WERKKAMP CHANGZHOU JIANGSU, CHINA
CAMPO DE TRABALHO CHANGZHOU JIANGSU, CHINA
VACCINATIEPROGRAMMA WERELDGEZONDHEIDSORGANISATIE
PROGRAMA DE VACINAÇÃO DA OMS
- Ga weg bij haar.
Saia de perto dela!
Blijf uit haar buurt.
- O que houve? - Saia de perto.
Ze heeft een hartstilstand.
- Ela dá. - O coração dela parou.
- Ze kan niet weg.
- Ela não pode sair.
We gaan naar het ziekenhuis.
- O que houve? - Vamos para o hospital.
Ze kan niet.
Eu disse que não pode.
Hoor je me niet?
Você me ouviu?
Ze heeft een hartstilstand. - Ik zei nee.
O coração parou.
We moeten nu naar het ziekenhuis.
Precisamos levá-la ao hospital. Precisamos levá-la ao hospital agora.
Schiet op.
Depressa. Depressa! Depressa!
Doelwit is aan boord, we zijn onderweg.
Prisioneira a bordo e a caminho.
- 12 cc epinefrine.
12 ml de epinefrina.
Handen weg.
Afastem-se.
Ga nu.
Por favor, saia.
Wat is er nu?
- O que houve?
Inzoomen en afspelen.
Aproxime e reproduza de novo.
Wat is dat?
Olhe, o que é aquilo?
Houd die ambulance tegen.
Parem aquela ambulância!
Wat zoeken jullie?
- O que você está procurando? - Sim.
Snel.
Rápido, abra!
We hebben meer adrenaline nodig.
Precisamos de mais adrenalina.
- Bedek haar mond.
Cubra a boca dela.
Rust maar uit.
Você está bem. Descanse.
Morgen ben je in Amerika.
Você estará nos EUA de manhã.
We brengen je naar Washington D.C.
Estamos te levando para Washington.
KRALJEVO, SERVIË
KRALJEVO, SÉRVIA
Weet je waar de gevangene naartoe is gebracht?
Você sabe para onde a prisioneira foi transportada?
Ja, wij handelen het af.
Cuidaremos disso.
Hezbollah... moet wachten.
Hezbollah... Eles terão que esperar.
We gaan terug naar Washington.
Vamos voltar para Washington.
Sinds wanneer is de zaak Jolene Parker van vermiste... in moordonderzoek veranderd?
Desde quando o caso da Jolene Parker foi de desaparecimento para assassinato?
Heb je m'n sleutels gezien?
- Você viu minhas chaves? - Louco, não é?
Wat is er gebeurd?
Pois é. O que aconteceu?
- De politie zegt... een verdachte te hebben.
A polícia disse que tem um suspeito.
- Echt? Wie?
Sério?
Wat weten ze?
Quem? O que eles sabem?
- Ze zijn er niet zeker van.
Eles não têm certeza.
Kan ze niet gewoon de stad uit zijn, zoals ze zei?
Será que ela não saiu da cidade?
Naar Dayton verhuisd?
- Se mudou para Dayton?
- Ze hebben bloed gevonden.
- Encontraram sangue.
Haar bloed.
Compatível com o dela.
Voor jou is dit dagelijkse kost, moord en doodslag.
Você vê essas coisas todos os dias... Pessoas sendo feridas e mortas.
Voor mij niet. Ik vind het eng.
Fico apavorado.
De gedachte dat dit met jou gebeurt...
Só de pensar que isso pode acontecer com você.
Beloof me dat je voorzichtig bent op je werk.
Prometa que você terá cuidado durante o trabalho.
Het bureau.
Na mesa.
Bij de computer, daar zag ik je sleutels.
Ao lado do computador.
Ik kom veel te laat. Ik heb een briefje nodig.
Estou tão atrasado, que vou me dar uma advertência.