommens dag .

(src)="s1.5"> U bidden wij aan , Uwe hulp roepen wij in .
(trg)="s1.5"> Deg tilber vi , vi søker hjelp hos Deg .

(src)="s1.6"> Voer ons langs den rechten weg .
(trg)="s1.6"> Led oss på den rette vei !

(src)="s1.7.0"> Langs den weg dergenen , die zich in Uwe weldaden verheugen .
(src)="s1.7.1"> Niet langs den weg dergenen , die Uwen toorn hebben opgewekt , en niet op dien der dwalenden .
(trg)="s1.7"> Deres vei , som Du har beredt glede , ikke deres , som har vakt Din vrede , eller deres , som har valgt den falske vei .

(src)="s2.1"> A. L. M.
(trg)="s2.1"> Alif Lam Mim

(src)="s2.2"> Dit is het boek , waaromtrent geen twijfel bestaat ; de richtsnoer van de godvreezenden ,
(trg)="s2.2.0"> Dette er skriften , tvil har ingen plass .
(trg)="s2.2.1"> Den gir ledelse for de gudfryktige ,

(src)="s2.3"> Van hen , die de mysteriën gelooven , het gebed nauwlettend doen , en weldaden verspreiden van de bezittingen , die wij hun verleenen .
(trg)="s2.3"> for dem som tror på det skjulte , forretter bønnen , og som gir av det som Vi har gitt dem ,

(src)="s2.4"> Van hen , die aan openbaringen gelooven , u van boven gezonden en voor u gezonden ; van hen die aan het volgend leven gelooven .
(trg)="s2.4"> for dem som tror på det som er åpenbart for deg , og som er åpenbart før din tid , og som er fullt forvisset om det hinsidige .

(src)="s2.5"> Zij alleen zullen door hunnen Heer worden geleid ; zij alleen zullen welzalig zijn .
(trg)="s2.5.0"> Disse er det som følger Herrens ledelse .
(trg)="s2.5.1"> Dem vil det gå godt !

(src)="s2.6"> Den boozen is het gelijk , of gij hun de waarheid verkondigt of niet .
(trg)="s2.6.0"> De vantro , for dem er det likegyldig om du advarer dem eller ikke .
(trg)="s2.6.1"> De vil ikke tro .

(src)="s2.7"> God heeft hunne harten en ooren verzegeld , hunne oogen geblinddoekt en eene verschrikkelijke straf wacht hen .
(trg)="s2.7.0"> Gud har forseglet deres hjerter og ører , og deres øyne er dekket .
(trg)="s2.7.1"> For dem er en svær straff i vente .

(src)="s2.8"> Er zijn menschen , die zeggen : " Wij gelooven aan God en aan het jongste gericht , " en toch behooren zij niet tot het getal der geloovigen .
(trg)="s2.8"> Det er slike som sier : « Vi tror på Gud og dommens dag , » men de er ikke troende .

(src)="s2.9"> Zij trachten God en de geloovigen te misleiden ; maar zij zullen slechts zich zelven misleiden , en begrijpen het niet .
(trg)="s2.9.0"> De vil lure Gud og de troende , men de lurer ingen , unntatt seg selv .
(trg)="s2.9.1"> Men de fatter det ikke .

(src)="s2.10"> Eene ziekte zetelt in hunne harten , en God zal die slechts doen toenemen ; eene pijnlijke straf blijft hun bewaard ; want zij hebben de profeten voor leugenaars gehouden .
(trg)="s2.10.0"> De har en sykdom i sine hjerter , og Gud har latt sykdommen øke på .
(trg)="s2.10.1"> For dem er en smertelig straff i vente , fordi de har løyet .

(src)="s2.11"> Als men hun zegt : " Verleidt de wereld toch niet " dan antwoorden zij : " Verre van daar , wij zijn rechtschapen lieden . "
(trg)="s2.11"> Og blir det sagt til dem : « Skap ikke ufred på jorden , » så sier de : « Vi setter bare tingene på rett plass . »

(src)="s2.12"> Helaas ! zij misleiden de wereld , maar zij begrijpen het niet .
(trg)="s2.12.0"> Sannelig , ufredsskapere er de .
(trg)="s2.12.1"> Men de fatter det ikke .

(src)="s2.13.0"> Zegt men hun : " Gelooft toch , gelijk zoo veel anderen gelooven , " dan antwoorden zij : " Zullen wij gelooven als de zotten ? "
(trg)="s2.13.0"> Og sier man til dem : « Tro nå , slik som godtfolk gjør , » så svarer de : « Skal vi tro som alminnelige tosker ? »

(src)="s2.13.1"> Helaas ! zij zelven zijn zotten , maar zij gevoelen het niet .
(trg)="s2.13.1"> Sannelig , det er de selv som er tosker .
(trg)="s2.13.2"> Men dette forstår de ikke .

(src)="s2.14"> Ontmoeten zij geloovigen , dan zeggen zij : " Wij gelooven ook , ' " maar zoodra zij weder bij hunne verleiders zijn , zeggen zij : " Wij houden het met u , en deze bespotten wij slechts . "
(trg)="s2.14.0"> Når de så møter troende , sier de : « Vi tror , » men når de er alene med sine demoner , sier de til dem : « Vi står last og brast med dere .
(trg)="s2.14.1"> Vi bare drev ap . »

(src)="s2.15"> Maar God zal met hen spotten : Hij zal hen langen tijd in hunne dwaling laten , onzeker heen en weder geslingerd .
(trg)="s2.15.0"> Men Gud skal lære dem å drive ap !
(trg)="s2.15.1"> Han vil la dem ture frem i deres oppsetsighet på deres blinde ferd .

(src)="s2.16"> Zij zijn het , die de dwaling voor de munt der waarheid gekocht hebben ; maar hun handel heeft hun geen winst opgebracht ; want zij zijn van den rechten weg afgedwaald .
(trg)="s2.16.0"> De har kjøpt villfarelse for rettlednings pris .
(trg)="s2.16.1"> Men dette er en dårlig handel , og de er ikke på rett vei .

(src)="s2.17"> Zij gelijken op hem , die een vuur ontsteekt en dat , wanneer het zijn licht op de omringende voorwerpen heeft geworpen , door God wordt uitgebluscht , hen in de duisternis latende opdat zij niet kunnen zien .
(trg)="s2.17"> De kan sammenlignes med at noen tenner opp ild , men når den lyser opp , tar Gud deres lys bort og lar dem sitte i mørket uten å se .

(src)="s2.18"> Doof , stom en blind zijn zij en kunnen daarom op den afgelegden weg niet terugkeeren .
(trg)="s2.18"> Døve , stumme , blinde , finner de ingen vei tilbake .

(src)="s2.19"> Of zij zijn gelijk aan hen , die , wanneer een van regen zwangere wolk met donder en weêrlicht van den hemel nederdaalt , voor het gerol van den donder en omdat zij den dood vreezen , hunne ooren met hunne vingers dichtstoppen , terwijl God de ongeloovigen aan alle zijden aangrijpt .
(trg)="s2.19.0"> Eller , det er som om det var i et skybrudd fra oven , med mørke , torden og lyn .
(trg)="s2.19.1"> De putter fingrene i ørene for tordenen , livende redde .

(src)="s2.20.0"> Weinig is er slechts noodig , opdat de bliksem hun het gezicht ontroove ; als de bliksem alles om hen heen verlicht , wandelen zij in zijn licht ; wordt het weder duister om hen heen , dan staan zij onbewegelijk .
(trg)="s2.20.0"> Lynglimtene nesten blender dem .
(trg)="s2.20.1"> Hver gang det lyser opp for dem , går de fremover , men når det blir mørkt rundt dem , står de stille .

(src)="s2.20.1"> Als God slechts wilde , zou Hij hen van het gezicht en gehoor berooven ; want Hij is Almachtig .
(trg)="s2.20.2"> Hvis det var Guds vilje , kunne Han frata dem både hørsel og syn !
(trg)="s2.20.3"> Gud evner alt !

(src)="s2.21"> Menschen dient uwen Heer , die u en uwen voorgangers heeft geschapen , opdat gij Hem vereert .
(trg)="s2.21"> Dere mennesker , tjen Herren , Han som har skapt dere og dem som var før dere , så dere må bli gudfryktige –

(src)="s2.22.0"> Hij heeft u de aarde tot een tapijt en den hemel tot een overwelfsel gegeven .
(src)="s2.22.1"> Hij laat het water van den hemel stroomen , om vruchten tot uw onderhoud voort te brengen .
(trg)="s2.22.0"> Han som har gjort jorden til leie og himmelen til tak , Han som sender regn fra oven , hvorved Han frembringer frukter til næring for dere .

(src)="s2.22.2"> Stel dus geen gelijke naast God , tegen beter weten aan .
(trg)="s2.22.1"> Sett ingen ved Guds side , når dere vet bedre !

(src)="s2.23"> Twijfelt gij aan het boek , dat wij onzen dienaar hebben geopenbaard , brengt dan , al is het slechts een der hoofdstukken voort , die het bevat , roept uwen getuigen buiten God ter hulp , indien gij waarheid spreekt .
(trg)="s2.23"> Om dere huser tvil om det Vi har åpenbart for Vår tjener , så bring en sure like godt , og kall frem de vitner dere har , som ikke er Gud , om dere snakker sant !

(src)="s2.24"> Doet gij dit niet , en gij zult het niet doen , vreest dan voor de ongeloovigen het vuur dat menschen en steenen verteert .
(trg)="s2.24"> Men greier dere det ikke , og dere vil aldri greie det , så pass dere for Ilden , hvis brensel er mennesker og steiner , gjort klar for de vantro !

(src)="s2.25.0"> Verkondig hun die gelooven en wel doen , dat zij tuinen tot woonplaats zullen hebben , van beken doorsneden , Iederen keer als zij eenig voedsel van de vruchten dier tuinen zullen nemen , zullen zij uitroepen : " Ziedaar de vruchten , waarmede wij ons vroeger hebben gevoed " , zoo zullen zij daarop gelijken .
(trg)="s2.25.0"> Men bebud for dem som tror og lever rettskaffent , at det venter dem haver , hvor bekker sildrer .
(trg)="s2.25.1"> Når frukt derfra blir gitt dem å spise , sier de : « Dette er jo som det vi før fikk å spise , » og det de får , ligner på det .

(src)="s2.25.1"> Daar zullen zij reine en onbevlekte vrouwen vinden , en eeuwig zullen zij daar verwijlen .
(trg)="s2.25.2"> Og det venter dem rene hustruer .
(trg)="s2.25.3"> Der skal de være og bli !

(src)="s2.26.0"> Voorwaar God behoeft zich niet te schamen , vergelijkingen met insecten of nog kleinere voorwerpen te maken .
(trg)="s2.26.0"> Gud forsmår ikke å bruke fra den minste mygg som lignelse .

(src)="s2.26.1"> De geloovigen wisten , dat slechts waarheid van hunnen Heer komt ; maar de ongeloovigen zeggen : " Wat heeft God met deze vergelijkingen bedoeld ?
(trg)="s2.26.1"> De troende forstår at deri ligger sannhet fra Herren .
(trg)="s2.26.2"> De vantro derimot sier : « Hva kan nå Gud mene med noe slikt ? »

(src)="s2.26.2"> Hij doet velen daardoor dwalen en wijst anderen daardoor terecht , maar slechts de boozen zullen dwalen .
(trg)="s2.26.3"> Med dette villeder Han mange , og rettleder mange , men Han villeder bare de syndefulle ,

(src)="s2.27"> Die het met God aangegane verbond verbreken ; die het door hem vereenigde zullen scheiden , die verderf op aarde stichten , zullen ondergaan .
(trg)="s2.27.0"> slike som bryter forpliktelsene overfor Gud etter at de er inngått , som skjærer over det Gud har befalt skal høre sammen , og skaper ufred på jorden .
(trg)="s2.27.1"> Disse vil bli tapere .

(src)="s2.28.0"> Hoe kunt gij God verloochenen ?
(trg)="s2.28.0"> Hvordan kan dere avvise å tro på Gud ?

(src)="s2.28.1"> Gij waart eens dood ; Hij heeft u het leven hergeven en Hij zal u weder dooden en weder levend maken ; dan zult gij eens tot hem terugkeeren ?
(trg)="s2.28.1"> Dere var uten liv , og Han gav dere liv .
(trg)="s2.28.2"> Så vil Han la dere dø , og så vil Han atter gi dere liv og la dere vende tilbake , til Ham .

(src)="s2.29"> Hij is het , die alles op de aarde voor u geschapen heeft , daarna den hemel uitbreidde en dien tot zeven hemelen maakte ; Hij , de alwetende . "
(trg)="s2.29.0"> Han har skapt for dere alt som på jorden er .
(trg)="s2.29.1"> Så begav Han seg til himmelen , og formet de syv himler .

(src)="s2.30.0"> Toen God tot de engelen zeide : " Ik wil een stadhouder op aarde plaatsen , " zeiden zij : " Zult Gij er een plaatsen , die daar wanorde sticht en bloed vergiet ?
(src)="s2.30.1"> Wij echter zingen Uw lof en heiligen U. "
(trg)="s2.30.0"> En gang sa Herren til englene : « Jeg vil sette en forvalter på jorden . »
(trg)="s2.30.1"> De svarte : « Vil Du innsette en som lager ufred og blodsutgytelse , mens vi , vi lovsynger Din pris og Din hellighet ? »

(src)="s2.30.2"> Hij zeide echter ; " Ik weet wat gij niet weet . "
(trg)="s2.30.2"> Gud sa : « Jeg vet hva dere ikke vet . »

(src)="s2.31"> God leerde daarop aan Adam de namen van alle dingen , en vertoonde die daarop aan de engelen , zeggende : " Noem mij de namen dezer dingen indien gij oprecht zijt . "
(trg)="s2.31"> Og Han lærte Adam alle tings navn – viste dem derpå for englene , og sa : « Si meg disses navn , om dere skal være ærlige . »

(src)="s2.32"> Zij antwoordden : " Geloofd zijt Gij ! wij weten slechts wat Gij ons hebt geleerd ; want Gij zijt de Alwetende , de Alwijze . "
(trg)="s2.32.0"> De svarte : « Priset være Du , vi vet ikke annet enn det Du har lært oss !
(trg)="s2.32.1"> Det er Du som er den Allvitende , den Vise . »

(src)="s2.33.0"> God zeide : " Adam , noem hun de namen . "
(trg)="s2.33.0"> Så sa Han : « Nå Adam , si dem navnene . »

(src)="s2.33.1"> Toen hij ( Adam ) dit had gedaan , zeide God : " Heb ik u niet gezegd , dat ik de geheimen van hemel en aarde ken , en weet wat gij bekent en wat gij verbergt ? "
(trg)="s2.33.1"> Da han hadde sagt dem navnene , sa Han : « Har Jeg ikke sagt dere at Jeg kjenner det skjulte i himlene og på jord .
(trg)="s2.33.2"> Jeg vet alt dere legger for dagen eller skjuler . »

(src)="s2.34"> En toen wij tot de engelen zeiden : " Knielt voor Adam , deden zij het , slechts Eblis weigerde ; hij was ongeloovig , " .
(trg)="s2.34.1"> De gjorde det alle , unntatt Iblis ( Satan ) .
(trg)="s2.34.2"> Han nektet og var hovmodig , og var en gudsfornekter .

(src)="s2.35"> Wij zeiden : " o Adam bewoon den tuin met uwe vrouw en geniet er van wat gij wilt , maar nadert dezen boom niet ; anders zult gij zondaar zijn .
(trg)="s2.35.0"> Vi sa : « Adam , bo i haven , du og din hustru .
(trg)="s2.35.1"> Spis av den alt dere ønsker , hvor dere vil , men kom ikke nær dette tre , slik at dere blir urettferdige . »

(src)="s2.36"> Maar Satan verleidde hen en dreef hen er uit , en wij zeiden ; " Weg van hier ; de een zij des anderen vijand ; de aarde zal uwe woonplaats zijn en tot tijdelijk gebruik .
(trg)="s2.36.1"> Gud sa : « Kom dere ut ( ned ) !
(trg)="s2.36.2"> Noen av dere skal være andres fiende , og på jorden skal dere bo og finne utkomme for en tid . »

(src)="s2.37"> Daarop leerde Adam woorden des gebeds van God , en hij keerde tot den Heer terug ; want Hij is de lankmoedige en barmhartige .
(trg)="s2.37.0"> Så fikk Adam ord fra sin Herre , og Han vendte seg mot ham i nåde .
(trg)="s2.37.1"> Han er den Tilgivende , den Nåderike .

(src)="s2.38"> Wij zeiden : Verwijdert u van hier , Ik zal u eene leiding geven ; wie deze leiding volgt , zal vrees noch droefheid kennen .
(trg)="s2.38.1"> Dog vil det komme ledelse til dere fra Meg .
(trg)="s2.38.2"> Og de som følger Min ledelse , over dem skal ingen frykt hvile , ei heller sorg .

(src)="s2.39"> Die deze echter niet gelooven en onze teekenen verloochenen , worden ten eeuwigen vure gedoemd .
(trg)="s2.39"> Men de utakknemlige vantro som holder Vårt ord for løgn , de skal bli Ildens folk , og der skal de være og bli . »

(src)="s2.40"> O Kinderen Israëls bedenkt het goede , dat ik u heb gedaan ; weest getrouw aan mijn verbond ; ook ik wil daaraan getrouw zijn , en vereert slechts mij
(trg)="s2.40.0"> Israels barn , kom i hu den nåde som Jeg har vist dere !
(trg)="s2.40.1"> Oppfyll deres pakt med Meg .

(src)="s2.41"> En gelooft wat wij tot bevestiging uwer vroegere openbaring thans geopenbaard hebben , en weest niet de eersten , welk niet daaraan gelooven ; en verruil het niet met nietigheden en vereert mij .
(trg)="s2.41.0"> Tro på det Jeg har åpenbart , som stadfester det som før er blitt dere til del .
(trg)="s2.41.1"> Vær ikke de første til å avvise det .

(src)="s2.42"> Kleedt de waarheid niet in het gewaad der leugen en verbergt de waarheid niet tegen beter weten aan .
(trg)="s2.42"> Kle ikke sannheten i løgn og skjul den ikke når dere vet bedre .

(src)="s2.43"> Doet nauwkeurig het gebed , geeft aalmoezen en buigt u met hen die zich buigen .
(trg)="s2.43"> Forrett bønnen , gi det rituelle bidrag og bøy dere sammen med dem som bøyer seg .

(src)="s2.44.0"> Hoe zoudt gij anders de menschen tot vroomheid aansporen , zoo gij het welzijn uwer eigene ziel vergeet .
(trg)="s2.44.0"> Pålegger dere andre fromhet og glemmer dere selv ?

(src)="s2.44.1"> Gij leest het boek : moet gij het dan niet ook verstaan .
(trg)="s2.44.1"> Og det mens dere leser skriften ?
(trg)="s2.44.2"> Forstår dere da ikke ?

(src)="s2.45"> Roept geduld en gebed ter hulpe ; het gebed is licht voor den geloovige .
(trg)="s2.45.0"> Be om hjelp i tålmodighet og bønn .
(trg)="s2.45.1"> Dette er hardt , unntatt for de ydmyke ,

(src)="s2.46"> Die gelooven , dat zij eens hunnen Heer zien , en tot Hem terugkeeren zullen .
(trg)="s2.46"> for dem som regner med at de skal møte sin Herre , at de skal vende tilbake til Ham .

(src)="s2.47"> O Kinderen Israëls , herinnert u de weldaden , die ik u heb bewezen , terwijl ik u boven alle volkeren bevoorrechtte .
(trg)="s2.47"> Israels barn , kom i hu den nåde som Jeg har vist dere , og at Jeg valgte dere fremfor all verden !

(src)="s2.48"> Vreest den dag , waarop geene ziel genoegdoening voor eene andere zal kunnen geven , geene smeeking van anderen aangenomen , waarop geen losgeld ontvangen zal worden ; waarop niets kan helpen .
(trg)="s2.48"> Frykt den dag når ingen kan tre i en annens sted , når ingen som taler en annens sak blir godtatt , når ingen løsepenger godtas , når ingen hjelp kan gis .

(src)="s2.49"> Denkt er aan , hoe wij u van Pharaos volk hebben gered , dat u met hardheid onderdrukte , uwe zonen doodde en slechts uwe vrouwen liet leven ; dit zij u een groot bewijs voor de goedheid van uwen God .
(trg)="s2.49.0"> Kom i hu da Vi reddet dere fra Faraos folk , som påla dere store plager , som drepte deres sønner og lot deres kvinner leve .
(trg)="s2.49.1"> I dette lå en stor prøvelse fra Herren .

(src)="s2.50"> Gedenkt , hoe wij de zee ter uwer redding hebben gespleten en voor uw oogen Pharaos volk lieten verdrinken .
(trg)="s2.50"> Og da Vi spaltet havet og reddet dere , mens Vi lot Faraos folk drukne for øynene på dere .

(src)="s2.51"> Gedenkt , dat , toen ik gedurende veertig nachten met Mozes sprak , gij het kalf hebt aangebeden ; en gij hebt snood gehandeld .
(trg)="s2.51.0"> Og den gang da Vi gav Moses 40 dager .
(trg)="s2.51.1"> Da laget dere kalven mens han var borte , og gjorde det som urett var .

(src)="s2.52"> Wij hebben u later vergeven , opdat gij dankbaar zoudt zijn .
(trg)="s2.52"> Men Vi tilgav dere etterpå , så dere måtte vise takknemlighet .

(src)="s2.53"> Wij gaven Mozes de schriften en de onderscheiding , opdat gij op den rechten weg zoudt geleid worden .
(trg)="s2.53"> Og den gang da Vi gav Moses skriften og kriteriet , så dere måtte finne den rette vei .

(src)="s2.54.0"> Mozes zeide tot zijn volk : Gij hebt uwe zielen door dit kalf verontreinigd , keert tot uwen Schepper terug of doodt u zelven ; dit zal uwen Schepper welgevalliger zijn .
(trg)="s2.54.0"> Og da Moses talte til sitt folk : « Dere har stelt dere ille ved å lage denne kalven .
(trg)="s2.54.1"> Vend om til deres skaper , og drep de skyldige blant dere .

(src)="s2.54.1"> Hij zal zich weder tot u wenden ; want Hij is vergevensgezind en albarmhartig .
(trg)="s2.54.2"> Dette ville være det beste for dere overfor deres skaper , og Han vil vise dere nåde .
(trg)="s2.54.3"> Han er den Tilgivende , den Nåderike ! »

(src)="s2.55"> En toen gij tot Mozes zeidet : O Mozes , wij willen u niet eerder gelooven , dan na dat wij God met eigen oogen hebben gezien , toen kwam er straf over u , terwijl gij er naar zaagt .
(trg)="s2.55.0"> Og den gang dere sa : « Hør Moses , vi kan ikke tro deg før vi ser Gud med våre egne øyne . »
(trg)="s2.55.1"> Men da ble dere rammet av lynet , mens dere stod der og stirret .

(src)="s2.56"> Wij wekten u op na uwen dood , opdat gij het dankbaar zoudt erkennen .
(trg)="s2.56"> Derpå kalte Vi dere tilbake til livet , etter at dere var døde , så dere måtte vise takknemlighet .

(src)="s2.57.0"> Wij gaven wolken om u te overschaduwen en zonden manna en kwartels , zeggende : eet van de heerlijke spijzen , die wij u hebben gegeven .
(trg)="s2.57.0"> Så lot Vi skyer overskygge dere , og sendte dere manna og vaktler : « Spis av det gode som Vi har skaffet dere ! »
(trg)="s2.57.1"> For Oss rammet de ikke med sin urett .

(src)="s2.57.1"> Zij hadden ons geen leed gedaan , maar zich zelven .
(trg)="s2.57.2"> Det var dem selv det slo tilbake på .

(src)="s2.58.0"> Wij zeiden : Gaat in deze stad , geniet naar welbehagen van hetgeen zich daar bevindt : treedt de poort aandachtig binnen , en roept uit : Vergiffenis Heer !
(trg)="s2.58.0"> Og den gang Vi sa : « Dra inn i denne landsbyen og forsyn dere hvor dere måtte ønske i rikelig monn .
(trg)="s2.58.1"> Gå inn gjennom porten , ydmykt bøyet , med ordene ’ syndenes forsakelse ’ .

(src)="s2.58.1"> Wij willen u uwe misstappen ook vergeven , en het geluk der goeden verhoogen .
(trg)="s2.58.2"> Vi vil tilgi deres overtredelser , og gi dem som gjør vel , mer til . »

(src)="s2.59"> Maar de boozen veranderen dit woord met een ander , wat hun niet was gegeven , en wij hebben onzen toorn op de boozen uit den hemel neêrgezonden , om hunne goddeloosheid te straffen .
(trg)="s2.59.0"> Men de urettferdige byttet og forvred disse ord til noe annet enn det som var foresagt dem .
(trg)="s2.59.1"> Så sendte Vi over de urettferdige en straffedom fra himmelen for deres ugudelighet .

(src)="s2.60.0"> Mozes bad God om water , en wij zeiden : " sla met uwen staf op de rotsen , " en er ontsprongen twaalf bronnen , opdat allen hunne bron zouden erkennen .
(trg)="s2.60.0"> Og den gang da Moses bad om vann til sitt folk , og Vi sa : « Slå med din stav på fjellet . »
(trg)="s2.60.1"> Og 12 kilder brøt frem fra det .

(src)="s2.60.1"> Eet en drinkt van de weldaden die God u geeft , en doet geen boosheid meer op aarde .
(trg)="s2.60.2"> Alle kjente nå sin drikkeplass .
(trg)="s2.60.3"> « Spis og drikk av Guds gaver og synd ikke ved å stifte ufred på jorden . »

(src)="s2.61.0"> Toen zeidet gij : O Mozes ! wij kunnen niet langer immer dezelfde spijzen verdragen ; bid uwen Heer , dat hij voor ons de vruchten der aarde doe groeien , groenten , komkommers , knoflook , linzen en uien .
(trg)="s2.61.0"> Og da dere sa : « Hør Moses , vi holder ikke ut med bare én sort mat !
(trg)="s2.61.1"> Be til din Herre for oss , at Han frembringer til oss det jorden lar vokse av grønnsaker , agurker , korn , linser og løk . »

(src)="s2.61.1"> Mozes antwoordde : " Verkiest gij het slechte boven het goede ? keert dan naar Egypte terug , daar vindt gij wat gij verlangt . "
(trg)="s2.61.2"> Moses svarte : « Vil dere bytte det verdifulle mot det mindreverdige ?
(trg)="s2.61.3"> Dra ned til Egypt !

(src)="s2.61.2"> Vernedering en armoede spreidden zich over hen uit ; zij waren in den goddelijken toorn vervallen , daar zij niet aan zijne wonderen geloofden , en brachten hunne profeten onrechtvaardig ter dood .
(trg)="s2.61.5"> Og de ble slått med elendighet og usselhet og pådrog seg Guds vrede .
(trg)="s2.61.6"> Dette fordi de viste vantro og utakknemlighet overfor Herrens tegn , og i urett drepte profetene .

(src)="s2.61.3"> Ziedaar het gevolg van hunne weêrspannigheid en hun geweld .
(trg)="s2.61.7"> Dette fordi de var ulydige og gikk over grensen .

(src)="s2.62"> De geloovigen , het mogen Joden , Christenen en Sabëisten zijn , indien zij slechts aan God en aan den oordeelsdag gelooven en wel doen , zullen door hunnen Heer beloond worden ; noch vrees noch droefheid zal over hen komen .
(trg)="s2.62.0"> Men de troende , og jøder , kristne og sabeere , alle som tror på Gud og på dommens dag , og som gjør det som er rett , de har lønn i vente hos sin Herre .
(trg)="s2.62.1"> Over dem skal ingen frykt hvile , ei heller sorg .

(src)="s2.63"> Toen wij het verbond met u sloten en den berg Sinaï over uw hoofd verhieven , zeiden wij : Ontvangt met vastheid hetgeen wij u geopenbaard hebben ; bedenkt den inhoud , en bewaart dien .
(trg)="s2.63"> Da Vi sluttet pakten med dere , mens Vi hevet fjellet over dere : « Hold godt fast ved det Vi har gitt dere , og husk dets innhold , – at dere må bli gudfryktige . »

(src)="s2.64"> Maar gij zijt daarop er van afgekeerd ; en had God u niet beschermd en zich over u erbarmd , dan waart ge reeds lang verdelgd .
(trg)="s2.64"> Men etterpå vendte dere dere bort , og hadde det ikke vært for Guds velvilje og Hans nåde , ville dere vært fortapt .

(src)="s2.65"> Gij wist reeds wat hun was wedervaren die den Sabbat hadden ontwijd , en tot welken wij zeiden : " Verandert in apen en zijt uit de maatschappij gestooten " .
(trg)="s2.65.0"> Dere vet hvordan det gikk med dem som overtrådte sabbatsbudet ?
(trg)="s2.65.1"> Vi sa til dem : « Bli til frastøtende aper ! »

(src)="s2.66"> En wij lieten hen dienen tot een voorbeeld voor hunne tijdgenooten en voor hunne nakomelingen , en tot eene waarschuwing voor de vromen .
(trg)="s2.66"> Dette gjorde Vi som et avskrekkende eksempel for både samtid og ettertid , og for de gudfryktige til oppbyggelse .