Außer denen, die glauben und gute Werke tun und einander zur Wahrheit mahnen und einander zum Ausharren mahnen. 3
Behalve degenen die geloven en goede werken doen, en elkander tot waarheid, en geduld aansporen. 3
Im Namen Allahs, des Gnädigen, des Barmherzigen
In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle
In ihr steigen die Engel herab und der Geist nach dem Gebot ihres Herrn - mit jeder Sache. 4
Daarin dalen engelen en de Geest door Gods gebod neder (zeggende) 4
Im Namen Allahs, des Gnädigen, des Barmherzigen.
In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.
Zum Beispiel bei [retailer] in [city].
Bijvoorbeeld bij [retailer] in [city].
[[1,36,1],["N\u00e4chste seite",2]]
[[1,9,1],["Volgende pagina",2]]
Sprich: «Ich nehme meine Zuflucht beim Herrn der Morgendämmerung, 1
Zeg: "Ik zoek mijn toevlucht bij de Heer van de dageraad. 1
Die Gegenkräfte oder die Kräfte des Bösen: wer sind sie und was ist ihre Herkunft? Wenn Gott Liebe ist, warum hat er denn das Übel geschaffen?
De Tegenkrachten, ofwel de krachten van het kwaad: wie zijn zij en wat is hun afkomst? Als God liefde is, waarom heeft Hij dan het kwaad geschapen?
„Ich bezeuge, dass es keinen Gott außer dem (einzigen) Gott gibt, und ich bezeuge, dass Mohammed der Gesandte Gottes ist.”
Er is geen God behalve Allah en Mohamed (vzzmh) is Zijn Boodschapper en Laatste Profeet.“
Und wenn eine jede Seele, die Unrecht begeht, alles besäße, was auf Erden ist, sie würde versuchen, sich damit loszukaufen. (Koran 10:54)
En indien elke ziel die onrechtvaardig handelt al hetgeen op aarde is, zou bezitten, zou zij er zich voorzeker mede trachten vrij te kopen (Koran 10:54)
Durch (a) würden, wenn man ihnen einen Aufkleber
Door (a) zou, indien gegeven een sticker
Warten sie etwa darauf, daß die Engel zu ihnen kommen oder daß der Befehl deines Herrn zu ihnen kommt? Diejenigen, die vor ihnen waren taten das auch. Und Allah tat sie nicht gepeinigt. Sie jedoch peinigten ihre eigenen Seelen.
Zij (de ongelovigen) wachten slechts tot de Engelen hen wegnemen, of het bevel van jouw Heer hen treft. Zo deden degenen vôôr hen. En Allah heeft hun geen onrecht aangedaan, maar zij plachten zichzelf onrecht aan te doen.
und ein großes Hammam (feuchte Hitze).
en een grote hammam (vochtige warmte).
5/al-Ma'ida-10: Und diejenigen,die Unsere Verse leugnen und der Lüge bezichtigen,sie sind also die Bewohner des flammenden Feuers (der Hölle)
5/Al-Ma'idah-10: En degenen die ongelovig waren en Onze Tekenen loochenden: zij zijn de bewoners van Djahîm (de Hel).
Wenn die Sonne die Berge bedeckt
Wanneer de zon de bergen bedekt
Unter fließendem Wasser abspülen;
Onder stromend water;
59/al-Haschr-1: Alles,was in den Himmeln und auf der ist,rühmte (und rühmt immer noch) Allah.Und Er ist Aziz (Erhaben) ,Hakim (Besitzer der Macht und der Weisheit).
59/Al-Hashr-1: Wat er in de hemelen en op de aarde is prijst de Glorie van Allah. En Hij is de Geweldige, de Alwijze.
Diejenigen aber, die ungläubig sind und Unsere Zeichen für Lüge erklären, das sind Insassen des Höllenbrandes.
Maar zij, die niet gelooven en onze teekens van onwaarheid beschuldigen, zullen makkers der hel zijn.
Seid ihr verblüfft, dass zu einem Mann unter euch, ein Dhikr von eurem Herrn gekommen ist, damit er euch warne und ihr Besitzer des Takvas‘ werdet? Und dass euch dadurch Barmherzigkeit zu Teil wird.
En verbaasde het jullie, dat er een vermaning van jullie Heer tot jullie is gekomen, door een man uit jullie midden? (Hij komt) opdat hij jullie waarschuwt, en opdat jullie (Allah) vrezen. En hopelijk zullen jullie begenadigd worden.
1) es keinen Gott gibt außer Allah und
1 )Er geen God is behalve Allah
O Söhne Adams! Es wird für diejenigen unter euch, wenn Gesandte aus eurer Mitte zu euch kommen, die euch meine Verse (Geschichten) lehren., keine Furcht mehr geben welche von nun ab Besitzer des Takvas werden und ihre Seelen verbessern (die vollkommene Reinigung durchführen).Und sie werden nicht trauern.
O Kinderen van Adam, wanneer er Boodschappers uit jullie midden tot jullie komen, die jullie Mijn Verzen vertellen: wie dan (Allah) vreest en zich betert; over hem zal geen angst komen. Noch zullen zij treuren.
1. Wahrlich, Wir haben dir Fülle des Guten gegeben;
1. Voorwaar, Wij hebben u in overvloed het goede gegeven.
Sehen denn diejenigen, die ungläubig sind, nicht, dass die Himmel und die Erde eine zusammenhängende Masse waren? Da haben Wir sie getrennt und aus dem Wasser alles Lebendige gemacht. Wollen sie den nicht glauben? (Qur´an 21:30)
Weten degenen die ongelovig zijn niet dat de hemelen en de aarde als een gemengde massa waren en dat Wij hen beide daarop splitsten. En (dat)Wij alle levende dingen uit het water maakten? Geloven zij dan niet? (De Koran: 21 -30).
Des das Königreich der Himmel und der Erde ist; und Allah ist Zeuge aller Dinge. 9
Aan Wie het koninkrijk der hemelen en der aarde behoort; en Allah is Getuige van alle dingen. 9
3. Dann lobpreise du deinen Herrn und bitte Ihn um Vergebung. Wahrlich, Er wendet Sich oft mit Gnade.
3. Roem dan uw Heer met de lof, die Hem toekomt en vraag vergiffenis van Hem; voorzeker Hij is Berouwaanvaardend.
Damit Wir diejenigen, die für Allah (auf Allahs Weg) ausgewandert sind, nachdem sie der Pein ausgesetzt waren, im irdischen Leben unbedingt mit Schönem (Gutes, ein schöner Wohnort) ansiedeln. Und der Lohn im Jenseits aber ist bei weitem größer, wenn sie es nur wüßten.
En degenen die uitweken omwille van Allah nadat ben onrecht was aangedaan zullen Wij in deze wereld een goede behuizing geven, maar de beloning van het Hiernamaals zal groter zijn. Indien zij dat maar wisten!
Unser Standort in [Plaatsnaam] wird bald seine Pforten öffnen.
Onze vestiging in [Plaatsnaam] zal binnenkort zijn deuren openen.
und bietet seinen Gästen von Jung bis Alt,
en biedt zijn gasten van jong tot oud,
Die Situation beider Gemeinschaften ist wie die Situation (Beispiel) vom Blinden und Tauben und vom Sehenden (dessen Sehsinn funktioniert) und Hörenden (dessen Hörsinn funktioniert). Kann die Situation beider gleich sein? Wollt ihr immer noch nicht nachdenken?
De gelijkenis tussen de twee groepen is als die tussen de blinden en de doven (van hart) en de zienden en de horenden: zijn zij gelijk? Trekken jullie er dan geen lering uit?
Ausgang aus, wenn die Einstellspannung unterschritten wird;
Output weg wanneer het onder (overschrijd) plaatsend voltage;
Als sie etwas schlechtes (Hässliches) taten, sagten sie: „Wir haben unsere Väter darin vorgefunden (so haben wir es bei unseren Vätern gesehen) und Allah hat es uns befohlen“. Sag ihnen: „Wahrlich, Allah befiehlt keine Unzucht (das Schlechte, das Hässliche). Sagt ihr Allah, etwas worüber ihr nicht Bescheid wisst?“.
En wanneer zij een gruweldaad bedrijven, dan zeggen zij: "Wij troffen dit bij onze vaderen aan en Allah heeft ons dit bevolen." Zeg (O Moehammad): "Voorwaar, Allah beveelt geen gruweldaden, zeggen jullie dat over Allah wat jullie niet weten?"
Ausgeführt am [DAY] von[ MONTH], [JAHR], durch
Uitgevoerd op [DAG] van[ MAAND], [JAAR], door
Es sei denn, was Allah will. Fürwahr, Er kennt, was offen ist und was verborgen. 7
Behalve wat Allah wil - Voorwaar, Hij kent het openlijke en het verborgene. 7
Doch so sind die nicht, die glauben und gute Werke üben; denn ihrer ist unendlicher Lohn. 6
Behalve degenen die geloven en goede werken doen; hunner is een oneindige beloning. 6
und wir geben Ihnen den besten Preis!
en wij geven u de beste prijs!
Und was läßt dich wissen, was der steile Paßweg ist?
Wat zal u doen begrijpen wat de helling is?
Der Himmel wird gespalten sein. Gottes Verheißung geht gewiß in Erfüllung.
De hemel zal van schrik gespleten worden; de belofte daarvan zal zekerlijk worden vervuld.
Danach (nach diesem Unglück) haben wir ihn und jene, die mit ihm zusammen waren mit einer Barmherzigkeit von uns gerettet. Und jene entwurzelt (deren Nachkommenschaft beendet) , die unsere Verse leugneten und Ungläubig waren.
Toen redden Wij hem (Hôed) en degenen met hem door Genade van Ons en Wij roeiden degenen die Onze Tekenen loochenden geheel uit. En zij plachten geen gelovigen te zijn.
Wir werden nur über einen (den letzten) weiter reden.
We zullen het verder alleen over een van hen (de laatste) hebben.
Und vorher das Volk Noachs - sie waren ja Leute, die noch mehr Unrecht taten und das Übermaß ihres Frevels noch steigerten.
Als ook het volk van Noach, vóór hen: want zij waren ten hoogste onrechtvaardig en zondig.
Den Weg derer, denen Du Gnade erwiesen hast, die nicht (Dein) Mißfallen erregt haben und die nicht irregegangen sind. 7
Het pad dergenen, aan wie Gij gunsten hebt geschonken - niet dat van hen, op wie toorn is nedergedaald, noch dat der dwalenden. 7
Die aber glauben und gute Werke üben, sie sind die besten Geschöpfe. 7
Doch zij die geloven en goede werken doen, zij zijn de beste der schepselen. 7
O, meine Kerkergenossen! In diesem Fall wird einer von euch beiden von nun an seinem Herrn Wein einschenken (fortfahren Mundschenk zu sein) , der andere jedoch wird erhängt werden. So, dass die Vögel von seinem Kopf essen werden. Die Tat, deren Deutung ihr beide gewollt habt, ist endgültig (wurde zum Schicksal gemacht).
O mijn medegevangenen, wat één van jullie betreft; hij zal voor zijn heer wijn inschenken. Wat de andere betret hij zal gekruisigd worden en de vogels zullen van zijn hoofd eten. De zaak waarover jullie vmgen, is reeds besloten."
2. So bete zu deinem Herrn und opfere.
2. Bid daarom tot uw Heer en offer.
1. Hast du den nicht gesehen, der die Religion lügenhaft nennt?
1. Hebt gij hem gezien die deze godsdienst loochent?
Und was läßt dich wissen, was der Pochende ist?
Maar wat zal u datgene doen verstaan, wat bij nacht verschijnt?
Du bist wahrlich der Allmächtige, der Erhabenste, der Immervergebende, der Freigebigste.
Gij zijt waarlijk de Almachtige, de Verhevenste, de Immervergevende, de Grootmoedigste.
7. Die aber glauben und gute Werke üben, sie sind die besten Geschöpfe.
7. Doch zij die geloven en goede werken doen, zij zijn de beste der schepselen.
Doch sie haben ihn geleugnet, so dass Wir ihn und jene, die mit ihm auf dem Schiff waren gerettet haben. Und jene, die unsere Verse leugneten ertränkt. Wahrlich, sie waren ein blindes Volk.
Toen loochenden zij hem (Nôeh), waarna Wij hem redden en degenen met hem in het schip. En Wij verdronken hen die Onze Tekenen loochenden. Voorwaar, zij waren een blind volk.
Sprich: «Er ist Allah, der Einzige; 1
Zeg: "Allah is de Enige. 1